De eerste dag van het World Congress of Audiology is aangebroken, en wat een evenement!
De locatie is indrukwekkend, maar met meer dan 2000 deelnemers uit 101 verschillende landen is het soms lastig om een plekje te vinden in de overvolle zalen.
Maar ik laat me niet ontmoedigen; het geeft me juist de kans om collega’s te spreken en interessante gesprekken te hebben. Zo kwam ik in gesprek met mijn zeer gewaardeerde collega Pim van Dijk. Één van de hoogleraren audiologie Nederland. Werkzaam aan wetenschappelijk onderzoek tinnitus UMC Groningen. Zijn enthousiasme en passie voor de audiologie deel ik uiteraard.
We doken meteen in een fascinerend gesprek over auditieve filters, de amygdala en het limbisch systeem.
De huidige onderzoeken naar implantaten op hersenstamniveau lijken veelbelovend en bieden nieuwe inzichten in de werking van het brein, met name bij eenzijdig dove patiënten. Of het nu gaat om aangeboren doofheid of verworven gehoorverlies, de gevolgen zijn vaak ingrijpend voor zowel het gehoor als de ervaring van tinnitus.
Pim en ik wisselden ideeën uit over hoe we de complexe netwerken in het brein beter kunnen begrijpen. Hij benadrukte dat er nog zoveel verbindingen te ontdekken zijn. Het begrijpen van hoe alles in elkaar grijpt is een enorme uitdaging. Maar juist deze complexiteit maakt het werk zo boeiend en belangrijk. We staan pas aan het begin van een lange weg.
Laagfrequent geluid: Een groeiend probleem
Tijdens ons gesprek kwam ik ook op een patiëntengroep die ik zie als een opkomend maatschappelijk probleem: mensen die last hebben van laagfrequent geluid (LFG). Deze vorm van hinder is bijzonder omdat het vaak niet van buitenaf komt, maar door het lichaam zelf wordt gegenereerd. Toch zijn patiënten vaak zo overtuigd van een externe bron dat het de behandeling bemoeilijkt.
Een casus die me recent bezighield, was een oudere dame van boven de 80. Ze was ervan overtuigd dat haar buurvrouw ’s nachts een bonkend geluid veroorzaakte dat ze alleen in haar rechteroor kon horen. Overdag had ze er minder last van, maar ’s nachts hield het haar uit haar slaap. Onderzoeken door de GGD en de omgevingsdienst Zuid-Limburg hadden echter geen externe geluidsbron aangetoond. Alles wees erop dat ze mogelijk leed aan laagfrequente tinnitus.
Om haar te helpen begrijpen dat het geluid waarschijnlijk van binnen kwam, nam ik haar en haar echtgenoot mee naar een van onze geluidsdichte audiocabines. Daar, in complete stilte, hoorde ze nog steeds het geluid aan haar rechterkant. Zelfs toen we 180 graden draaiden, bleef het geluid rechts. Hoewel dit een sterk bewijs was dat het geluid uit haar eigen systeem kwam, kon ze dat moeilijk accepteren. Haar man begreep het gelukkig wel en had vertrouwen in de behandeling, maar bij haar zelf bleef de overtuiging dat het extern was, hardnekkig bestaan.
Wetenschap en kliniek hand in hand
Terug in het gesprek met Pim vertelde ik hem hoe complex deze gevallen kunnen zijn, niet alleen vanwege de neurologische aspecten, maar ook door de psychologische componenten. Gedachten, overtuigingen en de steun van naasten spelen allemaal een rol in hoe iemand een auditief probleem ervaart. De echtgenoot van de oudere dame was bijvoorbeeld volledig overtuigd door mijn uitleg, maar ik zag ook zijn frustratie en uitputting. Het is zwaar om elke nacht te zien hoeveel zijn vrouw lijdt.
Pim luisterde aandachtig terwijl ik uitlegde hoe klinisch werk en wetenschappelijk onderzoek met elkaar verweven zijn. We kunnen niet zonder elkaar; alleen door samenwerking kunnen we nieuwe inzichten krijgen en effectievere behandelingen ontwikkelen.
Audiologie en Kunst een prachtige verbinding
Aan het einde van ons gesprek verraste Pim me met een interessante vraag: hoe zou ik het vinden om in een project waar hij was gevraagd een brug te slaan tussen audiologie en kunst? Of ik hier mijn steentje aan kon bijdragen?
Met een enorme smile op beider gezichten was het antwoord eigenlijk al te lezen. Die passie, die liefde in dit vak, maakt de verbinding in wat we als collega’s al hebben. Dit gesprek kon omdat we elkaar konden horen, zelfs met al dat geroezemoes op de achtergrond. Hierin kwam de audiologie, de basis van dit vak heel sterk terug.
En Kunst is bij uitstek een wereld waar het verhaal we elkaar te vertellen hebben de basis is waardoor er een waarde aan een object gegeven kan worden. Zo kan een klein vaasje van meer dan duizend jaar voor Christus een enorme waarde hebben en een Eifeltorentje als souveniertje uit Parijs net een Euro kosten. Maar stel dat datzelfde Eifeltorentje in handen was geweest van zeg, Celine Dion, bij de opening laatst van de Olympische Spelen, dan denk ik dat het meer waard zou zijn geweest. Het verhaal we er bij te vertellen hebben geeft de waarde aan het object.
Ditzelfde principe geldt voor ons werk. Wat wij als audiologen doen, is niet alleen gebaseerd op wetenschap en technologie, maar ook op het verhaal dat we horen en begrijpen van onze patiënten. Het verhaal achter hun klachten is wat ons in staat stelt hen effectief te helpen. Dit gesprek over kunst en verhalen bracht ons terug naar de kern van audiologie: het vermogen om te luisteren en betekenis te geven aan wat we horen.
Met een glimlach op onze gezichten sloten we het gesprek af. We wisten allebei dat er nog zoveel te ontdekken valt, maar dit soort gesprekken en inzichten zijn wat dit vak zo waardevol maakt. Ik verheug me op meer van dit soort gesprekken de komende dagen op dit congres. Daar leer ik het meeste van.