Kunst en tinnitus

Begin dit jaar werd ik gevraagd om een lezing te geven op de studiedag tinnitus bij de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën, VGCt, 15 juni aanstaande. De vraag was of ik een boeiende lezing zou kunnen geven, die vooral ook nog op het eind van de dag de interesse zou kunnen prikkelen van de aanwezigen.

Ooit geleerd van een TED-talk dat een boeiende lezing op vier elementen rust. Deze vier elementen vormen samen het woord HAIL:

Honesty, be clear and straight

Authenticity, be yourself

Integrity, be your word

and last but not least

Love, wish them well.

Al deze elementen in één lezing? Dan kom ik al gauw uit op een lezing over kunst gerelateerd aan tinnitus.

Kijken naar kunst is zo iets boeiends, zeker als je op details let. En ik wist uit al die jaren dat we in ons centrum onze tinnitus informatiebijeenkomst geven, dat er net ook heel veel kunstenaars zijn die een groot deel van hun leven getergd werden door gehoorklachten en met name doofheid en tinnitus. Vincent van Gogh en Ludwig von Beethoven, zij zijn hierbij het meest bekend, ook bij het grote publiek.

Naast de verwondering voor kunst heb ik mijn grootste passie gevonden in de audiologische zorg. Elke werkdag geeft zo’n voldoening om met alle kennis over het gehoor en tinnitus er te mogen en kunnen zijn voor mensen met ernstige tinnitusklachten en/of gerelateerde gehoorklachten, te denken aan misophonia, hyperacusis, Ménière, Laag Frequent Geluid.

Audiologie is zo’n mooi en boeiend vakgebied, waarin nog zoveel onbekend is en waar met steeds nieuwe inzichten mensen echt te helpen zijn. Dankbaar zijn dan ook de patiënten als je ze op het spreekuur kunt duidelijk maken wat wij vanuit ons tinnitusteam voor hun kunnen betekenen, die dankbaarheid, dat vertrouwen in ons, dat is een groot recht. Elke werkdag weer ervaren we dat in ons team.

Gehoor is in de basis de essentie van ons mens zijn.

“Nicht sehen trennt die Menschen von Dingen. Nicht hören trennt die Menschen von Menschen.” Immanuel Kant.

Dat wij met elkaar kunnen praten maakt dat we mens zijn. In woorden kunnen vertellen wat er speelt, hoe mooi iets is. Schrijven is ook al een mogelijkheid van communicatie. De woorden die je nu hier leest, maakt dat ik je kan vertellen wat ik zie, wat ik voel, wat ik beleef, hoe ik de wereld zie. De woorden “klinken” in jouw gedachte.

Maar het gesproken woord is veel krachtiger. Emotie komt er dan nog bij, intonatie, klankkleur, stiltes. Zelfs die stiltes kunnen een enorme power hebben.

Met woorden kun je kunst beschrijven, zonder woorden zou kunst niet bestaan. Enkel door erover te spreken, te weten wat er achter het kunstwerk zit, pas dan kan vaak de echte waarde van kunst worden geschat.

Kunst op zich is iets heel bijzonders, kunst maken, kunst kijken, de kunstwereld, ook daar ligt zeker mijn hart.

Beide werelden, zowel de audiologie, als ook de kunst, staan voor een groot deel op het fundament van de psychologie. De psychologie van de mens, gedachten, emotie, gedrag. Het leven.

De psychologie in de kunstwereld, waarin de waarde van kunst enkel iets menselijks is. De geschiedenis, de verhalen, die het kunstwerk kunnen maken tot vrijwel onbetaalbare kunst. De materiaalwaarde bijna nul kan zijn, maar er bij een gerenommeerd veilinghuis miljoenen voor worden betaald, kunst.

En de audiologie, met alles wat ons mens maakt. Elkaar horen, maar vooral aanhoren. Een luisterend oor zijn kan van onschatbare waarde zijn.

Honesty, authencity, integrity and love.

Mat al deze elementen van HAIL in zicht begon ik al vrij vroeg dit jaar met het verzamelen van allerlei informatie over schilderijen, kunstenaars, muziekstukken en componisten. Kunstwerken die ons iets zeggen over het leven van de kunstenaar zelf. Maar dan met name de periode en de impact die gehoorverlies en tinnitus had op het leven van de kunstenaar.

De meest interessante heb ik er uit gehaald en ga ik deze lezing verder vorm geven.

Maar er zitten hier zo veel boeiende nieuwe inzichten in en zaken die ik ontdekt heb, die ik graag met jullie hier wil gaan delen.

Wordt vervolgd.

Jheronimus Bosch – Tuinen der lusten

Vincent van Gogh

Ik had al grote waardering voor Vincent Van Gogh, na het bezoek vandaag aan het Van Gogh Museum is dit enkel maar gegroeid.

Om zo dicht bij te mogen komen, geweldig! Wat een prachtig museum. Wat een prachtig mens.

Niet voor niets dat om 9 uur meters lange rijen bezoekers al te wachten staan en je enkel in jouw tijdslot naar binnen mag. Ik was een uur te vroeg en moest wel nog op mijn tijd wachten. Eenmaal binnen begrijp je waarom. Het is een enorm groot gebouw, maar het is er al zo vroeg waanzinnig druk. Alsof het de drie dolle dagen Bijenkorf zijn.

Ik had gelukkig inclusief audiotour. En daar ging ik. Eerst oog in oog met de meester zelf. Want Vincent is mister Selfie van zijn tijd. Niet omdat hij dat deed om er geld mee te verdienen, maar net omdat hij geen geld had om modellen te betalen. Zijn zelfportretten zijn studies, oefeningen. Wellicht nooit de bedoeling van hem geweest voor verkoop, laat staan opgehangen in een museum. Maar hij kon niet anders dan zichzelf als model te gebruiken. Daarom zijn ook al zijn portretten vanuit een spiegel getekend. Dus hij heeft zijn beeld getekend zoals hij het zag. Als we onszelf zien, in de spiegel, zien wij ons anders dan anderen. Daarom ook is het beeld verdraaid als je een selfie maakt, want anders zou je dat raar vinden. Sowieso moeilijker om dan qua motoriek ook een selfie te maken, maar goed. Vincent schilderde dus heel vaak zichzelf als studiemateriaal.

“Ze zeggen dat het moeilijk is jezelf te kennen, maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen.” Vincent van Gogh aan zijn broer Theo, 1886.

En als je bij deze quote “schilderen” niet letterlijk neemt maar figuurlijk, dan wordt het een wel heel diepgaande wijsheid.

Zijn zelfportretten. Stuk voor stuk de armoede in zijn ogen te zien. Maar zo’n passie voor het schilderen, de kunst. De kunstenaar die je dan recht in de ogen kijkt. Mijn hart weent op het moment ik zie hoeveel zijn kunstwerken nu opbrengen en hoeveel mensen het museum bezoeken. Per dag gemiddeld 5000! Dat zijn ongeveer het aantal patiënten wij in ons centrum per jaar zien. En al de merchandise die rondom het museum te koop is. Zelfs een hoek waarin zeer exclusieve kopieën van de meest bekende schilderijen te koop zijn. Een speciale techniek in samenwerking met ik dacht Fuji. Bijna niet meer van het origineel te onderscheiden. Omdat de kopie driedimensionaal is. Dus je ziet exact de streken van de schilderskwast. Ik zag zelfs dat de barsten van de tijd in de verf erin terug te zien zijn. Persoonlijk vond ik de kleur iets doffer, doods, kitscherig. Maar erger vind ik dus het uitmelken van de creativiteit van deze kunstenaar. Overigens niet alleen van déze kunstenaar, breek me de bek niet open. Hier kan ik een boek over schrijven, ga ik later beslist ooit nog doen.

Één groot werk heeft Vincent verkocht. Voor ongeveer duizend euro. Daarom doet het vooral veel verdriet, omdat ik in de ogen van Van Gogh die overlevingsdrang zie als kunstenaar. Hoe moest hij rondkomen met dat geringe geld hij had. En kosten liepen enkel op. In een van zijn laatste brieven, 820 briefwisselingen zijn er van Vincent, bewaard en gebundeld door zijn schoonzus en nu ook via het museum op internet stuk voor stuk te lezen, in een van die laatste dus een hele uiteenzetting van gemaakte kosten naar zijn broer. Theo, zijn jongere broer, ondersteunde Vincent financieel. En in die laatste jaren wordt het Vincent duidelijk dat Theo een gezin moet gaan onderhouden, getrouwd en uitbreiding van het gezin op komst. Die brief aan Theo is een verantwoording voor alle kosten die hij maakt en hoe moeilijk hij het heeft.

Die druk, dat vechten, de onzekerheid en daarnaast zijn intense liefde voor de natuur, voor de mens, de gewone mens. De Aardappeleters en al zijn schilderijen van vrienden en mensen die hem er echt toe doen. Zijn arts die hem helpt in de nacht dat hij het oor afsnijdt schenkt hij een portret. Het cadeau wordt echter niet gewaardeerd. Dat raakt Vincent enorm. Net als de kritische noten die collegae kunstenaars geven op voor Vincent zelf zijn eerste grote werk “De Aardappeleters”. Vele studies en tekeningen gingen vooraf aan dit eerste echte grote schilderij. Vandaag mocht ik het werk met mijn eigen ogen zien. Voor die tijd was Van Gogh een genie. Dat blijkt maar weer.

Naast De Aardappeleters hangt in het museum een vergelijkbaar boerentafereel. Een gezin etend aan tafel, dat in dezelfde periode door collega kunstenaar Jozef Israël is geschilderd. Prachtig werk, alle details zijn heel goed te zien. Mij viel meteen die glinstering in de eetlepel van het kind links op de voorgrond op. Een zo klein detail met wel een hele grote waarde om het allemaal heel echt te laten lijken. De sfeer op het doek is zo goed neergezet, dat als je er langer naar blijft kijken je in de ruimte waant. Dus ja, voor die tijd, wetende dat er nog geen fotografie bestond, film of bioscoop al helemaal niet, een kunststuk. Voor toen zo bijzonder als virtual reality nu. Maar Van Gogh was die tijd al lang voorbij, hij bracht ook de ziel in zijn werk. Details had hij zeker oog voor, maar hij ging toen al voor meer.

Dat hij oog had voor detail blijkt mij nu het meest uit de periode dat hij in zijn laatste jaar door ziekte niet meer naar buiten kon, binnen in de kliniek moest blijven en prenten van een collega schilder ging gebruiken als voorbeeld. Hij schilderde ze groter, in kleur, maar dan ook alles precies nageteld. Zoals het aantal balen stro en traptreden.

En in een aantal van zijn werken ook vele details die ik gemist zou hebben zonder de audiotour. Insecten op blaadjes in het groen en van dichtbij dan in detail weergegeven. Of het derde verliefd koppeltje in “Tuin met geliefden” uit 1887. Dat derde verliefde koppeltje had ik eerst niet gezien, pas toen ik er alert op werd gemaakt zag ik ze in de verte. Daarin zag ik de lol die hij als kunstenaar had. Maakte me blij.

Maar ook zijn experimenteren met kleuren. In ditzelfde prachtige werk “Tuin met geliefden” zijn van ver de minuscule verfstreken niet te herkennen. Van dichtbij is het een prachtig spel van de complementaire kleuren die Van Gogh gebruikt heeft. Hij had meerdere boeken van Delacroix. Een genie op het gebied van kleurcomposities. Daar speelde Van Gogh dan ook de hele tijd mee, met die kennis van kleur.

Met steeds grotere en dikkere halen met zijn kwast. Heel herkenbaar in zijn laatste werken. Hoe mooi om die dan ook allemaal naast elkaar te mogen zien. Aandoenlijk als ik me realiseer dat zijn einde dan nabij is. Ook hij weet dat bij het schilderen.

Delen met de wereld wil hij het, doorgeven, anderen zijn ogen te geven, de mooie natuur te laten zien, deze wereld, het paradijs waarin wij ons mogen begeven.

Ik werd geraakt door zijn drieluik, perzikbloesem, amandelbloesem en ik dacht de appelbloesem. Als een bezetene heeft hij die werken gemaakt, omdat Van Gogh wist dat de bloesemtijd maar van korte duur zou zijn.

En dan, het allermooiste werk van deze genius, Amandelbloesem, ter gelegenheid van de geboorte van zijn neefje, zoon van Theo. Theo, die de liefde voor zijn broer niet enkel in geld wist te geven, maar ook in de naam van zijn zoon, Vincent.

De kunstenaar Vincent van Gogh overlijdt ten gevolge van zijn verwondingen in zijn borst. Een zelfmoordpoging, zo lijkt, die twee dagen later toch zijn tol eist. Beide broers werden niet oud, een half jaar na het overlijden van Vincent sterft ook Theo.

De jonge Vincent, de zoon van Theo, ook ingenieur Van Gogh genoemd, heeft later het Van Gogh museum opgericht en laten bouwen. Architectuur, wie anders, Gerrit Rietveld, strakke lijnen, mooie architectuur, ook modern voor zijn tijd en gelukkig Rietveld werd wel herkend in zijn werk.

Met gemengde gevoelens ging ik na vijf volle uren Van Gogh dichtbij te hebben mogen zien het Museumplein op. Even liggen op het grasveldje voor het Concertgebouw. Waar ook verliefde stelletjes liggen in het gras, opa’s en oma’s met kleinkinderen spelen. Chinezen, Duitsers, Amerikanen, alle kleuren aanwezig zijn.

“Er is niets artistiekers dan van mensen te houden”. Vincent van Gogh