Vincent van Gogh

Ik had al grote waardering voor Vincent Van Gogh, na het bezoek vandaag aan het Van Gogh Museum is dit enkel maar gegroeid.

Om zo dicht bij te mogen komen, geweldig! Wat een prachtig museum. Wat een prachtig mens.

Niet voor niets dat om 9 uur meters lange rijen bezoekers al te wachten staan en je enkel in jouw tijdslot naar binnen mag. Ik was een uur te vroeg en moest wel nog op mijn tijd wachten. Eenmaal binnen begrijp je waarom. Het is een enorm groot gebouw, maar het is er al zo vroeg waanzinnig druk. Alsof het de drie dolle dagen Bijenkorf zijn.

Ik had gelukkig inclusief audiotour. En daar ging ik. Eerst oog in oog met de meester zelf. Want Vincent is mister Selfie van zijn tijd. Niet omdat hij dat deed om er geld mee te verdienen, maar net omdat hij geen geld had om modellen te betalen. Zijn zelfportretten zijn studies, oefeningen. Wellicht nooit de bedoeling van hem geweest voor verkoop, laat staan opgehangen in een museum. Maar hij kon niet anders dan zichzelf als model te gebruiken. Daarom zijn ook al zijn portretten vanuit een spiegel getekend. Dus hij heeft zijn beeld getekend zoals hij het zag. Als we onszelf zien, in de spiegel, zien wij ons anders dan anderen. Daarom ook is het beeld verdraaid als je een selfie maakt, want anders zou je dat raar vinden. Sowieso moeilijker om dan qua motoriek ook een selfie te maken, maar goed. Vincent schilderde dus heel vaak zichzelf als studiemateriaal.

“Ze zeggen dat het moeilijk is jezelf te kennen, maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen.” Vincent van Gogh aan zijn broer Theo, 1886.

En als je bij deze quote “schilderen” niet letterlijk neemt maar figuurlijk, dan wordt het een wel heel diepgaande wijsheid.

Zijn zelfportretten. Stuk voor stuk de armoede in zijn ogen te zien. Maar zo’n passie voor het schilderen, de kunst. De kunstenaar die je dan recht in de ogen kijkt. Mijn hart weent op het moment ik zie hoeveel zijn kunstwerken nu opbrengen en hoeveel mensen het museum bezoeken. Per dag gemiddeld 5000! Dat zijn ongeveer het aantal patiënten wij in ons centrum per jaar zien. En al de merchandise die rondom het museum te koop is. Zelfs een hoek waarin zeer exclusieve kopieën van de meest bekende schilderijen te koop zijn. Een speciale techniek in samenwerking met ik dacht Fuji. Bijna niet meer van het origineel te onderscheiden. Omdat de kopie driedimensionaal is. Dus je ziet exact de streken van de schilderskwast. Ik zag zelfs dat de barsten van de tijd in de verf erin terug te zien zijn. Persoonlijk vond ik de kleur iets doffer, doods, kitscherig. Maar erger vind ik dus het uitmelken van de creativiteit van deze kunstenaar. Overigens niet alleen van déze kunstenaar, breek me de bek niet open. Hier kan ik een boek over schrijven, ga ik later beslist ooit nog doen.

Één groot werk heeft Vincent verkocht. Voor ongeveer duizend euro. Daarom doet het vooral veel verdriet, omdat ik in de ogen van Van Gogh die overlevingsdrang zie als kunstenaar. Hoe moest hij rondkomen met dat geringe geld hij had. En kosten liepen enkel op. In een van zijn laatste brieven, 820 briefwisselingen zijn er van Vincent, bewaard en gebundeld door zijn schoonzus en nu ook via het museum op internet stuk voor stuk te lezen, in een van die laatste dus een hele uiteenzetting van gemaakte kosten naar zijn broer. Theo, zijn jongere broer, ondersteunde Vincent financieel. En in die laatste jaren wordt het Vincent duidelijk dat Theo een gezin moet gaan onderhouden, getrouwd en uitbreiding van het gezin op komst. Die brief aan Theo is een verantwoording voor alle kosten die hij maakt en hoe moeilijk hij het heeft.

Die druk, dat vechten, de onzekerheid en daarnaast zijn intense liefde voor de natuur, voor de mens, de gewone mens. De Aardappeleters en al zijn schilderijen van vrienden en mensen die hem er echt toe doen. Zijn arts die hem helpt in de nacht dat hij het oor afsnijdt schenkt hij een portret. Het cadeau wordt echter niet gewaardeerd. Dat raakt Vincent enorm. Net als de kritische noten die collegae kunstenaars geven op voor Vincent zelf zijn eerste grote werk “De Aardappeleters”. Vele studies en tekeningen gingen vooraf aan dit eerste echte grote schilderij. Vandaag mocht ik het werk met mijn eigen ogen zien. Voor die tijd was Van Gogh een genie. Dat blijkt maar weer.

Naast De Aardappeleters hangt in het museum een vergelijkbaar boerentafereel. Een gezin etend aan tafel, dat in dezelfde periode door collega kunstenaar Jozef Israël is geschilderd. Prachtig werk, alle details zijn heel goed te zien. Mij viel meteen die glinstering in de eetlepel van het kind links op de voorgrond op. Een zo klein detail met wel een hele grote waarde om het allemaal heel echt te laten lijken. De sfeer op het doek is zo goed neergezet, dat als je er langer naar blijft kijken je in de ruimte waant. Dus ja, voor die tijd, wetende dat er nog geen fotografie bestond, film of bioscoop al helemaal niet, een kunststuk. Voor toen zo bijzonder als virtual reality nu. Maar Van Gogh was die tijd al lang voorbij, hij bracht ook de ziel in zijn werk. Details had hij zeker oog voor, maar hij ging toen al voor meer.

Dat hij oog had voor detail blijkt mij nu het meest uit de periode dat hij in zijn laatste jaar door ziekte niet meer naar buiten kon, binnen in de kliniek moest blijven en prenten van een collega schilder ging gebruiken als voorbeeld. Hij schilderde ze groter, in kleur, maar dan ook alles precies nageteld. Zoals het aantal balen stro en traptreden.

En in een aantal van zijn werken ook vele details die ik gemist zou hebben zonder de audiotour. Insecten op blaadjes in het groen en van dichtbij dan in detail weergegeven. Of het derde verliefd koppeltje in “Tuin met geliefden” uit 1887. Dat derde verliefde koppeltje had ik eerst niet gezien, pas toen ik er alert op werd gemaakt zag ik ze in de verte. Daarin zag ik de lol die hij als kunstenaar had. Maakte me blij.

Maar ook zijn experimenteren met kleuren. In ditzelfde prachtige werk “Tuin met geliefden” zijn van ver de minuscule verfstreken niet te herkennen. Van dichtbij is het een prachtig spel van de complementaire kleuren die Van Gogh gebruikt heeft. Hij had meerdere boeken van Delacroix. Een genie op het gebied van kleurcomposities. Daar speelde Van Gogh dan ook de hele tijd mee, met die kennis van kleur.

Met steeds grotere en dikkere halen met zijn kwast. Heel herkenbaar in zijn laatste werken. Hoe mooi om die dan ook allemaal naast elkaar te mogen zien. Aandoenlijk als ik me realiseer dat zijn einde dan nabij is. Ook hij weet dat bij het schilderen.

Delen met de wereld wil hij het, doorgeven, anderen zijn ogen te geven, de mooie natuur te laten zien, deze wereld, het paradijs waarin wij ons mogen begeven.

Ik werd geraakt door zijn drieluik, perzikbloesem, amandelbloesem en ik dacht de appelbloesem. Als een bezetene heeft hij die werken gemaakt, omdat Van Gogh wist dat de bloesemtijd maar van korte duur zou zijn.

En dan, het allermooiste werk van deze genius, Amandelbloesem, ter gelegenheid van de geboorte van zijn neefje, zoon van Theo. Theo, die de liefde voor zijn broer niet enkel in geld wist te geven, maar ook in de naam van zijn zoon, Vincent.

De kunstenaar Vincent van Gogh overlijdt ten gevolge van zijn verwondingen in zijn borst. Een zelfmoordpoging, zo lijkt, die twee dagen later toch zijn tol eist. Beide broers werden niet oud, een half jaar na het overlijden van Vincent sterft ook Theo.

De jonge Vincent, de zoon van Theo, ook ingenieur Van Gogh genoemd, heeft later het Van Gogh museum opgericht en laten bouwen. Architectuur, wie anders, Gerrit Rietveld, strakke lijnen, mooie architectuur, ook modern voor zijn tijd en gelukkig Rietveld werd wel herkend in zijn werk.

Met gemengde gevoelens ging ik na vijf volle uren Van Gogh dichtbij te hebben mogen zien het Museumplein op. Even liggen op het grasveldje voor het Concertgebouw. Waar ook verliefde stelletjes liggen in het gras, opa’s en oma’s met kleinkinderen spelen. Chinezen, Duitsers, Amerikanen, alle kleuren aanwezig zijn.

“Er is niets artistiekers dan van mensen te houden”. Vincent van Gogh

Horen is meer dan enkel de oren.

Komend weekend sta ik in het theater en congrescentrum Spant! in Bussum. Op zaterdag 26 mei en maandag 28 mei voor het jaarlijkse audicienscongres AuDidact.

In de middag geef ik een lezing over psychoakoestiek, in de ochtend mag ik het congres openen met een gesproken column. Deze zal hier voor de deelnemers later terug te vinden zijn, maar voor jullie trouwe lezers van dit blog hier al de primeur.

Gesproken column Horen is meer dan enkel oren.

Het jaarlijkse audicienscongres AuDidakt staat deze keer voor een groot deel in het teken van de REM-meting. DeReal Ear Meassurement. In detail kunnen meten wat er aan versterking in de gehoorgang gegeven wordt. Meten is weten.

Meten is weten, dat zou mij als fysicus als muziek in de oren moeten klinken. Maar al vanaf het prille begin van mijn opleiding tot klinisch fysicus – audioloog werd ik geraakt door de kunst van het horen. Wat doet dat brein van ons met al die prikkels aan geluid welke wij de hele dag binnenkrijgen. Dat fascineerde mij enorm. Zo heb ik mij dan ook als audioloog gespecialiseerd in de psycho-akoestiek. De wetenschap die zich bezighoudt met hoe mensen geluiden waarnemen. Wat doet iemand met geluid? Hoe werkt dat gehoorsysteem in ons brein? Hoe horen wij?

In mijn opleiding natuurkunde in Duitsland was ik al in detail alles te weten gekomen over Decibel en Hertz. Die Kunst des Wahrnehmens. Kijken en onderzoeken. Nieuwe dingen ontdekken. Meten is weten. Maar pas in de kliniek, in de audiologie, werd ik gegrepen door ons oor, ons auditief systeem. Ik wist van de Fouriertransformatie, de mogelijkheid om van een brei aan geluiden al die frequenties in individuele frequenties uit te filteren, maar om te zien dat al die geluidstrillingen door cochlea uiteindelijk in dat brein kunnen worden omgezet in iets waar we een betekenis aan kunnen geven, dat was voor mij ongelofelijk. Hoe dat überhaupt zo alles kon groeien.

Het auditief systeem.

Dat hele proces van oorschelp tot aan de auditieve cortex. De gehoorbeentjes, hamer, aambeeld, stijgbeugel, de kleinste botjes van het menselijke lichaam. Het slakkenhuis, de cochlea, het orgaan van corti, het membraan van Reissner, de binnenste en buitenste haarcellen, de ionenstromen, kationen, calciumionen, die uiteindelijk via neurotransmitters, via al die knooppunten in het brein dat eindstation bereiken, de auditieve cortex. We weten het allemaal.

Het moment ik de werking van dit hele gehoorsysteem hier nu in deze video laat zien, horen jullie de muziek op de achtergrond, kun je waarschijnlijk ook al horen welke componist dit is, de klassieke muziekliefhebbers onder jullie zullen wellicht zelfs kunnen horen welke symfonie dit is. Tevens hoor je mijn stem, je begrijpt wat ik zeg, waar ik het over heb, je kunt zelfs de reactie van je buurman horen, die zachtjes tegen je spreekt, je hoort de ruis van de apparatuur in de zaal. Met je ogen dicht zou je zelfs kunnen horen waar al die geluiden vandaan komen.

Horen is dus meer dan enkel de oren.

Het oor zelf is al zo mooi op zich, alleen die oorschelp al. De vorm, de werking van dat hele binnenoor. Maar wat er daarna allemaal in ons brein gebeurt is geniaal. Bijna onbegrijpelijk, maar toch ga ik het proberen, om jullie vanmiddag mee te nemen in die complexiteit van dat brein. De titel van dit congres is niet voor niets: In en tussen de oren.

Ik hoop jullie zelfs handvatten te gaan geven om oplossingen te vinden voor complexe gehoorproblemen die jullie tegenkomen in de praktijk. Mogelijkheden in de hoorrevalidatie waarvan we ons tot nog toe weinig bewust van zijn. Maar net door er bewust van te worden, gaan we de mogelijkheden zien om betere zorg te leveren aan mensen die door een gehoorverlies minder goed horen.

Horen is namelijk meer dan enkel oren.

“Nicht sehen trennt die Menschen von Dingen. Nicht hören trennt die Menschen von Menschen”. Immanuel Kant, Duitse filosoof achttiende eeuw. Hij zag al dat met elkaar praten, een gesprek hebben, informatie en kennis uitwisselen, dat al dit ons eigenlijk pas echt mens maakt. Het niet kunnen zien verwijdert je van dingen om je heen, het niet kunnen horen maakt het moeilijker om je te verbinden met mensen. Een sociaal isolement is een vaak gehoord probleem bij ernstig slechthorenden.

Onlangs mocht ik op een boekpresentatie spreken van een van mijn patiënten. Saskia Boer, haar debuut Mam hoort weer! Van hoortoestel tot cochleair implantaat. Een aangrijpend verhaal van een jonge moeder die langzaamaan doof wordt. Haar eigen verhaal heeft ze geschreven in romanvorm, waar ze vanuit het perspectief van haarzelf en vanuit het perspectief van haar dochter de impact beschrijft van een progressief gehoorverlies op het leven in een gezin. Geluiden die voor ons zo vanzelfsprekend zijn om die dan te gaan missen.

Schermafbeelding 2018-05-20 om 13.02.47

Op de kaft van het boek heeft Saskia de voor haar zo bijzondere geluiden en ervaringen weergegeven. De schoenen, de kerkklok, al dit met een verhaal er bij. Maar ze beschrijft ook de andere zintuigen die daar waar mogelijk gaan compenseren. Eerder dingen zien, ruiken en voelen. Een eye-opener voor iedereen die met gehoor te maken heeft, wij allemaal dus.

Onze zintuigen worden vandaag ook geprikkeld. Mogen we ons daar vandaag nog bewuster van worden.

Dat we kunnen leren van het gesproken woord, kunnen genieten van de muziek, kijken naar beelden die onsgetoond worden in de presentaties, dat we de koffie en het gebak straks in de pauze nog sterker mogen ruiken en proeven en dat we af en toe kippenvel mogen hebben van wat ons wordt verteld.

Ik nodig jullie uit om vandaag al die zintuigen te gebruiken en je te laten informeren en inspireren, maar vooral ook om de passie in dit vak samen te delen en straks in jullie eigen werk op alle mogelijke manieren met nog meer plezier een luisterend oor te zijn voor de cliënt.

Wat een mooi vak; de Audiologie.

Ik wens jullie een leerzaam en boeiend congres toe. In en tussen de oren!