Homo deus

Ben nu een boek aan het lezen: Homo Deus, Yuval Noah Harari. Een kleine geschiedenis van de toekomst. Hoe toepasselijk in deze tijd. Het boek zet me aan het denken. Een aspect bijvoorbeeld wat echt even iets duidelijk maakt en in perspectief zet:

In 2010 zijn er drie miljoen mensen overleden aan obesitas en verwante ziekten, terroristische aanslagen wereldwijd 7697 mensen.

Terroristen spelen in op angst en zetten aan tot haat. Het is een show die aanzet tot angst en paniek om zo hele bevolkingsgroepen op te zetten tegen elkaar.

Een prachtig voorbeeld wordt gegeven, net als een mug in een porseleinenwinkel. Die mug kan geen theekopje omgooien, maar kan wel een stier in die ruimte helemaal gek maken als die mug in het oor gaat zoemen en die stier alles omvergooit.

Een eenmansactie die een hele stad op slot gooit, de meest speciale politie-eenheid de straat op gaat en alles uit de kast wordt gehaald om “veiligheid” te creëren. Terwijl net het tegenovergestelde gebeurt.

Zie de gebeurtenissen Utrecht, maar ook al vele andere aanslagen elders, waarbij het in de meeste gevallen het zelfs geen terrorist was, maar een waanzinnige die een eenmansactie uitvoerde.

Het kwaad is dan de actie en reactie van de mensheid zelf. Van een mug een olifant maken en het kwaad is geschied. Een politiek veld wordt er gecreëerd om nog meer verdeeldheid te genereren. Bevolking nog meer uit elkaar te drijven en de schijn te wekken door grenzen te sluiten het kwaad buiten te houden. Schijnveiligheid. In een tijd waarin wapens steeds makkelijker te krijgen zijn en er waanzinnigen zijn die tot een wanhoopsdaad gedreven worden en onschuldige mensen gaan vermoorden.

Maar het ergste van dit alles is, de focus op enkel dat wat zo negatief is. Verbanden met godsdiensten leggen waarbij eenmansacties zelfs geen enkele relatie hebben met religie of afkomst.

Wat er dan sowieso gebeurt is enkel dat zien en horen wat een verkeerde onderbouwing is van die eigen negatieve gedachten.

Twee elementen die hierin een rol spelen. Het eerste is enkel de focus op het negatieve. Als je een dikke zwart stip op een A4 tekent en vraagt aan een groep mensen om te beschrijven wat ze zien, zal een groot deel enkel de zwarte stip noemen en het helemaal niet hebben over al dat wit er om heen of het papier, het materiaal waarop de stip geschreven is.

Tweede is de mindset op dat wat je graag wilt zien en horen. Vergelijkbaar met als een koppel in blijde verwachting is, zij dan veel meer zwangere vrouwen zien. Of als iemand een bepaald merk auto gaat kopen ook dat specifieke merk meer op straat gaat zien. Dus zij die social media bekijken of het nieuws even scrollen, dan vooral dat zien om hun eigen kleur nog meer te onderbouwen.

En dit alles maakt dat mensen vanuit een bepaald perspectief naar de wereld kijken, zorgen hebben en uiteraard daar naar gaan handelen.

Wat ik hoop dat toch veel mensen het mooie blijven zien van de mens. Vanuit de gesprekken die ik met zo veel patiënten heb, gesprekken die waarschijnlijk nooit voor een groot publiek te horen zullen zijn, gesprekken die vaak genoeg gaan over dat wat iemand heel erg raakt en men zeker niet zo maar naar buiten brengt, maar wel stuk voor stuk kleur geven aan de mensheid. Ik hoop dat er genoeg mensen positief blijven kijken naar andere culturen, van elkaar leren en nieuwe dingen ontdekken, open minded zijn en daarmee elkaars wereld beter begrijpen.

Het boek Homo Deus laat ook zien dat enkel nog maar twee generaties geleden, ziekten, oorlogen en natuurrampen miljoenen slachtoffers heeft gemaakt, dat we nu in een tijd leven waarin er al twee generaties zijn die geen oorlog kennen. Epidemieën bijna altijd te behandelen zijn. HIV, aids, SARS, ebola, noem maar op, het gaat “even” aan ons voorbij. De zwarte dood en de Mexicaanse ziekte hebben nog niet zo lang geleden hele bevolkingsgroepen van de aarde gevaagd. In een tijd dat bovennatuurlijke krachten en God als enige oplossing werden gezien.

We leven nu in een tijd waarin er niemand meer omkomt van de honger. Er wel genoeg arme mensen zijn die in diverse landen honger lijden, maar er niet meer aan overlijden. Het zou nog zo veel beter kunnen, alleen als we elkaar meer zouden vinden. Grenzen niet zouden bestaan en er meer geld verdeeld werd. Om ook die mensen te helpen die het echt nodig hebben.

Zij die dit kunnen lezen, hier nu, ik weet zeker, jij hebt een dak boven je hoofd, elke dag te eten, een bed om in te slapen, een ziektekostenverzekering, je kunt gaan en staan waar je wilt, hebt mensen om je heen waarmee je kunt praten en last but not least, vrijheid. Vrijheid om dit hier te lezen, een mening te hebben en het is aan jou wat je doet. Welke steentje zou jij kunnen bijdragen om deze wereld een beetje beter te maken voor zij die het geluk niet hebben gehad in het goede land geboren te zijn?

Laat het me weten in de comments.

Vincent van Gogh

Ik had al grote waardering voor Vincent Van Gogh, na het bezoek vandaag aan het Van Gogh Museum is dit enkel maar gegroeid.

Om zo dicht bij te mogen komen, geweldig! Wat een prachtig museum. Wat een prachtig mens.

Niet voor niets dat om 9 uur meters lange rijen bezoekers al te wachten staan en je enkel in jouw tijdslot naar binnen mag. Ik was een uur te vroeg en moest wel nog op mijn tijd wachten. Eenmaal binnen begrijp je waarom. Het is een enorm groot gebouw, maar het is er al zo vroeg waanzinnig druk. Alsof het de drie dolle dagen Bijenkorf zijn.

Ik had gelukkig inclusief audiotour. En daar ging ik. Eerst oog in oog met de meester zelf. Want Vincent is mister Selfie van zijn tijd. Niet omdat hij dat deed om er geld mee te verdienen, maar net omdat hij geen geld had om modellen te betalen. Zijn zelfportretten zijn studies, oefeningen. Wellicht nooit de bedoeling van hem geweest voor verkoop, laat staan opgehangen in een museum. Maar hij kon niet anders dan zichzelf als model te gebruiken. Daarom zijn ook al zijn portretten vanuit een spiegel getekend. Dus hij heeft zijn beeld getekend zoals hij het zag. Als we onszelf zien, in de spiegel, zien wij ons anders dan anderen. Daarom ook is het beeld verdraaid als je een selfie maakt, want anders zou je dat raar vinden. Sowieso moeilijker om dan qua motoriek ook een selfie te maken, maar goed. Vincent schilderde dus heel vaak zichzelf als studiemateriaal.

“Ze zeggen dat het moeilijk is jezelf te kennen, maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen.” Vincent van Gogh aan zijn broer Theo, 1886.

En als je bij deze quote “schilderen” niet letterlijk neemt maar figuurlijk, dan wordt het een wel heel diepgaande wijsheid.

Zijn zelfportretten. Stuk voor stuk de armoede in zijn ogen te zien. Maar zo’n passie voor het schilderen, de kunst. De kunstenaar die je dan recht in de ogen kijkt. Mijn hart weent op het moment ik zie hoeveel zijn kunstwerken nu opbrengen en hoeveel mensen het museum bezoeken. Per dag gemiddeld 5000! Dat zijn ongeveer het aantal patiënten wij in ons centrum per jaar zien. En al de merchandise die rondom het museum te koop is. Zelfs een hoek waarin zeer exclusieve kopieën van de meest bekende schilderijen te koop zijn. Een speciale techniek in samenwerking met ik dacht Fuji. Bijna niet meer van het origineel te onderscheiden. Omdat de kopie driedimensionaal is. Dus je ziet exact de streken van de schilderskwast. Ik zag zelfs dat de barsten van de tijd in de verf erin terug te zien zijn. Persoonlijk vond ik de kleur iets doffer, doods, kitscherig. Maar erger vind ik dus het uitmelken van de creativiteit van deze kunstenaar. Overigens niet alleen van déze kunstenaar, breek me de bek niet open. Hier kan ik een boek over schrijven, ga ik later beslist ooit nog doen.

Één groot werk heeft Vincent verkocht. Voor ongeveer duizend euro. Daarom doet het vooral veel verdriet, omdat ik in de ogen van Van Gogh die overlevingsdrang zie als kunstenaar. Hoe moest hij rondkomen met dat geringe geld hij had. En kosten liepen enkel op. In een van zijn laatste brieven, 820 briefwisselingen zijn er van Vincent, bewaard en gebundeld door zijn schoonzus en nu ook via het museum op internet stuk voor stuk te lezen, in een van die laatste dus een hele uiteenzetting van gemaakte kosten naar zijn broer. Theo, zijn jongere broer, ondersteunde Vincent financieel. En in die laatste jaren wordt het Vincent duidelijk dat Theo een gezin moet gaan onderhouden, getrouwd en uitbreiding van het gezin op komst. Die brief aan Theo is een verantwoording voor alle kosten die hij maakt en hoe moeilijk hij het heeft.

Die druk, dat vechten, de onzekerheid en daarnaast zijn intense liefde voor de natuur, voor de mens, de gewone mens. De Aardappeleters en al zijn schilderijen van vrienden en mensen die hem er echt toe doen. Zijn arts die hem helpt in de nacht dat hij het oor afsnijdt schenkt hij een portret. Het cadeau wordt echter niet gewaardeerd. Dat raakt Vincent enorm. Net als de kritische noten die collegae kunstenaars geven op voor Vincent zelf zijn eerste grote werk “De Aardappeleters”. Vele studies en tekeningen gingen vooraf aan dit eerste echte grote schilderij. Vandaag mocht ik het werk met mijn eigen ogen zien. Voor die tijd was Van Gogh een genie. Dat blijkt maar weer.

Naast De Aardappeleters hangt in het museum een vergelijkbaar boerentafereel. Een gezin etend aan tafel, dat in dezelfde periode door collega kunstenaar Jozef Israël is geschilderd. Prachtig werk, alle details zijn heel goed te zien. Mij viel meteen die glinstering in de eetlepel van het kind links op de voorgrond op. Een zo klein detail met wel een hele grote waarde om het allemaal heel echt te laten lijken. De sfeer op het doek is zo goed neergezet, dat als je er langer naar blijft kijken je in de ruimte waant. Dus ja, voor die tijd, wetende dat er nog geen fotografie bestond, film of bioscoop al helemaal niet, een kunststuk. Voor toen zo bijzonder als virtual reality nu. Maar Van Gogh was die tijd al lang voorbij, hij bracht ook de ziel in zijn werk. Details had hij zeker oog voor, maar hij ging toen al voor meer.

Dat hij oog had voor detail blijkt mij nu het meest uit de periode dat hij in zijn laatste jaar door ziekte niet meer naar buiten kon, binnen in de kliniek moest blijven en prenten van een collega schilder ging gebruiken als voorbeeld. Hij schilderde ze groter, in kleur, maar dan ook alles precies nageteld. Zoals het aantal balen stro en traptreden.

En in een aantal van zijn werken ook vele details die ik gemist zou hebben zonder de audiotour. Insecten op blaadjes in het groen en van dichtbij dan in detail weergegeven. Of het derde verliefd koppeltje in “Tuin met geliefden” uit 1887. Dat derde verliefde koppeltje had ik eerst niet gezien, pas toen ik er alert op werd gemaakt zag ik ze in de verte. Daarin zag ik de lol die hij als kunstenaar had. Maakte me blij.

Maar ook zijn experimenteren met kleuren. In ditzelfde prachtige werk “Tuin met geliefden” zijn van ver de minuscule verfstreken niet te herkennen. Van dichtbij is het een prachtig spel van de complementaire kleuren die Van Gogh gebruikt heeft. Hij had meerdere boeken van Delacroix. Een genie op het gebied van kleurcomposities. Daar speelde Van Gogh dan ook de hele tijd mee, met die kennis van kleur.

Met steeds grotere en dikkere halen met zijn kwast. Heel herkenbaar in zijn laatste werken. Hoe mooi om die dan ook allemaal naast elkaar te mogen zien. Aandoenlijk als ik me realiseer dat zijn einde dan nabij is. Ook hij weet dat bij het schilderen.

Delen met de wereld wil hij het, doorgeven, anderen zijn ogen te geven, de mooie natuur te laten zien, deze wereld, het paradijs waarin wij ons mogen begeven.

Ik werd geraakt door zijn drieluik, perzikbloesem, amandelbloesem en ik dacht de appelbloesem. Als een bezetene heeft hij die werken gemaakt, omdat Van Gogh wist dat de bloesemtijd maar van korte duur zou zijn.

En dan, het allermooiste werk van deze genius, Amandelbloesem, ter gelegenheid van de geboorte van zijn neefje, zoon van Theo. Theo, die de liefde voor zijn broer niet enkel in geld wist te geven, maar ook in de naam van zijn zoon, Vincent.

De kunstenaar Vincent van Gogh overlijdt ten gevolge van zijn verwondingen in zijn borst. Een zelfmoordpoging, zo lijkt, die twee dagen later toch zijn tol eist. Beide broers werden niet oud, een half jaar na het overlijden van Vincent sterft ook Theo.

De jonge Vincent, de zoon van Theo, ook ingenieur Van Gogh genoemd, heeft later het Van Gogh museum opgericht en laten bouwen. Architectuur, wie anders, Gerrit Rietveld, strakke lijnen, mooie architectuur, ook modern voor zijn tijd en gelukkig Rietveld werd wel herkend in zijn werk.

Met gemengde gevoelens ging ik na vijf volle uren Van Gogh dichtbij te hebben mogen zien het Museumplein op. Even liggen op het grasveldje voor het Concertgebouw. Waar ook verliefde stelletjes liggen in het gras, opa’s en oma’s met kleinkinderen spelen. Chinezen, Duitsers, Amerikanen, alle kleuren aanwezig zijn.

“Er is niets artistiekers dan van mensen te houden”. Vincent van Gogh