Blauwgeel

Rond kwart over vijf fietste ik naar huis en hoorde het klokkengeluid in Wijnandsrade. Ik dacht nog “Gek is dat, op dit tijdstip klokkengeluid? Er zal wel iemand overleden zijn”. Paar seconde later dacht ik ”Of zou het met Oekraïne te maken hebben?”.

Later op de avond vernam ik bij het journaal dat vrijwel alle de kerkklokken hebben geluid om 17:15 uur.

Of we het willen weten of niet, maar er is oorlog mensen. Niet enkel nu, maar al jaren!

En het ergste is als je er in detail naar kijkt: Macho-achtige mannen, vaak narcisten, die de macht hebben en een legertje vanuit een luie stoel aansturen.

Een leger van kinderen/jongeren! Achttien tot twintigers die net komen kijken en eigenlijk een zorgeloos leven voor zich zouden moeten hebben. Jonge mensen die geïndoctrineerd of onderdrukt worden om bevelen van hogerhand op te volgen.

En aan de andere kant gezinnen die verscheurd worden en huis en haard moeten achterlaten.

Jaren al een “ver van mijn bed show” op TV. Een hele lijst die ik op kan gaan noemen van conflicten waar bommen en raketten prachtige gebouwen verwoesten, waar huilende kinderen in de armen van bange moeders niet te berusten zijn. Ogen vol met tranen die recht in de camera’s kijken.

Jaren al deze taferelen op het journaal, in talkshows op TV. Met afgewisseld reclame ertussendoor. Of erger, entertainmentprogramma’s om het grote publiek te vermaken. Lachen.

Deze week nog, sterker kon het contrast niet zijn; notabene ín het achtuurjournaal; eerst de hartverscheurende taferelen op de stations in Oekraïne. Vaders die afscheid nemen van hun gezin, want de mannen moeten blijven om hun land te verdedigen. Kinderen die hun pa wellicht voor het laatst gaan zien.

In die emotie van het allerlaatste afscheid op die jonge leeftijd zit ik verbaasd te kijken. Te kijken naar wat er op paar duizend kilometer afstand gebeurt. Een paar duizend kilometer afstand!

Verdriet, onmacht, hopeloos zijn mijn gevoelens op moment het volgende item in het journaal voorbij komt; Carnaval in Limburg.

En ja, jaren een kort item in het achtuurjournaal, de zuiderlingen vieren carnaval. Maar deze keer hakt die er in.

Een groter contrast kan er niet zijn. Geschminkte volwassen mensen die genieten van het biertje in de zon. Spelende verklede kinderen op een plein.

Wanneer is er één oorlog te veel? Wanneer laten we het niet toe dat geweld een oplossing moet gaan zijn? Wanneer worden mannen die op testosteron denken een land te kunnen aansturen de kop ingedrukt? Wanneer wordt die grote massa wakker dat zij ook deel uitmaken van deze wereld?

Wanneer gaan we inzien dat woorden wel degelijk sterker zijn dan kanonnen en kogels?

Afgelopen tijd al gezien dat je stem laten horen, KLEUR bekennen en masse wel degelijk effect heeft.

Black lives matters, me-too, ongewenst gedrag bij The Voice, al dit zou geen verandering hebben gebracht als ieder zijn stem niet had laten horen.

Kleur bekennen, duidelijk laten zien dat geweld in welke vorm ook, naar wie ook, gewoon niet kan!

Nu is nu! Wij maken deel uit van wat er nu in de wereld gebeurt. Ook wij hebben invloed hierop.

De kracht van social media is groot. Daar enkel al kleur bekennen geeft ieder die nog maar zou denken om nu een Poetin gelijk te geven de spiegel die nodig is om in te zien dat het toch echt anders moet. Geweld in welke vorm ook kan niet.

Zien doet volgen. Als het normaal wordt bevonden of erger heroïstisch, dat geschreeuw om macht aan stemmen wint, dan gaan we enkel nog het vuurtje laten branden voor oorlog en geweld.

Nu mag en kan het nog om met enkel met twee kleuren een duidelijk signaal te geven; tot hier en niet verder. Als we nu geen kleur bekennen, is straks blauwgeel verboden.

#blauwgeel

Antwoorden op grote vragen

Stephan Hawking.

Wat een held. Wat een vooruitziende blik. Wat een creatieve geest om verder te kijken dan wat wij mensen voor ogen hebben.

Antwoorden op grote vragen. Nee, Dé antwoorden op dé grote vragen, is de titel van een boek dat verplichte literatuur zou moeten zijn op scholen. Want de kern van alle grote vragen ligt in dit boek verborgen.

Meerdere inzichten die mijn eigen brein prikkelde om met een ander perspectief naar de huidige wereldproblematiek te kijken.

Één hiervan is deze:

“Het is een heerlijke tijd om in te leven en onderzoek te doen in de theoretische natuurkunde.

Ons beeld van het heelal is de afgelopen vijftig jaar enorm veranderd en ik ben blij als ik daar een kleine bijdrage aan heb geleverd.

Een van de grote onthullingen van het ruimtetijdperk is het perspectief dat de mensheid op zichzelf heeft gekregen.

Als we de aarde vanuit de ruimte zien, zien we onszelf als een geheel. We zien de eenheid, niet de verschillen.”

We zien de eenheid, niet de verschillen.

Laat dat nu ook in het conflict Palestina en Israël gelden. Wie kan daar nog een antwoord op vinden? Op een conflict dat al jaren duurt en waar geen touw meer aan vast te knopen is.

Maar dat geweld geen oplossing kan en mag gaan zijn, dat moge uit de geschiedenis wel duidelijk zijn.

Een antwoord op dit conflict is er niet, maar dat de mensheid, ons toekomstig bestaan vooral voor onze kinderen en straks kleinkinderen wordt bedreigd door vele risico’s die op ons afkomen, ook dat is ons allemaal al bekend.

Klimaatverandering. Het opraken van levensbelangrijke grondstoffen. Politieke en geologische vluchtelingen. Oorlogen. Al dit zijn grote risico’s voor het voortbestaan van dit kleine planeetje Aarde.

Nog nooit heeft de mens zo veel kennis van zaken gehad, nog nooit heeft de mens zo dicht bij een Armageddon geleefd als nu in deze tijd.

We kunnen onze ogen blijven sluiten voor dat wat voor ons van levensbelang is en enkel aandacht houden voor entertainment en “gekkigheid” (lees idiote YouTube video’s en influencers die jongeren “inspireren”), maar de tijd dringt.

Grote wetenschappers die naam en faam hebben verdiend met keihard werken en met passie onderzoek hebben verricht in de wetenschap roepen al jaren voor aandacht voor net dat wat er in ons leven toe doet.

Stuk voor stuk schrijven deze grootheden pleidooien voor een verandering in ons denken en doen.

In de hoop dat zij geen roepende mogen gaan zijn in de woestijn. Deel ik dit pleidooi van Stephan Hawking. Maar zou ook de laatste roep van Wubbo Ockels, een van de Nederlandse astronauten hier aan toegevoegd kunnen worden. Op zijn sterfbed geeft hij met letterlijk zijn laatste adem een adembenemend pleidooi.

Het komt er bij beide in het kort hier op neer: Wetenschap en met name onze mogelijkheid om kennis te toetsen, te delen en om van te leren, is van essentieel belang voor het voortbestaan van de mensheid.

En als ik nu lees dat een raket die Israël vanuit de Iron Dome afvuurt een waarde heeft van $50000,- dan gaat er nu weer heel veel geld verloren aan iets dat zeker geen bijdrage levert aan een verbetering van de kansen voor ons voortbestaan.

De Doomsday Clock staat al op 100 seconde voor middernacht. En de secondes tikken weg.

https://thebulletin.org/doomsday-clock/current-time/

Hawking windt er geen doekjes om, met Trumpiaanse politiek, de strijd om macht waarin ieder voor zich en God voor ons allen hoog in het vaandel staan, met die spirit gaan we de mensheid niet redden.

Stephan Hawking is er niet meer. Maar zijn kennis en kunde leven voort in boeken, geschreven woorden.

Kennis. Hét DNA, zoals hij zelf in dit boek beschrijft, dat we kunnen doorgeven aan onze kinderen. Waarbij kinderen in deze niet per se onze eigen biologische kinderen zijn, maar meer ieder die ons lief is.

Dit verder denkend, zou de liefde die we voelen voor dat wat mens heet, ook de liefde kunnen zijn voor alles wat bestaat.

Even een gedachteoefening: stel dat Doomsday straks werkelijkheid wordt, ik bedoel, met alle kennis van nu is die kans heel erg groot. Zoals het er nu naar uitziet gaan we drie generaties niet meer redden. Dus de kleinkinderen van de huidige kinderen gaan het meemaken. Het einde van het bestaan. Aarde “game over”. Weg. Niets meer van al dit. Het heelal zal nog bestaan, maar niemand meer die een lied schrijft over een zonsondergang. Niemand die een gedicht schrijft over de liefde die die voelt voor een ander. Niemand meer die een prachtige foto maakt van wolken in de lucht. Niemand meer die kan navertellen hoe mooi het leven is.

Niets van dit alles kan nog worden doorgegeven of gedeeld.

Ik weet zeker dat ieder mens iets moois heeft om door te (willen) geven. Dat zit in ons natuur. Daar is ons hele bestaan op gebouwd. Dat is ook wat we kost wat kost willen vasthouden en niet willen verliezen.

Een Palestijns gezin dat uit huis wordt gezet, waar ik zie dat de jonge dame vooral voelt de geschiedenis die zij daar op die plek heeft beleefd. Haar vader die eigenhandig die plek groot heeft gemaakt. Haar stukje dat zo belangrijk is, wil zij kosten wat kost behouden en doorgeven aan haar kinderen.

Stephan Hawkings levenswerk om antwoord te vinden op de vragen over vooral die zwarte gaten in het heelal, alle kennis van de natuurkunde, ook die kennis wil hij kosten wat kost doorgeven aan zijn kinderen.

Niet voor niets dat het slotwoord in dit boek geschreven is door zijn eigen dochter. Zij heeft het gezien, zij heeft het meegekregen, dat wat zo belangrijk is in dit leven.

Respect voor dat wat ons mens maakt. De kansen die ons gegeven zijn. De kracht en mogelijkheden wij hebben zijn zo groot, enkel is het van groot belang dit alles zo in te zetten dat wij er allemaal iets aan kunnen hebben.

En dan sluit zij af met een heel belangrijk klein detail. Het boek is een verzameling van een aantal artikelen die haar vader in de laatste jaren van zijn leven nog heeft geschreven. De zin die ik net er uit heb gehaald bevat een belangrijk detail wat haar vader bijzonder groot heeft gemaakt.

“Ons beeld van het heelal is de afgelopen vijftig jaar enorm veranderd en ik ben blij als ik daar een kleine bijdrage aan heb geleverd.”

Stephan Hawking: “Ik ben blij als ik daar een kleine bijdrage aan heb geleverd.”

Hoe bescheiden iemand kan zijn die zo groot is.

Zijn grootste wens was om anderen te inspireren en vooral de wetenschap boeiend te maken voor volgende generaties.

Ik hoop vurig dat er genoeg jongeren zijn die de wetenschap zien als het belangrijkste goed om door te mogen geven.

In de hoop dat we het tij kunnen keren.