Zorg voor de zorg

Het is zwaar weer in de (economische) wereld.

Tegenslag na tegenslag maakt dat het lijkt alsof geld weer steeds belangrijker wordt.

Zo ook in de sectoren waar geld eigenlijk geen rol zou mogen spelen.

De zorgsector.

De afgelopen jaren die achter ons liggen hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die er keihard op hebben ingeslagen; Corona, watersnoodramp in Valkenburg, personeelstekorten en langdurig zieken.

Het is nog niet voorbij, nog steeds is het roeien met de riemen die we hebben.

Ik zie een Raad van Bestuur met het hele management en inzet van medewerkers zoeken naar mogelijkheden om het hoofd boven water te houden. Het lukt nog net, maar het kost zo veel energie en tijd.

Die tijd en energie zouden we ook kunnen inzetten in innovatie en het vergroten van het werkplezier voor iedereen.

De collega’s die met de voeten in de klei staan en enorm veel werk verrichten op de werkvloer doen dat vanuit passie en liefde voor de medemens. Maar net daar is het van groot belang om op de balans te letten en ook oog te hebben voor de medewerker als mens.

Maar de financiële tekorten roepen weer opnieuw om efficiënter te werken. Harder te werken. Kan dat nog?!

Geld zou daarom geen issue mogen zijn in de zorg.

Zoals de een moet vechten om het hoofd boven water te houden, zijn er schijnbaar ook mensen die zwemmen in het geld.

Die van gekkigheid soms niet meer weten wat ze met het geld moeten doen. Dan maar weer een extra auto of weet je wat nog een extra huisje er bij.

Misschien moeten we een nieuwe manier gaan vinden waarbij het doneren aan een grote zorginstelling als investering kan worden gezien? Een maatschappelijke bijdrage aan daar waar nu nood aan de man is, ook waardevol kan zijn.

Bij deze een oproep aan die mensen waar geld geen probleem is. Daar waar geen enkele twijfel bestaat dat komende maand het geld op zou zijn. Mensen die bij wijze van spreken alles kunnen kopen wat hun hartje begeert.

Echt gelukkig word je niet van die extra auto of dat zoveelste huis. Gelukkig word je op het moment je er echt toe doet op die plek waar hulp hard nodig is.

Momenteel in de zorgsector is er een schreeuw om hulp. Als er nu niet snel financiële hulp komt zal er weer op de ouderwetse manier bezuinigd moeten gaan worden, geknepen worden daar waar het (eigenlijk) niet meer kan.

Er komt wellicht een tijd dat zorg ook voor zij die geld in overvloed hebben nodig gaat zijn, want gezondheid is niet te koop!

Ziek worden we allemaal wel eens, als dan die zorghulp zeer gewenst is, is ook die straks niet meer te koop.

Zorg is namelijk steeds complexer geworden, opleidingen duren lang, investeringen op een lange termijn zijn keihard nodig. Vooruit denken. En vooral niet enkel aan jezelf denken. Investeren daar waar later hoe ook jezelf of zij die je lief zijn zorg kunnen krijgen die gewoon nodig is.

We zitten momenteel op een glijdend vlak, een vicieuze cirkel omlaag. Te veel verkeer van rechts, te veel tegenslagen die innovatie en extra inzet de komende tijd onmogelijk maken.

In de hoop dat er mensen zijn met een hart van goud en financieel wonderen kunnen verrichten daar waar het nu zo hard nodig is.

De mens is een kunstwerk

Mooie ontwikkeling bij de collega’s in Maastricht.

https://www.mumc.nl/actueel/nieuws/onderzoek-dagelijks-gebruik-kunstmatig-evenwichtsorgaan

Los van de technische mogelijkheden. Enkel al kijkend naar dit plaatje van het binnenoor, gehoor- én evenwichtsorgaan in één, laat zien hoe ingenieus ons menselijk lichaam is. Dit plaatje alleen al is een kunstwerk op zichzelf. Laat staan dat we straks met minuscule technieken dit kunnen “besturen”, maar zo ver zijn we nog lang niet. Tot die tijd is het van groot belang om mensen die hulp zoeken effectieve hulp te kunnen geven.

Gelukkig hebben we een fantastisch samenwerkingsverband met KNO Evenwicht Maastricht om mensen te helpen met gehoor- én evenwichtsklachten.

Wat ik zelf altijd bijzonder vind is dat dit alles zo kan groeien en precies op de goeie plek terecht komt. Alleen al die gehoorbeentjes, hamer, aambeeld en stijgbeugel, de kleinste botjes van het menselijke lichaam. Én dat wij daarmee kunnen horen en tegelijkertijd met het evenwichtsorgaan voelen hoe we ons in de ruimte bewegen.

Ik lig lekker buiten in de schaduw onder een boom. Hoor het geritsel van bladeren in die treurwillig boven me, vogels die fluiten, een van de buren het gras maaien, een vliegtuig in de verre verte, auto’s heel ver weg, kinderen schreeuwen in de achtbaan bij de Valkenier, je weet wel die met die lieveheersbeestjes, dit geluid is voor mij een echt zomergeluid, nu hoor ik de buurman iets in de GFT-bak gooien, het herkenbaar geluid van die deksel. Tegelijkertijd een motor die in centrum Valkenburg voorbij rijdt, ook een typisch zomergeluid.

En dit alles zijn inimini geluidstrillingen in de lucht. Die van al deze geluidsbronnen hierboven beschreven mijn trommelvliezen tegelijk op verschillende frequenties lichtjes laten bewegen, die kleinste botjes van ons lichaam laten trillen en verdergeleiden in dit slakkenhuis zoals op de foto. Haarcellen heen en weer gaan, ionenstromen genereren, via zenuwbanen en knooppunten mijn auditieve cortex bereiken ik nu hier op dit moment al deze geluiden bewust kan waarnemen, hier in dit bericht in woorden dit alles beschrijf en jij deze tekens al lezende precies kunt voorstellen hoe die geluiden klinken, omdat je ze zelf al eens een keer ervaren hebt.

Laat dit nu eens even binnenkomen, hoe ver we al zijn. Wat we allemaal al weten. In welk detail we kunnen kijken. Maar nog een lange weg te gaan voordat we op microniveau kunnen “repareren”. Hoe meer mensen dit leuk gaan vinden, hoe eerder we oplossingen voor alle problemen gaan vinden. Want wie gaat er voor zorgen dat als er problemen zijn er naar oplossingen gezocht wordt?

Daarom is kennis delen, goed onderwijs, geld voor onderzoek, maar ook jongeren motiveren en inspireren om technische vakken leuk te gaan vinden en teamwork, o zo belangrijk…😊

Én elkaar successen gunnen. Daarom een dikke proficiat aan het adres van mijn collega’s in Maastricht met het behalen van deze subsidie voor verder onderzoek op evenwichtsklachten.

Nieuwe werelden ontdekken

Afgelopen week nam ik deel aan de stafdag Adelante, een hele dag intensief vergaderen met een groot deel van alle medisch specialisten Adelante. Als klinisch fysicus – audioloog, sinds enkele jaren met een AGB-code, lid van LAD (Landelijke vereniging voor Artsen in Dienstverband), daarmee een gelijkgesteld beroep aan de medisch specialist in de zorg en daarmee ook lid van de medische staf Adelante.

Hoe mooi ook, omdat ik van mening ben dat er een nieuwe generatie zorgverleners, maar ook zorgstructuur aan het opkomen is, waarbij wij als klinisch fysici een meerwaarde kunnen geven in die complexiteit van de hedendaagse zorg.

Een revolutie in de zorg is gaande. Sowieso al jaren een trend, het holistisch denken. Niet meer enkel inzoomen op één aspect, maar de patiënt bekijken als mens, niet als een machine waar iets in stuk is en gerepareerd moet worden, nee, ook kijken naar wat het medisch ingrijpen met de mens achter de patiënt doet.

Vaak ook de softe kant in de zorg genoemd. De psycho-sociale kant. En laat dat nu net een van mijn passies zijn.

“De mens op zich is als een kunstwerk” heb ik ooit gezegd. Elke persoon is een uniek exemplaar. Bloemen, bomen, watermoleculen, een appel, een banaan, heel veel in de natuur heeft precies dezelfde vorm en eigenschap, maar elk mens is een individu, één persoon op zich, niemand is hetzelfde. Zelfs een ééneiige tweeling geeft een verschil in karakter, in het zijn. En dat, dat maakt ons mens.

Een bijzondere eigenschap is ook dat wij kunnen nadenken over wat er om ons heen gebeurt. Wij zijn het enige wezen dat kan analyseren, beredeneren, wiskundige berekeningen kan maken om dat wat we in de natuur zien gebeuren in wiskundige, natuurkundige en scheikundige formules weten om te zetten. Met alle kennis die we nu hebben, kunnen we berekenen dat als ik die muur uit de achtergevel breek, met dat dak en die constructie erboven, precies die balk met dat gewicht en die vorm op die plek moet komen om al dat wat erboven zit te dragen en het huis veilig kunnen bewonen. Ik zit er nu midden in, een grote verbouwing thuis. 🙂

Maar dat laat mij tevens zien hoe ver wij als mens zijn in wat er allemaal al kan. Wat wij al allemaal kunnen, grote bewondering om te zien met welk een gemak die aannemer kijkt naar al dat wat in de bouw nu al mogelijk is. Maar ook om te zien welk een techniek we vandaag de dag hebben om dat alles tot in detail te berekenen en toe te passen en te maken. Maar met die bewondering waarmee ik naar de aannemer kijk, met diezelfde verwondering kijk ik nu in de zorg.

Het computertijdperk heeft namelijk al die kennis en vaardigheden in een stroomversnelling gebracht en we zijn ons daar vaak niet van bewust. Maar dat bewustwordingsproces begint er langzaam meer en meer te komen. We gaan van het meten is weten, naar wat doen we dan precies? De achterliggende gedachte van wat wil dit alles nu zeggen? Wat kan ik er mee? Het inzicht. Maar dan vanuit vele invalshoeken tegelijk bekeken. Verschillende disciplines die vanuit hun specialisme gaan samenwerken.

En dat is echt iets nieuws. Voorheen was er de dokter die enkel vanuit zijn eigen professie keek en op het moment dat deze dan vanuit zijn vakgebied niet meer verder kon, kwam de dooddoener: “Ik kan niets meer voor u betekenen” of “Sorry, maar daar moet u mee leren leven”.

Wat dat met een mens dan doet is bijna onmenselijk, de gedachte dat niemand jou meer kan helpen is zo pijnlijk, geeft zo een verlies, dat enkel die woorden je nog slechter laten gaan voelen. Terwijl er nog zo veel mogelijk is. Want ons brein is iets fantastisch.

Op dit moment ik hier deze woorden schrijf flits er in een milliseconde door mijn brein een gedachte die mij laat zien hoe geniaal dat brein is. Alleen hoe dan kan ik die gedachte in woorden hier nu op papier krijgen?

Want dat inzicht is dus het nieuwe tijdperk we ingaan. De wereld waarin die complexiteit waarin we leven, mogelijk wordt om te beschrijven, daarmee te weten hoe het werkt, dan te kunnen voorspellen, te reproduceren en als laatste stap het te kunnen toepassen. Zo zijn we al jaren als mens er mee bezig om de wereld om ons heen te beschrijven. Alleen wij als mens doen dat. Boeken worden er geschreven, video’s en documentaires gemaakt, cursussen gegeven, vakgebieden die daardoor ontstaan, dit alles steeds meer en beter.

En tot nog toe was het gericht op vooral specialisatie. Ieder met zijn eigen blik op het probleem. En daar komt de fysica om de hoek kijken, om dat alles vanuit een soort van helicopterview te bekijken, holistisch, vanaf een afstand, dat alles biedt meer mogelijkheden. Net als het kijken naar een schilderij, dan kun je met je neus bijna op het doek details zien of van een afstand het groter geheel welk een compleet nieuw beeld geeft.

Dat specialisme beperkt ons soms te veel in ons kunnen. Het geeft grenzen aan waardoor die specialist dan moet zeggen “Dit is wat ik kan, meer kan ik niet”, maar kijkend over grenzen heen, kan wel die andere collega nog iets betekenen. Een doorverwijzing doet dan wonderen. En dit is iets waar de medisch specialist zich nu steeds meer bewust van wordt. Van ketenzorg naar netwerkzorg. Ketenzorg waarin nog steeds die eilandjes los van elkaar samen werken. Zonder kennis van wat wie nu precies doet. En datgene we niet weten, daar kunnen we ook geen gebruik van maken. Maar die lacune in denken, die worden we ons nu op vele vlakken steeds meer bewust, zodat we die gaten in het systeem kunnen gaan opvullen. Net als een computernetwerk we zorgpakketten aan elkaar gaan koppelen. Steeds beter van elkaar weten wat ieders specialisme doet.

Dat inzicht had ik in een pitch van drie minuten gegoten. Want als klinisch fysicus – audioloog gespecialiseerd in de psychoakoestiek, met mijn passie voor het complexe van dat brein en dat holistisch denken om alles vanuit een groter perspectief te zien, heeft mij dit alles de mogelijkheid gegeven iets nieuws te ontdekken. De kracht die in ons zit op moment we echt samen gaan werken. Elkaar weten te vinden en er dan samen iets moois van kunnen maken.

Niet voor niets werd ik van de 26 pitches tweede met mijn pitch, een van de collega had dit nieuwe inzicht namelijk al een naam gegeven “positieve gezondheid” en daarmee had ze de eerste prijs terecht verdiend. Een project dat nu binnen Adelante schijnbaar al lopende is. Waarbij over grenzen heen gekeken wordt, in elkaars keuken, synergie, weten van elkaar wat iedereen kan. Van patiënt tot specialist. De moderne specialist en de unieke mens als patiënt.

Vanuit de Federatie Medisch Specialisten ligt er al een plan voor 2025. Rekening houdend met al deze nieuwe inzichten, waarin we als mens steeds meer controle krijgen over dat wat er met ons gebeurt.

Het is zo mooi om dat alles te zien gebeuren. Precies als met een kunstwerk dat langzaam ontstaat en steeds meer vorm krijgt, ook zo zie ik dit nu groeien, een structuur zie ik ontstaan die verbindingen legt en daarmee iets wat voorheen onmogelijk was, mogelijk maakt. Wonderen worden er verricht. Waar we eerst dachten onze grenzen te hebben bereikt, stappen we over grenzen heen en ontdekken we nieuwe werelden.

Als fysicus denk ik dan de essentie van ons bestaan als mens.

Laat Beethoven ons horen wat hij niet meer hoort?

En dan de laatste in de rij Beethoven.

Ludwig van Beethoven – Symp no5 C minor op 67 movt III mm 213-331.

De strijd die hij heeft geleverd en hoe mooi Beethoven zelf oplossingen heeft bedacht voor zijn gehoorverlies is het schrijven van een boek eigenlijk wel waard.

December 1770 geboren in Bonn, overleden op 26 maart 1827, Wenen. Jaartallen worden nu even van belang om op te letten.

Op 6 oktober 1802 schreef Beethoven zijn ‘Heiligenstädter Testament’.

Een testament gericht aan zijn twee broers, Kaspar Karl en Johann, waarin hij zijn wanhoop over zijn toenemende doofheid toen al in detail beschreef. Pas maanden na zijn overlijden wordt dit testament gevonden.

Over de impact die zijn gehoorverlies heeft op het dagelijkse functioneren. Het sociaal isolement waarin hij is terechtgekomen. Mensen niet meer kan verstaan. Hij als dove musicus eigenlijk niet meer wil leven, maar zich verplicht voelt toch in leven te blijven, om zo de wereld van zijn muziekstukken te laten genieten.

Rond 1819 is Beethoven volledig doof.

In de periode naar de doofheid toe gebruikt hij ijzeren draden die Beethoven verbindt met de pianosnaren om zo de muziek te kunnen horen. Beethoven had toen namelijk al een enorm succes en begaf zich als “kunstenaar” in goed gezelschap met “wetenschappers” en dokteren. In die tijd heel normaal dat kunst en wetenschap elkaar steeds vonden. Letterlijk en figuurlijk.

Het gebruik van die stalen draden was op advies van een oorspecialist die toen al ook zijn tijd ver vooruit was en gebruik maakte van de beengeleiding. Vandaag de dag zelfs toegepast in de botverankerde hoortoestellen: BCD. Bone Conducted Device.

Vanuit alle documenten die ik lees heb ik het sterke vermoeden dat het gehoor van Beethoven langzaam achteruit is gegaan door beiderzijds een otosclerose. Verkalking van de gehoorbeentjes, een verstarring van de stapes aan het ovale venster in de cochlea, die uiteindelijk, als er geen operatie plaatsvindt, een binnneoordoofheid tot gevolg heeft.

Het proces van zijn progressief gehoorverlies, het langzaam achteruitgaan van zijn gehoor heeft een enorme invloed op zowel zijn privé, als ook zijn professionele leven.

Met woorden wordt dat duidelijk in zijn Heiligenstadt Testament, echter is dit document van vier pagina’s pas maanden na zijn dood gevonden. Al die jaren heeft Beethoven deze brieven bewaard. Was het voor hem niet mogelijk deze woorden openbaar te delen. Tussen de regels door is dit zeker ook te lezen in zijn testament. “Wilde ik soms nog mij opeens over dit alles heenzetten, o hoe hard werd ik dan nog door de verdubbelde treurige ondervinding van mijn gebrekkig gehoor teruggestoten; en toch was het mij niet mogelijk, tot de mensen te zeggen: ‘Spreekt luider, schreeuw; want ik ben doof.’ Ach! hoe was het mij ook mogelijk, de zwakheid van een zintuig kenbaar te maken, dat bij mij volkomener dan bij anderen behoorde te zijn; een zintuig, dat ik eens in de hoogste volkomenheid bezat, – in een volkomenheid, zo als maar weinigen in mijn vak hetzelve bezitten of bezeten hebben? o! Dat kan ik niet.”

In stilte verwerkte Beethoven de impact van het enorme gehoorverlies, maar nog meer heeft hij dat naar mijn mening getracht om daarom de muziek te gebruiken zijn verhaal te vertellen. De muziek was zijn taal, zijn stem, verhalen kon hij vertellen met de muziek die hij schreef.

Ik wist dat er een muziekstuk was waarin hij een tinnitus laat horen. Bij toeval kom ik uit op:

Symp no5 C minor op 67 movt III mm 213-331. Geschreven ergens tussen 1804 en 1808. De periode waarin het verlies van zijn gehoor steeds ernstiger wordt.

In dit stuk (op ongeveer 19 minuten) hoor ik dat Beethoven het grote publiek wil laten horen wat hij hoort, beter gezegd wat hij niet meer is gaan horen. Als een moderne DJ draait hij aan de knoppen en langzaam schrijft hij bepaalde frequenties weg.

Langzaam sterft het geluid van de muziek helemaal uit, om dan als laatste enkel nog een tinnitus te kunnen waarnemen in de stilte die er eigenlijk is. In de verte nog net zachtjes tonen te horen zijn, heel zacht om dan vervolgens op majestueuze wijze het volume weer terug te brengen. Alle registers trekt Beethoven open, waarin je hem bij wijze van hoort schreeuwen “Dit is wat jullie horen, geniet hiervan, luister naar de details, naar alle tonen die voorbij komen, het complexe van het oorsysteem om al die instrumenten tegelijk en in verschillende toonhoogtes te kunnen waarnemen”.

Zelf heb ik ooit, lang geleden, in een fanfare gespeeld, French Horn. Prachtig instrument. En het mooiste is als je als muzikant dan zo luid mogelijk mag spelen. Zeker op zo’n hoorn. Zo luid dat het geluid even lijkt over te slaan. Precies dat schrijft Beethoven in de partituur. Je hoort het enthousiasme in de muziek. Die hoornpartij gaat met een dubbele forte helemaal uit haar dak.

Kippenvel. Tegelijkertijd raakt het me diep, zeker nu ik de woorden heb gelezen in zijn testament. In ongeveer dezelfde periode heeft Beethoven deze symfonie gecomponeerd. Met eenzelfde emotie, met eenzelfde boodschap, met eenzelfde noodkreet. Muziek was zijn taal, zijn leven.

“Fate is knocking at the door”, zei Beethoven bij de vier tonen die zo typerend zijn voor de vijfde symfonie. Later zijn deze vier tonen, kort-kort-kort-lang, de internationale code geworden voor SOS, safe our souls. “Help me!”. Hoeveel toeval?! Beethoven die schreeuwt om hulp en niet gehoord wordt.

“Many assert that every minor piece must end in the minor. Nego! …Joy follows sorrow, sunshine—rain”, ook dit is een quote van Beethoven gekoppeld aan de vijfde symfonie.

Het opentrekken van dat hele register, nadat hij eerst zijn gehoorverlies met de muziek heeft laten horen, het langzaam sterven van de instrumenten, stuk voor stuk doven ze uit. Om dan vervolgens op een geniale manier in de compositie een gevoel van triomf te laten beleven, overwinning. Zou het dat hij toen al wist dat hoe ook er een dag zou komen, dat ooit iemand zijn emotie, zijn gevoel hierin zou herkennen en wil delen met de wereld?

Net als de andere kunstenaars besproken in hun schilderijen met kleur en compositie de emotie en de impact van het grote gehoorverlies en tinnitus konden laten zien, zo laat Beethoven dat hier horen in zijn muziek.

Psychologie en audiologie waren wetenschappen die tegen het einde van de 18de eeuw überhaupt nog niet bestonden. Vandaar dat er in de kunstwerken en muzikale stukken eigen interpretaties van de makers zijn terug te vinden die vanuit de kennis die we nu hebben een ander licht geven op de tinnitus en gerelateerde gehoorklachten.

Klachten waarbij onwetendheid, onzekerheid, sociaal isolement, onbegrip vanuit de omgeving, angst voor het onbekende, al dit zelfs een inspiratiebron bleek te zijn voor het creëren van meesterwerken.

Edvard Munch noteert in een van zijn dagboeken: “Zonder angst en ziekte zou mijn leven als een boot zijn zonder roer”.

Grootheden die nu nog middels hun meesterwerken tot ons spreken, voor degene die er oog en oor voor heeft.

Horen is meer dan enkel horen.

Ga het stuk van Beethoven luisteren, laat het een keer tot je komen met bovenstaande informatie en hoor wat hij ons te vertellen heeft.

De impact van gehoor op een mens, maar nog meer de liefde voor muziek die met onze oren te horen is.

Literatuur en bronnen:

Arnold WN, The illness of Vincent van Gogh, Journal of the History of the Neurosciences 2004, Vol. 13, No.1, pp22-43

Arenberg IK, Countryman LF, Bernstein LH, Shambaugh GE, Van Gogh had Ménière’s disease and not epilepsy. JAMA. 1990, Vol. 264, pp491–3

Shearer PD, The deafness of Beethoven: an audiologic and medical overview, Am J Otol. 1990 Sep, Vol. 11(5), pp370-4

Stevens MH, Jacobsen T, Crofts AK, Lead and the deafness of Ludwig van Beethoven, Laryngoscope, 2013 Nov, Vol. 123(11), pp2854-8

Van Gogh museum Amsterdam, tentoonstelling Munch : Van Gogh, 25 september 2015 – 17 januari 2016

1889 – Het eerste internationale psychologiecongres vindt plaats in Parijs.

1889 – Het eerste Franse onderzoekscentrum voor psychologie wordt geopend aan de Sorbonne.

Jheronimus Bosch

Francisco de Goya

Vincent van Gogh

Ludwig van Beethoven

Vaststelling van een otosclerose werd aanvankelijk beschreven door Valsalva in 1704 tijdens een autopsie van een dove patiënt. Joseph Toynbee koppelde otosclerose aan gehoorverlies in 1857. In 1890 was Katz eerst in het vinden van otosclerose bewijs microscopische dat fixatie van de stijgbeugel veroorzaakt. In 1893 beschreef Politzer de otosclerose als klinisch organisatie en beschreef zijn pathologische kenmerken in het lijk. De oudste meldingen van verbetering van het gehoor bij patiënten met otosclerose waren anekdotische gevallen van patiënten met hoofdletsel had, met de daaropvolgende verbetering van het gehoor. Kessel beschreven geval in 1878 bij het beschrijven van de temporale bot van een patiënt die na het vallen van de wagen zijn gehoor verbeterd vinden dat het een breuk in de storm. Holmgren in 1923 behandelde patiënten met otosclerose creëren van één Fenestra in de horizontale kanaal en bedekken met mucoperiosteum. Chirurgie van Fenestra van het horizontale kanaal werd gepopulariseerd door Lempert in 1940 en later verfijnd door anderen, waaronder John House.

Ondanks de aanvaarding van de techniek van Fenestra, zelden was ze succesvol om de kloof van bot-lucht gehoor helemaal dicht, en had een 2% hoger risico op het veroorzaken van ernstig perceptief gehoorverlies. In 1950 voorgesteld Samuel Rosen de mobilisatie van de stijgbeugel, die het voordeel van het genereren van onmiddellijke verbetering in het gehoor had en volledig sluiten van de kloof in de meeste patiënten, vervolgens detecteren dat de vaststelling van de steun wordt weer opgewekt in alle gevallen. In 1956 maakte John Shea de eerste stapedectomie, die de ovale venster met een ader graft en het gebruik van een nylon kunstmatige stijgbeugel om het ovale venster aambeeld.

Siebenmann in 1912 bedacht de term die verwijst naar de labyrintische otosclerose otosclerose foei dat de otic capsule van het slakkenhuis en het labyrint gehuld. Hij stelde dat de labyrintische otoeslcerosis kan resulteren in perceptief gehoorverlies.

http://sieplex.com/author/bauke-dievoet

Spreker gezocht?

Twee weken geleden stond ik in het Spant! Bussum, het hele theater vol met collega’s uit het land, een boeiende lezing te geven over psychoakoestiek.

Voor mij persoonlijk was dit publieke optreden de laatste trede die ik nog te nemen had in mijn hele traject in het “overwinnen” van mijn spreekangst.

Een traject van vele jaren trainingen, cursussen, oefenen en “het gewoon doen”. Met kleine stappen steeds meer vooruitkomen. Om dan nu daar in het mooie theater in Bussum, het podium te nemen en het publiek een cadeau te geven. Want dat is wat je doet in public speaking. De kennis die je de ander geeft is als een cadeautje dat je weggeeft.

En het is zo leuk om cadeau’s te geven en te zien hoe iemand daar blij van wordt.

Daarom zou ik dit nu vaker willen, het spreken in het openbaar. Storytelling.

Meerdere onderwerpen die ik als thema voor een lezing kan geven:

1. Mijn vak audiologie, met name de psychoakoestiek. Wat doet iemand met geluid? Hoe werkt ons hoorsysteem? Waarom hoort de één Laurel en de ander Yanny? Wat gebeurt er in dat brein? Van het bewegen van het trommelvlies tot aan de auditieve cortex uitgelegd aan de hand van optische illusies, auditieve illusies die vaak nog zo onbekend zijn. Een leerzame lezing over het horen.

2. Mijn carrière als professioneel kunstenaar. Een inspirerend verhaal waarin als rode draad door dat verhaal uiteindelijk de twee beroepen audioloog en beeldend kunstenaar elkaar weten te vinden.

Art meets Science.

Mijn reis naar Californië. Het kunstproject in het museum of the living artist. De plek waar het kunstenaar durven zijn geboren wordt. Het park waarin dat museum te vinden was, Balboa Park. Waar ik zelfs de foto van mij, ooit gemaakt door mijn broer Jean, terugzag in het museum of Science. Ik als fysicus daar op de foto bij een opstelling over DNA te zien, met als boventitel; the doctor of the future.

3. Mijn traject welk ik gegaan ben om mijn spreekangst te overwinnen. Ik kan nu gewoon voor een hele grote zaal staan vol met kritische collega’s en mijn verhaal vertellen, zonder rood te worden, zonder de brok in mijn keel die spreken onmogelijk maakte.

Van een sociale fobie op mijn 18de tot nu professioneel spreker. Die reis, die persoonlijke reis die ik gemaakt heb, wil ik graag delen. Om mensen te inspireren en kracht te geven dat elke angst te overwinnen is. Het niet makkelijk zal zijn, maar wel mogelijk. Dat je daarbij het niet alleen hoeft te doen, maar jij het wel zelf moet doen. Zonder de bergen te beklimmen kun je de toppen niet halen. Zonder gidsen weet je de weg niet te vinden. Maar enkel al de weg die je gaat, die weg kan al heel bijzonder en mooi zijn. Het is niet enkel de moeite waard om het doel te bereiken. Het pad daarnaartoe kan zelfs nog mooier zijn. Dit is een heel persoonlijk verhaal, maar het heeft mij gemaakt wie ik nu ben. Ik had het daarom niet willen missen, zelfs niet die dalen waar ik doorheen moest gaan. Net die dalen hebben mij de lessen gebracht om te leren. Die lessen wil ik heel graag delen om vooral mensen die spreekangst hebben met dit verhaal de weg te wijzen die ze kunnen gaan om ook die berg te beklimmen, misschien via een makkelijker pad dan ik gegaan ben, maar om uiteindelijk wel op dezelfde top met dat prachtig uitzicht aan te komen.

Een inspirerend zeer persoonlijk verhaal.

4. En dan als laatste voorbeeld mijn twee passies; Kunst en tinnitus. Meerdere genieën uit de geschiedenis werden getergd door gehoorverlies en tinnitus. In de kunstwerken en muziekstukken zijn de sporen terug te vinden waar deze meesters mee te maken hadden. Vincent van Gogh die zijn oor afsnijdt. Beethoven die volledig doof werd en zijn eigen symfonieën niet meer kon horen. Munch met De Schreeuw.

De mens alleen al is een kunstwerk op zich.

Het verhaal van deze bijzonder mooie mensen vertelt vanuit de werken die zij maakte, de schilderijen waar je de strijd in ziet, het vechten tegen de tinnitus, het ernstige gehoorverlies. In een symfonie van Beethoven zelfs te horen. Hij wil het zo graag delen met de wereld. De impact die zijn verlies van het gehoor en de tinnitus heeft op zijn werk, zijn leven, zijn zijn. Een aangrijpend verhaal achter al deze kunstenaars.

Dit zijn verhalen die ik graag wil delen, mensen hiermee wil inspireren, anders te laten denken, anders te laten kijken. Naar hoe mooi de mens is. Wij als mensen hebben de mogelijkheid om over zaken na te denken, het met elkaar erover kunnen hebben, elkaar kunnen horen, maar nog beter elkaar verstaan. In al deze lezingen komt een aspect naar voren, waar je ook vandaan komt, welke achtergrond of nationaliteit, geloof, rang of stand je ook hebt, al dit speelt voor iedereen.

De mens op zich is al een kunstwerk.

Spreker gezocht voor een event, congres of college?

In een vrijblijvend gesprek kunnen we samen bekijken wat mogelijkheden zijn en wat er gewenst is qua tijd en inhoud van de lezing.

Voor meer informatie mail me:

info@dyonscheijen.nl

Fff appen met…

Een speciale editie van de digitale nieuwsbrief van Stichting Hoormij afdeling Maastricht e.o.Gepubliceerd in “De Oetbeller” nr. 58

Fff appen met….Dyon Scheijen

Oetbeller: Hoi Dyon! Onlangs heb je op twee bijeenkomsten van ons een bijdrage geleverd. Op onze jaarvergadering van 14 maart zagen we je voor het eerst en was je inspiratie je werk als kunstschilder. Een andere keer praatte je vanuit je professie als audioloog, bij de voorlichting over Ménière in het MUMC+ op 24 maart. Hoe vond je het eigenlijk om deze lezingen te geven?

Dyon: Ik vond het erg leuk om aan deze bijeenkomsten mee te werken, vooral 14 maart was een heel bijzondere avond voor mij.

O: Wat maakte deze avond zo bijzonder behalve de leuke mensen van onze afdeling? 😉

D: Sowieso ken ik Sjef al langer omdat hij audicien is en ik audioloog. Hoe leuk is het om vanuit die vakgebieden met zintuigen bezig te kunnen zijn?! Bijzonder was ook dat deze lezing precies in de week van de TEFAF viel en ik hem in hartje Maastricht kon houden. Maar het meest speciale was toch wel het feit dat het de eerste keer was dat ik deze lezing “Art meets Science” gaf. In deze lezing komen mijn beroepen (kunstenaar en audioloog red.) én zintuigen samen. De lezing “Art meets Science” gaat over mijn ontwikkeling als professioneel kunstenaar en over hoe mijn beide beroepen “elkaar ontmoeten.” Tot nu toe kenden mensen mij óf als klinisch fysicus / audioloog van Adelante of als de kunstenaar achter Dyon Scheijen Art. In de lezing van 14 maart bracht ik voor het eerst deze twee entiteiten van mij samen voor een groter publiek. “Art meets Science” is een lezing over de bijzondere reis die ik gemaakt heb. Het gaat om mijn persoonlijke reis, namelijk mijn ontwikkeling tot kunstenaar. Maar ook de reis naar San Diego in de Verenigde Staten die voor mij heel veel betekend heeft, komt aan bod. Art meeting Science loopt als een rode draad door mijn verhaal. Zo werk ik op het moment aan een kunstwerk waarin ik akoestische elementen gebruik als doek voor dit kunstwerk. Het was erg bijzonder om hierover zulke positieve reacties te krijgen uit jullie publiek. Jullie herkenden je in mijn anekdote over mijn patiënten die wonen in grote, moderne appartementen. Zonder gordijnen, zonder vloerbedekking. Ruimtes met een slechte akoestiek dus, met veel echo. Er zijn best wat mensen die in dat soort omgevingen behoorlijk last hebben van een verminderd spraakverstaan. Hoe mooi was het dat een meneer in de zaal het nu pas volledig kon verklaren dat hij bij de ene zoon, die een moderne inrichting heeft, de familie minder goed kon verstaan dan bij de andere zoon die een oud Engelse inrichting heeft. Dat onderstreept mijn hypothese dat ik met mijn grote kunstwerken, van 2 bij soms wel 3 meter breed als akoestisch element in een woonkamer, de akoestiek kan verbeteren. Ik hoop dit binnenkort te onderzoeken met een meting. Ik heb ook al nieuwe verzoeken gehad om deze lezing nog eens te geven. Hoe leuk is dat!

O: Mooi verhaal Dyon! Nog een laatste vraag voor je. De afdeling zal later dit jaar een bezoek brengen aan jouw atelier. Wat kunnen we daarvan verwachten?

D: Ik zal dan mijn techniek van schilderen laten zien en verder een groot aantal van mijn werken. Je kunt dit bezoek zien als een logische vervolgstap op de lezing van 14 maart. Eerst hebben jullie mij horen vertellen over mijn werk, nu kunnen jullie het zelf zien en ervaren.

O: Dank voor dit App-interview Dyon! Als je meer wilt zien over Dyon zijn werk, kijk dan eens naar dit You Tube-filmpje: https://youtu.be/DVtSMPiwkVk, je kunt in YouTube ook gewoon Dyon Scheijen in de zoekbalk tikken en dan zie je al zijn filmpjes op een rij staan. Kijk ook op de website van Dyon: www.dyonscheijen.nl.

De bestuursleden van Stichting Hoormij Maastricht e.o. zijn:
Sjef Streukens, voorzitter en schrijver / samensteller van ‘de Oetbeller’
Koos Vaes, secretaris
Marinka Tomić, penningmeester en samensteller digitale nieuwsbrief
Hans Ader, bestuurslid en sociale media van afd. Maastricht e.o.
Harm Blondeau, bestuurslid

Interesse in een hardcopy van deze speciale editie van “De Oetbeller” mail dan naar: maastricht@stichtinghoormij.nl

Interesse in de lezing of heb jij een tip waar ik de lezing Art meets Science kan geven, laat van je horen!;)

Met enorm veel plezier wil ik het verhaal met een groter publiek delen.

De kracht zit in de Mens zelf.

De kracht zit in de Mens zelf.

Sinds 2002 ben ik als klinisch fysicus-audioloog werkzaam bij Adelante communicatie & audiologie, daarbij zie ik veel patiënten en in de gesprekken die ik vanuit dit werk heb, zie ik dat de mens in het algemeen, gewoon vanuit de basis, GOED is!

Ik geloof in het goede van de mens en in de kracht van de mens zelf.

Ik zal proberen uit te leggen waarom.

Afgelopen jaren heb ik mij samen met een heel team aan enthousiaste collega’s gespecialiseerd in de behandeling van tinnitus, ook wel oorsuizen genoemd. Een zeer complex probleem waarvoor we vanuit ons audiologisch centrum een gespecialiseerde interdisciplinaire aanpak hebben ontwikkeld. Een aanpak die zeer uniek en effectief is. Wetenschappelijk getoetst. Wereldwijd bekend. Maar daar gaat het hier nu niet over.

Ik wil het hebben over iets heel anders dat ik uit dit fantastische werk haal.

Als audioloog heb ik in het begin van dit uitgebreide programma een gesprek van 1 uur met de cliënt. Een gesprek waarin ik uitleg geef over het gehoor, over hoe ons oor werkt, hoe ons auditief systeem werkt, het neurale netwerk, de hersenen, wat wij als mens sowieso met geluiden doen. Van de oorschelp tot aan de auditieve cortex. Dit alles moet ik zo uitleggen dat de cliënt het begrijpt. Als het moet in Jip&Janneke taal.
Dat kost tijd en inlevingsvermogen.
In dit interactief gesprek is het ook van belang om vanuit de optiek van de cliënt te werken, vanuit de wereld van de mens welke voor me zit, om al die informatie in de uitleg mee te nemen, zeg maar het leven waar de cliënt in verkeert te gebruiken in de uitleg. Het is niet enkel een verhaal dat ik vertel, het is een verhaal dat afhankelijk is van ervaringen, werkzaamheden, studies, relaties, stress, spanningen, waar cliënt allemaal mee te maken heeft. Dus ik verneem veel van de cliënt en die informatie is weer nodig om in het gesprek mee te nemen.

Vandaar dat ik de “mooiste” verhalen hoor van en over het leven. Dat ik de kracht in mensen zie, ondanks alles wat ze hebben meegemaakt. Levenswijsheden ontdek in die gesprekken.

Mensen zoals jij en ik, die het veel slechter hebben getroffen dan wie ook, maar ondanks vele tegenslagen kracht vinden om door te gaan en er weer bovenop komen.
Ik af en toe echt geraakt wordt met wat ik hoor en zie. Ik mijn tranen moet inhouden, me sterk moet houden bij het verhaal dat ik hoor. Niet enkel uit verdriet, maar gelukkig zelfs vaak genoeg ook uit vreugde, vreugde om te zien dat wij, met ons hele team, de mensen met deze ernstige klachten, mensen die echt in de ellende zitten, mensen die aan het einde van hun latijn zijn, dat we deze mensen kunnen helpen. Om vanuit hun eigen krachten er weer bovenop te komen.

Verwonderd zijn de mensen van wat ze van ons mogen en kunnen verwachten. En waar de meeste mensen echt door geraakt worden is enkel maar één ding;
Dat wij de tijd nemen om te luisteren, actief te luisteren! Laten zien dat je elkaar begrijpt en met het gezegde ook daadwerkelijk iets doet. Gehoord worden!

Ik zie zo veel mensen waar ik zulke mooie gesprekken mee heb. Die gesprekken zou ik dolgraag willen delen. Uiteraard met respect naar privacy van de patiënt is het voldoende om enkel de rode lijnen aan te geven. De essentiële informatie waar het in dit verhaal om gaat; de goedheid in de mens.
Het vertrouwen in de mensheid!

Omdat het voor mij, maar ik denk ook voor vele anderen, een inspiratie kan zijn voor een manier van leven. Net nu in deze tijd waarin we leven. Wat is nu echt belangrijk in dit leven?

Inspiratie kan zijn om kleur te geven aan jouw eigen leven, voor mij persoonlijk is “kleur geven” uiteraard letterlijk en figuurlijk! Om vanuit de gesprekken die ik heb ook mijn eigen leven hiermee vorm te geven, maar ook kleur, vorm, lijnen die ik in mijn kunstwerken gebruik komen uit mijn eigen gevoel dat ik hoe ook over houd aan deze gesprekken. In een abstracte manier, maar wel intens en met veel respect voor de mens achter het verhaal, respect voor het leven.

Een aantal kunstwerken van mij hangen ook in ons audiologisch centrum. Een collega psycholoog stond er een keer samen met mij naar te kijken, zij vroeg mij wat die strepen in de doeken betekenen, want zij zag daar “pijn” in, net alsof het scheuren zijn in het doek, alsof ze stuk zijn, gewond zijn. Hoe mooi is dat, de doeken zien als iets levends.
Ik heb ze zelf niet met die intentie gemaakt, de strepen, maar het is wel een signatuur van mij. Ik leg er zelfs vaak een gouden rand overheen. Misschien is dat wat in het leven ook gebeurt, de pijn, de ervaringen die iedereen meedraagt in zijn of haar leven. Voor degene die goed kijkt, zichtbaar zijn, maar hij die met één vlugge blik kijkt, het amper ziet.

Het groter geheel geeft kleur, is prachtig, is een mooi mens. Maar degene die echt kijkt ziet diepgang, komt erachter wat er nog meer is, waarom iemand is zoals die is.

Vandaar dat ik met degene die echt wil kijken en die diepgang in het leven wil zien, de verhalen wil delen. Die kracht die in ons allen zit wil tonen, door af en toe goed te kijken.

“Vaarwel, zei de vos. Kijk, dit is mijn geheim, het is heel eenvoudig: Alleen met het hart krijg je kijk op iemand. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar.
Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar, herhaalde de kleine prins, om het goed te onthouden.
De mensen hebben dit vergeten, zei de vos. Maar jij moet het niet vergeten. Jij blijft altijd verantwoordelijk voor wat je tam hebt gemaakt.”

Een fragment uit De kleine prins, een prachtig kinderboek, een boek dat eigenlijk verplichte literatuur zou moeten zijn voor ook elke volwassenen, voor een zondagmiddag te lezen zo dun is het, maar met zo veel wijsheden.

Wordt vervolgd.