Mijn deur van de spreekkamer staat open en op de gang hoor ik collega’s gezellig bijkletsen over het afgelopen weekend. Het spreekuur gaat zo beginnen. Mijn PC start op en het geruis van de harde schijf is nog net te horen.
Op de gang hoor ik de pomp van de watertap; een collega vult zijn waterflesje voor deze dag. Boven bij taal loopt een collega op hakken door de gang. De schoolkinderen van de Mgr. Hanssenschool spelen buiten voordat de lessen beginnen. Ze schreeuwen van plezier.
De vogels fluiten want de zomer laat ook langzaam steeds meer van zich horen. De auto’s rijden in de verte op een maandagochtend. Al die geluiden komen mijn oor binnen, brengen mijn trommelvlies in beweging en worden in mijn brein omgezet in hoorbare geluiden. Ik kan ze allemaal waarnemen, herkennen en lokaliseren. Zelfs op kilometers afstand hoor ik al een klein vliegtuig dat deze vroege maandagochtend gaat overvliegen. Want het Doppler-effect laat mij horen dat het vliegtuig naar mij toekomt.
Dat ik deze geluiden herken en tot in detail kan beschrijven, dat ik de collega’s woordelijk kan verstaan, maar me ook kan focussen op de spelende kinderen buiten en dat specifieke geluid van die schreeuwende kinderen zelfs een heerlijk gevoel geeft omdat ik het koppel aan vrijheid en blijheid, is wonderbaarlijk.
Als natuurkundige vind ik het ongelofelijk hoe dit alles zo kan werken. Maar vooral hoe alles precies zo kan groeien. Dat trommelvlies, die gehoorbeentjes – de kleinste botjes van het menselijk lichaam – en dan dat slakkenhuis, de cochlea, met binnenin het orgaan van Corti en duizenden trilhaartjes, buitenste en binnenste, kleine spiertjes die als vanzelf gaan dansen op muziek, het is geniaal.
Laat staan wat er verderop in het brein gebeurt. Al die geluidstrillingen worden als neurale activiteit via de zenuwbanen verder geleid en we halen veel informatie uit al die prikkels. Wat we met ons gehoor kunnen waarnemen, maakt dat we kunnen deelnemen aan gesprekken, sociale contacten leggen, een luisterend oor bieden, en gehoord worden. Het gevoel er bij te horen maakt dat we mens zijn.
Iemand zijn gehoor teruggeven of technische ondersteuning bieden om dat gehoor te verbeteren, raakt aan de kern van het mens zijn. Wat als je niet meer goed kunt horen? Geluiden niet meer waarneemt? Geen gesprek meer kunt volgen?
Gehoorverlies komt niet enkel bij ouderen voor; ook op jonge leeftijd kan het gehoor al minder zijn. Dan is het van belang om te onderzoeken wat beter kan, waar oplossingen mogelijk zijn. Medisch met medicatie of een operatie, technisch met moderne apparatuur en psycho-sociaal, hoe ga je met gehoorverlies om op werk, thuis, of in opleiding.
Van KNO-arts tot ambulant begeleider, van audiologie-assistent tot psycholoog en van audioloog tot praktijkondersteuner huisarts, ieder kan een bijdrage leveren aan dit proces.
Daarom is de audiologie zo’n bijzonder mooi vak. Ons hoorsysteem is iets geniaals: zo complex, met zoveel elementen die meespelen en dat biedt kansen en mogelijkheden om aan te werken. Oplossingen te vinden voor wat niet meer goed werkt.
Van trommelvlies tot auditieve verwerking, van de scores op het spraakverstaan in ruis tot operatieve mogelijkheden aan hamer, aambeeld en stijgbeugel. Stap voor stap bekijken wat er scheelt om persoonlijk advies te geven en daarmee de levenskwaliteit te verhogen, is het mooie van dit vak: de audiologie.
In de reeks van “Horen is meer dan enkel de oren!”