Pinksteren. Rood, vuur, passie en geest.

Rood, in vuur en vlam zijn, in de naam van de geest, een nieuw begin, kracht, het onmogelijke mogelijk maken, wonderen, het goede in de mens naar boven brengen, geloof, liefde, samen, samen sterk zijn, Zijn.

En het bleef niet alleen bij deze woorden. Een bijzondere dag. Pinksterzondag.

Traditiegetrouw gisteren op Pinksterzondag naar de kerk gegaan. De protestantse Kloosterkerk. Ik heb er sinds 2014 een traditie van gemaakt. Elk jaar met Pinksteren toch even naar deze wonderbaarlijke plek, hartje Valkenburg.

Al weer 3 jaar geleden dat ik er mijn steentje mocht bijdragen aan het kunstproject Kunst in Kerk. Een heel bijzonder kunstproject, in samenwerking met dominee Harrie de Reus.
Een project waarbij voor mij de kleur rood centraal moest staan en dit tweeluik op de meest centrale plek in de kerk voor altijd zichtbaar moest zijn.

En zoals op de tafel te zien is, enkel op Pinksterzondag is de kleur in de kerk, zowel katholiek, als protestant, rood gekleurd. Enkel en alleen rood gekleurd op Pinksterzondag.

Maar het rode tweeluik past ook bij het Pinksterfeest en nog meer bij de Pinkstergedachte. Het werk is abstract, mijn intentie was om er niets mee te zeggen. Geen stil leven of een landschap, ik laat het aan de kijker zelf over welk verhaal of welke figuren hij er in ziet.
“Nietszeggend, maar toch heel veel.”

Want hij die dan goed kijkt, echt kijkt, ziet heel veel.

Wolkpartijen, de zon, kracht, licht, samenhorigheid, geloof, hoop en liefde, maar ook lijnen van pijn, verdriet, donkere vlekken.

Al dit is zo gegroeid, mensen die mij attent maakte op wat zij in het kunstwerk konden zien. Dat er een kruis in het werk te zien zou zijn, een kruis zoals bekend in de kerk.
Zo ook de zon die van rechtsboven naar beneden schijnt, een gouden gloed over het doek geeft.

Diepte in het doek te zien is, alsof je vanuit de hemel neerkijkt op wolken en een kijk op de wereld geven.

Zelfs Einstein die er in wordt gezien, als een lachend tevreden persoon in de toekomst kijkt.

Al dit kon ik al terugvinden in het kunstwerk.
Maar nu dan nog sterker, door de woorden die de dominee gebruikt.
Pinksteren. Rood. Vuur, passie en geest.
Waarbij al deze woorden, meer zijn dan enkel de letters die de woorden vormen. Met woorden trachtten we iets te beschrijven dat groter is, eigenlijk zelfs zo groots is dat het helemaal niet met een pen te beschrijven is. Maar omwille van onze geest om dit toch te delen, we proberen het essentiële in woorden uit te drukken.

“Alleen met je hart kun je goed zien. Het wezenlijke blijft voor je ogen onzichtbaar.”
Uit De kleine Prins, Antoine de saint Exupery. Zelfs kinderboeken proberen het wezenlijke zichtbaar te maken met behulp van woorden.

De woorden die de dominee spreekt geven nog meer kracht aan de Pinkstergedachte die net nu in deze tijd waarin wij leven zo belangrijk is.
Mag ik je meenemen in deze gedachte, want ik ben er vrijwel zeker van dat het delen van dit jouw kracht kan geven. Wat uiteindelijk ook de bedoeling is van dit bijzonder feest; Pinksteren.
De woorden van de dominee zijn zo passend bij dit alles, dat ik na de dienst naar haar toe ben gegaan en gevraagd heb of ik een kopie van de tekst mocht hebben. In een protestantse kerk is dit bijzonder makkelijk, omdat je na de dienst altijd nog even samen komt in een gedeelte van de kerk waar gezellig nog wat gedronken en gegeten wordt. Je vrienden, kennissen ontmoet en nog even een babbeltje maakt. Vandaar dat het zo makkelijk was om de tekst even te laten kopiëren, want digitaal was die niet, enkel op papier. En zo kreeg ik vijf A4, met de tekst. Het is veel tekst, maar net al deze woorden zijn nodig om de essentie van dit verhaal te begrijpen en vooral hét te zien.
Maar je zult straks na het lezen hopelijk begrijpen dat zelfs wij nu, in deze tijd, in staat zijn om het wonderbaarlijke te laten gebeuren. Kracht te vinden in elkaar en dat zelfs bijvoorbeeld het benefietconcert nu in Manchester, een bijdrage is aan iets groots waar wij allen, op ieder zijn eigen manier, deel van kan uitmaken.
Lees vooral de boodschap die gegeven wordt. Ik weet vrijwel zeker dat ook net nu in deze tijd woorden als God, Geest, kerk en godsdienst compleet verkeerde interpretaties geven. Eerder net nu gevoelens van geweld, indoctrinatie, macht, misbruik losmaken. Woorden die nu te vaak met vooral het negatieve worden geassocieerd. Terwijl als we vooral dat lezen wat wel van belang is en open staan voor de waardevolle boodschap die er mee gegeven wordt, dan zou deze wereld echt veel beter zijn. In de hoop dat je de tekst kunt lezen, zonder meteen een oordeel te geven en er het beste voor jou zelf uit te halen, hier de tekst van de dominee:

Wat altijd is geweest, het waaien van de geest, gebeurt aan ons vandaag.

Vandaag vieren we het feest van Pinksteren.

Een feest vol symboliek.

Het feest van de uitstorting van de Geest, over jong en oud, vrouwen en mannen, kinderen en grijsaards, over geschoolden en ongeschoolden, over mensen van alle rangen en standen verspreid over de wereld.

Een feest vol symboliek, want het gaat over geest, vuur, licht en levenden. Het gaat om ongrijpbare dingen, ondoorgrondelijke dingen, maar tegelijk zo heel konkreet.

Pinksteren, de Geest waait waarheen Zij wil.

Er gebeurt iets in en met mensen.

Pinksteren, de Geest wil mensen nieuw leven inblazen, de Geest wil verwarmen wat verkilt is, de Geest wil mensen laten herademen, opnieuw roepen tot leven. Pinksteren, het feest van de geboorte van de Kerk. Een veelbelovend begin van mensen van toen en nu? Pinksteren, ook een feest voor ons? Voor u? Voor mij?

Met Pinksteren bidden en zingen, roepen wij om Gods Geest, om levensadem, om geestkracht. Zonder adem kan een mens niet leven. Vaak staan we niet bij onze adem stil, pas als je je eens stevig verslikt, weet je wat ademtekort inhoud. En ook mensen die een ziekte hebben aan de luchtwegen weten soms heel goed wat ademnood is. En kennen we niet allemaal het gevoel van af en toe uitgeblust te zijn. Het gevoel dat de fut er uit is. Kennen we niet allen het gevoel van soms leeg te zijn, adem te kort te komen, verdoofd te zijn door emotionele en aangrijpende gebeurtenissen in ons leven. Hoe bekent is niet de uitdrukking: “Ik moet even bijkomen, even op adem komen.”

Pinksteren het feest van geestkracht, van levensadem. Veel mensen hebben moeite om zich bij Pinksteren iets voor te stellen. Het roept iets op van een vaag en abstract gebeuren.

Vera Huijgen schrijft: “Het is eigenlijk niet zo gek, dat het gros van het kerkvolk geen weg weet met het Pinksterfeest; heimelijk denk ik al jaren dat alleen Gods ingewijden, diegenen die zich tot Gods dwazen durven rekenen, feest kunnen vieren met Pinksteren….”

Om iets te kunnen begrijpen, om iets aan te kunnen voelen wat er met Pinksteren is gebeurd, moeten we misschien terug naar het begin, naar hoe het allemaal begonnen is met dat kerkvolk, met Gods dwazen. Het boek handelingen vertelt hierover.

Na Jezus’ dood zijn z’n leerlingen bij elkaar gekropen in afwachting van de dingen die komen gaan. Ze zijn bang, angstig en verward na de emotionele gebeurtenissen rondom de dood van Jezus. Ze schuilen bij elkaar om troost te vinden, om te praten over alles wat er de afgelopen tijd gebeurd is. Hun dromen en visioenen over een betere wereld waarin ze zo hadden geloofd, waarop ze zo hadden gehoopt, zijn in een klap vernietigd en weggevaagd. De toekomst lijkt hen duister nu Jezus niet meer leeft. Hoe moeten we zonder hem verder Kunnen ze dat wel? 

Zo zitten ze midden in een rouwproces, leeg en uitgeblust. Ze zullen opnieuw op adem moeten komen. Toch als ze na een tijd wat tot rust en verwerking zijn gekomen, komen er steeds meer herinneringen aan Jezus boven. Herinneringen over de dingen die hij vertelde, de dingen die hij deed. Dat hij wel sterven moest voor zijn idealen, maar dat zijn levensgeest nooit gedoofd zal kunnen worden. Ook niet door de dood. En heel langzaam breekt het besef door dat hoewel Jezus niet meer in levende lijve bij hen is, de Geest van zijn levenswerk blijft. En die geest zal blijven ook, als zij het levenswerk van Jezus voortzetten. Als hun leven een getuigenis is van de geestkracht van Jezus, van zijn levensadem. 

En dat besef, die omkeer in hun bewustzijn zet hen in vuur en vlam. En het geweldige tot op de dag van vandaag is, op het moment dat de mens zich openstelt voor diezelfde Geestkracht van God, er ook goddelijke levensadem in hem, in haar stroomt.

Als een mens zich werkelijk gegrepen weet, zich geïnspireerd voelt door Gods adem, zal die mens een nieuw begin gaan maken. Zal die mens dingen gaan doen, waartoe hij, waartoe zij zich vroeger niet toe in staat achtte. In staat om dingen te zeggen waardoor anderen in de ruimte komen te staan. Gedrag gaan vertonen waar anderen jaloers op worden, al zal het vaak uitgelegd worden met dwaas.

Maar het is goddelijke dwaasheid. Een spiegel die wordt voorgehouden. En zo kan de kerk opnieuw geboren worden, door Gods dwazen, door Gods ingewijden.

“Hierheen adem, steek mij aan. Stuur mij uit jouw verste verte licht”, vertaalde Huub Oosterhuis. 

Het kan dus, het boek Handelingen vertelt ons erover. Aangesproken worden door Gods Geestkracht, uit Gods’ levensadem leven. Wij mogen ons verwonderen over het feit dat deze Geestkracht steeds opnieuw mensen in beweging zet en gaande houdt, inspireert tot onvermoede dingen. Kijk maar om je heen en zie de voorbeelden van mensen in wie de Geest gewekt is. Mensen die volstromen met levensadem met levenskracht. Zo zie je dat het Pinkstergebeuren niet een éénmalig gebeuren was uit het verleden, maar iets dat altijd opnieuw gebeuren kan aan ieder van ons, nu, vandaag, morgen. Het gaat gepaard met een verantwoordelijkheidsgevoel waaraan we ons niet kunnen onttrekken, want, zodra je weet dat je deel hebt aan Gods geest, beschik je over adem om elkaar uit of aan te blazen…

Aan en uitblazen doen wij mensen met elkaar, soms heel subtiel, soms bewust, soms heel onbewust. In onze relaties, op ons werk, in onze bezigheden, in onze zorg voor anderen. Iemand uitblazen, iemand alsmaar kleineren of negeren, zeggen dat hij of zij het leven anders moet inrichten, zich anders moet gedragen, dat andere dingen horen, het niet goed doet. Iemand uitblazen, iemands manier van leven afkeuren, zonder te luisteren naar motivaties.

Iemand aanblazen kan ook, je zo opstellen dat het beste in de ander naar boven komt, iemand in een betere wereld zetten, niet toelaten dat de geest van de ander gedoofd wordt. Meewerken dat die ander tot z’n recht, tot haar recht komt.

Mensen die voor anderen een plek zijn waar ze weer op adem kunnen komen in tijden van crisis en eenzaamheid, bij ziekte en aftakeling, in tijden van scheiding en rouw.

Mensen die niet vinden dat er op hún manier gehandeld moet worden, maar anderen op eigen wijze het laten verwerken. In de bres springen, de stem verheffen, andere lucht gunnen, levenskracht.

Pinksteren, een feest vol symboliek, feest van de Geest, van Gods Geest, van een nieuw begin, nu, vandaag, morgen.

Pinksteren het moment van een nieuwe fase in je leven, het moment om je, in Gods naam, naar de ander te keren, anderen er bij laten horen.

Pinksteren het feest van de Geest om elkaar in vuur en vlam te zetten, getuige zijn van de Geest die nooit dooft. Want de Geest geeft niet op en waait waar zij wil.

Het is aan ons of wij ons door deze Geest willen en durven laten raken, door dat vuur van het begin in vlam durven laten zetten.

En dan is er veel meer mogelijk dan wij ooit hadden durven denken of vermoeden, omdat dan aan ons gebeurd, vandaag wat altijd is geweest, het waaien van de Geest.
Een heel fijn Pinksterfeest.

Amen.