Mag je als professional in de zorg een traantje wegpinken?

Patiënt zit tegenover me en heeft zijn oren gespitst. Zoals bij vele anderen begint langzaamaan het hele verhaal duidelijker te worden. Van oorschelp, gehoorgang, trommelvlies, gehoorbeentjes, slakkenhuis naar auditieve cortex. Van auditieve filters, betekenis geven aan, naar het lymbisch systeem. De emoties, eigen gedachten en gevoelens.

En die laatste gaat verduidelijkt worden met “Het glas”.

“Het glas” is vrijwel steeds het moment in het gesprek waarop het allemaal voor patiënt zo helder wordt. Het bijna letterlijk voor ogen op tafel ligt.

Dit is het moment waar ik zie hoeveel pijn en verdriet, vechten en onbegrip dit alles soms wel al jaren gegeven heeft.

Ik op dat moment zie dat het allemaal nu eindelijk zo duidelijk wordt waar de pijn zit en waar wél nog aan gewerkt kan gaan worden.

Te vaak gezegd is “Er is niks aan te doen”. Dat zelfs een soort van mantra geworden is: Er is niks aan te doen.

Er is nog zo veel te doen, maar niet hoe het tot nog toe geprobeerd werd. Er zijn andere knoppen om aan te gaan draaien.

Moeilijk, maar mogelijk.

Alle emoties komen op dat moment bij elkaar, alles tot nog toe, maar eveneens de emoties die horen bij blijdschap, zicht op herstel, mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Weer zicht op de toekomst, weer kunnen zijn om te mogen zijn.

Ogen zeggen meer dan woorden. De stilte die valt spreekt boekdelen. De kracht zit in het even laten zijn. Toelaten. Het mag.

Dat moment waarop ik zie dat het kwartje valt, de opening wordt gezien naar beter. Dat vertrouwen te hebben dat alles goed komt. De dankbaarheid die zelfs vaak letterlijk wordt uitgesproken met “Ben ik blij dat ik hiernaar toe ben gekomen”. En dan nog dikke tranen erbij, dan breek ook ik vaak innerlijk.

Vecht ik om niet in tranen uit te barsten. Want hoe mooi is het om enkel vanuit uitleg, een gesprek dat inzicht te kunnen geven. Te weten dat dit echt zo is. Het gunnen van geluk aan die ander daadwerkelijk kan. Alleen al zien dat de ander het ziet dat het mogelijk is. Dat geluk ik dan voel is met geen pen te beschrijven.

Al die emoties die er dan zijn, gevoeld worden diep binnen. Verhalen die me raken, als mens. Als professional ik alle mogelijke stappen die we kunnen inzetten voor me zie.

Ik de stilte even gebruik om zelf kracht te vinden om die vervolgstappen helder te maken en concreet te gaan plannen.

Soms, heel soms zullen zeker die tranen zichtbaar zijn. Schaam ik me diep dat ik die emotie niet de baas ben, maar weet ik ook dat dat weer mijn eigen gedachten zijn. Want begrip of herkenning zit niet enkel in woorden.

Daarom ben ik van mening dat het menselijke aspect van emoties in welke vorm ook professioneel getoond mag worden. Sterker nog, genoeg momenten waarop ik dat kenbaar maak dat het mij raakt in wat ik zie en wat ik hoor. Dat ik aangeef mijn tranen ook niet tegen te kunnen houden. In de meeste gevallen gaat de traan dan over in het samen delen van een lach.

Een lach met een traan. En die, die, die zijn het mooiste.

Het leven is een feest.

“Als hij kon toveren kwam alles voor elkaar.
Als hij kon toveren was niemand de sigaar.
Als hij kon toveren, kon toveren, kon toveren, kon toveren. Dan hielden alle mensen van elkaar.
Ieder huis had honderd kamers, in elke kamer stond TV.
En zijn ouders bleven eeuwig leven en hij leefde met ze mee.”

Één van die prachtige nummer van Herman van Veen.

Gisteren mijn 53ste verjaardag, de teller loopt al aardig op. Thuis met m’n lief, Hafida Chanou, is het een traditie dat er slingers worden opgehangen en ontbeten wordt met taart!

Een groot cadeau, een wens die ik afgelopen jaar ergens zo tussendoor kenbaar werd gemaakt, een grote verrassing wordt dat daar nog aan gedacht is.

Maar een groot cadeau was zeker ook dat m’n ouders nog beide er bij konden zijn, bij het dinertje we hadden. Zij beiden er nog gezellig bij konden zitten. Alsof het voor altijd zo zou zijn en zal kunnen zijn.

Maar wat zo vanzelfsprekend is, is dat zeker niet.

Dus elk jaar weer met wat meer op die teller koester ik nog meer het grootste geschenk mij gegeven is.

M’n pa (76) laat trots zijn mobiel zien met als schermafbeelding een prachtige foto van hun beide. Zestig jaar geleden als verliefd stel op vakantie. Zo verliefd als toen, zijn die twee nog steeds.

“En zijn ouders bleven eeuwig leven en hij leefde met ze mee.”

Ik vraag een digitale kopie die ik later die avond van m’n pa gestuurd krijg.

Deze wil ik vanuit de mail kopiëren in m’n fotomap en zie hoe m’n nieuwe iPhone dat verliefde stelletje er uitsnijdt en ik enkel beide zo op een nieuw blad kan plakken.

Als grapje maak ik er een nieuwe collage van en stuur die m’n pa nog toe.

Een glimlach tover ik op beider gezichten.

Als ik kon toveren hielden alle mensen van elkaar.

De grootste cadeaus van het leven, zijn onbetaalbaar. Niet in geld uit te drukken. Maar liggen af en toe gewoon aan je voeten voor het oprapen.

Het leven is een feest, maar je zult zelf de slingers moeten ophangen. En zij die slingers voor jou ophangen, die lieve mensen moet je liefhebben en als het meest waardevolle geschenk koesteren.

Die momenten zijn goud waard op het moment je er heel erg bewust van wordt.

Dus hoe eerder je dat geheim ontdekt, hoe meer van die immense cadeaus het leven je geeft.

Koester die mensen die je lief hebben en vice versa.

“Een kwestie van beleving”

Dit artikel in de nieuwste editie van Earline Magazine heb ik drie keer moeten lezen om het te begrijpen, maar wat een belangrijke boodschap Olav Wagenaar hier geeft.

De essentie van alle klachten, tinnitus, hyperacusis, misofonie, laag frequent geluid hinder en wellicht zelfs last van het snurken van je partner zit in de belevenis die je er aan geeft?!

Dat klinkt bizar en degene die last heeft van een geluid heeft uiteraard de neiging om de makkelijkste oplossing te kiezen; het wegnemen van die geluidsbron.

Want ligt de oplossing voor het last hebben van een geluid, welk eender ook, in de belevenis die er aan gegeven wordt?

De label die we er helemaal in het begin of wellicht zelfs later aan geven is bepalend in hoe we er op gaan reageren?

Maar vanuit de praktijk weten we dat in al die gehoorklachten als boven aangegeven het wegnemen van de bron echt niet de makkelijkste oplossing is. Sterker nog op de lange termijn klachten erger maakt.

Die labelling die aan een geluid geplakt wordt die kunnen we veranderen met cognitieve gedragstherapie, met exposure-technieken.

Het vrees- vermijdingsmodel (Vlaeyen, Cima), laat heel mooi zien dat beide de sleutel zijn voor herstel.

Voorbeeld: Op m’n spreekkamer heb ik een krakende tafel staan, eentje als ik er op druk dan kraakt en piept die aan alle kanten. Fantastisch om als uitleg in dit hele verhaal te gebruiken. Dus voor mij een positieve betekenis zelfs. Enkel als ik patiënten demonstreer dat de tafel best luid geluid maakt hoor ik het bewust, de rest van de dag, als ik er zit te werken helemaal niet. Het krakend geluid komt wel binnen, zal zeker ook m’n auditieve cortex activeren, maar m’n auditieve filters en m’n brein weten dat dit geluid er gewoon thuis hoort! Er thuis hoort!

Pas als ik aan het werk ben en de tafel kraakt en piept, mij niet opvalt, maar de tafel die verder achter mij staat exact hetzelfde geluid begint te maken, kraken en piepen zonder dat ik er aan zit. Mijn brein in milliseconden weet dat ik daar niet zit en dat geluid vreemd is, pas dan valt mij dat geluid wel op, draai ik me om en wil weten waar het geluid vandaan komt, hoe het kan. Ik kijk en zie de collega zitten die deze dag meekijkt en ik even helemaal vergeten was. Check, geluid is normaal voor die situatie.

Best een luid geluid en ook niet continu.

Ander voorbeeld: in mijn studietijd woonde ik in een appartement in Aken. Achter het huis langs liep een spoorweg waar zelfs ook ‘s nachts van die grote lange goederentreinen langsreden. In het begin een hels kabaal. Na aantal weken was het geluid normaal voor die omgeving, hoorde er gewoon bij. Jaren gewoond, geen last van gehad.

Emoties spelen in deze een grote rol, denken, voelen, doen. Je gedachte geven aan iets een bepaald gevoel, met een actie tot gevolg.

En in die driehoek groeit die labelling aan geluid.

Maar het is nog complexer dan dat, want emoties en gedachten met acties tot gevolg worden ook bepaald hoe je je in het algemeen al voelt.

Dus een stressvolle dag op het werk, kinderen die je wakker houden uit je slaap, buren die niet fijn zijn in contact, een hond die laat in de avond blaft, maar ook de periode van belastingaangifte die weer ingevuld moet worden en je daar echt geen zin in hebt, al dat kan al jouw hele systeem in een soort van paraatheid zetten. Dan hoeft er maar nog één geluid te zijn dat irriteert en de eerste label is gelegd.

Dus de situatie waar je al in zit, los van het geluid kan je wel al gevoeliger maken om het geluid als negatief te zien. Zelfs de neiging om alles onder controle te hebben kan indirect de betekenis eraan veranderen. Want de gedachte dat je dit niet onder controle kan hebben, omdat het geluid door iets of iemand anders komt maakt al dat je in de irritatie terecht komt. Terwijl die controle vanuit jezelf er wel kan zijn, maar niet bij de geluidsbron zelf, maar wel in die filtering van het geluid zelf, de betekenis die je er aan geeft.

En als die betekenis eenmaal al negatief is en de neiging er enkel is dat die geluidsbron weg moet, dan komen we al snel in de linker vicieuze cirkel van het vrees- vermijdingsmodel.

Dé oplossing ligt in het accepteren dat het geluid er is, waarbij accepteren meer is dan zich er bij neerleggen, want dat zou in gedachte weer een negatieve label kunnen geven als: “Zie je nou, ik moet me maar weer aanpassen, terwijl het makkelijkste is dat het geluid er gewoon niet is.” Waarbij de oplossing voor de langere termijn is: die rechter kant: acceptatie, weten dat het geluid er kan zijn, het vertrouwen hebben dat ook die kant de oplossing kan zijn. Met dus de bereidheid om die weg te gaan. Je als het ware over te geven aan dat geluid, toe te laten. Het geluid mag er gaan zijn, hoort er zelfs bij. Die laatste is wat we willen bereiken, maar is het moeilijkste.

En dat proces, kan enkel plaatsvinden als het systeem het geluid ook elke keer weer hoort. De exposure. Het moment dat het kan gebeuren. Het geluid er is en het systeem het steeds meer gaat toelaten en in de gewenning komt.

Hier gebruik ik het horloge om te laten ervaren dat dit in ons brein kan, aanpassen aan een nieuwe prikkel.

De meeste mensen hebben een horloge om. Aan de pols die elke dag weer gebruikt wordt om de horloge te dragen. Oefening is nu om die horloge aan de ander pols te gaan gebruiken. Dat zal in het begin wennen zijn, maar na enkele weken gaat die kant er ook normaal zijn. En ook die kant zal dan langzaam aan steeds minder aandacht krijgen.

Deze oefening heb ik zelf al eens gedaan, pas toen werd mij duidelijk hoe moeilijk dit is! Zelfs de horloge waar niet die betekenis aan vast zit dat die me uit de slaap houdt, dat het niet goed voor me is, de wens dat die weg moet zijn, al die labels zijn er niet en ook dan al is het moeilijk om in die gewenning te komen, laat staan dat dat er dus allemaal nog eens bijkomt.

Maar het is mogelijk ook dan dat te kunnen toelaten. Moeilijk maar mogelijk.

En daar is vaak dan hulp bij nodig. Stap voor stap. Met vallen en weet opstaan, net als in de revalidatie maar dan deze keer niet letterlijk maar figuurlijk.

Het is mogelijk en met hulp van professionals maakt het jezelf makkelijker.

Stap voor stap krijgen we ook steeds meer tools en delen we kennis en kunde om deze gespecialiseerde zorg steeds beter te maken.

Zelfs dit boeiende artikel in Earline heeft mij weer nog meer kennis gegeven om kennis die nodig is te kunnen delen.

In de hoop dat jij hier ook weer iets nieuws hebt geleerd om toe te passen dit blog.