Toen was God heel gewoon

In de serie van “De kracht zit in de mens zelf”.

Het verhaal van een volwassen man, trotse vader van een gezin dat anderhalf jaar geleden is gevlucht vanuit Syrië naar Nederland. Met zijn gezin al een verblijfsstatus heeft en zeker niet meer terug kan naar het geboorteland.

Onmogelijk. Waarom? Dat verhaal is letterlijk te triest voor woorden en kan ik daarom ook hier niet beschrijven, geen woorden die de pijn en verdriet van verlies kunnen beschrijven.

Maar waar het mij om gaat is het volgende: Ik zag meneer eerst met zijn vrouw. Een mooie krachtige vrouw, met hoofddoek, maar haar bijzonder sterke persoonlijkheid is in haar gezicht, in haar houding en in haar ogen te zien.

Omdat haar echtgenoot geen woord Nederlands spreekt, spreekt zij voor haar man. En dat met veel liefde en respect, zo mooi om te zien.

Zij spreekt zeer gebrekkig Nederlands, hij dus helemaal niet.

De bedoeling is schijnbaar dat ik via haar eigen mobiel de zoon bel, die beter Nederlands spreekt en zo als tolk kan functioneren. Een professionele tolk wordt namelijk niet meer vergoed, vandaar dat we het op deze manier moeten aanpakken.

Alleen het probleem op deze dag is dat het gesprek dat ik in de planning had minstens één uur zou gaan duren, waarin ik aan de hand van plaatjes en tekeningen, zoals gewoonlijk in mijn tinnitusspreekuur, één en ander zou gaan uitleggen.

Mijn vraag is of zij samen met de zoon een nieuwe afspraak kunnen maken, waarin we het gesprek dan live op het audiologisch centrum kunnen laten plaatsvinden.

Het is echter twee weken voor de zomervakantie, het hele spreekuur de komende weken is volledig volgeboekt. Om deze mensen eerder te zien maken we een afspraak op de eerstvolgende maandag na werktijd. Na werktijd, zodat ik voor dit gesprek uitvoerig de tijd kan nemen. Anders heeft het geen zin.

Een nieuwe afspraak wordt gemaakt.

De maandag erop zijn ze er, de zoon is nu meegekomen. Hij woont al bijna drie jaar in Nederland en spreekt uitstekend Nederlands en Engels.

Een moderne zoon, ik schat net zo rond de twintig. Hij staat nog helemaal aan het begin van zijn leven en nu al deze ervaringen die hem meteen volwassen maken. Hij die nu een soort van “vaderrol” krijgt over het gezin, want hij spreekt de taal van hier.

In het land der blinde is één oog koning.

Het gesprek verloopt veel beter. De vader die in het vorige gesprek geen woord zei, maar nu, omdat hij via zijn zoon in zijn eigen taal zijn verhaal kan vertellen, als een waterval aan verhalen met me deelt.

Hij kan mij vertellen dat hij de vreselijkste dingen heeft meegemaakt. Zijn oren flink ontstoken zijn geweest. In zijn land door oorlog geen goede zorg beschikbaar was en hij nu met een ernstig gehoorverlies achter blijft en naast de beperking die dit gehoorverlies geeft in het horen, hij ook nog last heeft van die irritante ruis in beide oren, rechts meer dan links. Tinnitus.

Ik leg alles tot in de puntjes uit. Vanaf de oorschelp tot aan de auditieve cortex. Gelukkig via zijn zoon begrijpt hij wat de bedoeling is, ook de zoon begrijpt het volledig. Het gehoorverlies, de impact die de stress en spanningen hebben gehad. Nu het nieuwe leven in Nederland, het onbegrip, de spanningen in de wereld, de ontwikkelingen, het onwetende, het onbekende. Al dit samen en de invloed op het gehoor en de tinnitus.
De brug naar het vervolgtraject in onze tinnitusbehandeling is gemaakt.

We hebben uiteindelijk nog een ontzettend leuk gesprek over het feit dat ik vanuit de spraakverstaanbaarheid het heb over frequentie en luidheid in tonen. De beschrijving van het gehoor, dat de vader met een trotse blik nog hierop mij wil laten weten dat in hun taal, de Arabische taal, het heel gebruikelijk is om bij de beschrijving van iemands uiterlijk, naast de kleur van het haar of van de ogen, de lengte, het postuur, ook de kleur van iemands stem te beschrijven. Dat er in de Arabische taal daar specifieke woorden voor zijn. Meer in de vorm van een zachte stem of een harde stem. Waarbij zacht en hard, hier niet in volume is, maar in kleur. Hoe mooi is dat! Uiterlijk is het dus niet alleen!

Voordat ze naar buiten gaan kan ik het niet laten de zoon te vragen hoe het nu zal gaan met Syrië. Wat hij er van denkt.

De zoon, een hele nette jonge man, gemotiveerd, positief, respectvol, slim, enkel een goed persoon, met een ongelofelijke dankbaarheid naar Europa en vooral naar Nederland. Dankbaar voor de kansen die hem geboden worden en hij met beide handen aanpakt. Hij wel!

Wat ik dan denk: “Genoeg Nederlanders in mijn omgeving die ik ken, die die kansen laten liggen. In vele betere omstandigheden verkeren en enkel maar durven te klagen en O wee, als een vluchteling iets te veel steun krijgt…”.

Anyway, kan ik nog wel even over doorgaan…

Maar ik had het met deze jonge Syriër over journalisme en het kiezen van woorden.

Hij is een trotse Syriër. Een trotse houding ontstaat op het moment hij vertelt over zijn land, zijn geboorteland. Met tranen in zijn ogen: “Syrië is zo een mooi land, zulke lieve mooie mensen, en een handje vol landgenoten met daarbij vele externe partijen die dat mooie land helemaal kapot maken. Geen moslims, geen IS, IS bestaat überhaupt niet meer, het zijn nu meerdere andere partijen die er voordeel bij hebben dat die oorlog blijft bestaan…”.

“Waarom?” Vraagt hij zich af. “Waarom, wordt bij de berichtgeving van de aanslag in München in de kop van de titel in kranten meteen ook genoemd dat de dader een Iraniër is, waarbij dit IRANIËR zelfs in kapitaalletters staat?”

Dit hele gesprek zet mij aan het denken.

Daarbij vraag ik mij af:
Is het dan nu zo dat het huidige journalisme vooral kijkt naar het entertainment-effect? Wat is het “de grote massa” wil horen? Waar haal ik de meeste kijkers/lezers vandaan?

Is er niemand van de redactie die kijkt naar hoe kunnen we berichtgeving zo vorm geven dat we de doemdenkers geen kans geven? Dat “we” meewerken aan wereldvrede?!

Ik ben er namelijk van overtuigd dat je elk bericht kunt ombuigen naar welke kant jou het beste past. Zeker als het om titels van stukken gaat. Waar ligt de focus.
En net de mensen waar het mij om gaat, waarbij het van belang is om net die mensen van goede info te voorzien, om zo die negatieve gedachten te veranderen, mensen die enkel koppen, titels lezen en “POW-nieuws” kijken.

Entertainment-journalistiek!

Lol hebben om anderen af te zeiken, mensen willen pakken op hun zwakte ook al bedrijven ze uitermate goeie politiek voor het behoud van wereldvrede.

In het gesprek met die jonge Syriër werd mij één belangrijk aspect duidelijk, in de huidige maatschappij, waarin we vluchtig nieuws tot ons nemen: interesse in diepgang is er niet meer, enkel koppen en filmpjes van max 1 minuut bekijken, want anders is het te saai. Al deze info bepaald waarop mensen straks weer gaan stemmen, dit bepaald dat een “Mohamed” in Maastricht als student geen kamer kan krijgen, omdat op moment hij zijn naam op het intake-formulier schrijft, hem letterlijk tot drie keer toe de deur wordt gewezen, zeker als je ook nog eens uit Syrië komt.
De verhuurders niet even een gesprek aangaan en even doorvragen, interesse tonen en er dan achter komen dat dit een echte moslim is.

Een echte moslim, een man met een hart van goud. Geen vlieg kwaad kan doen, want God is met hem, geeft hem vertrouwen, geeft hem kracht. Waakt over hem.

Op mijn vraag; Denk je dat het ooit nog goed komt met Syrië? antwoordde hij; God, zal het weten, het is aan God.

“In Sha Allah”. Als God het toelaat.

Gelijk heeft hij, te bedenken dat God niet een persoon is, maar iets groters dan wij als mens. Een kracht die wel in ons allemaal zit, maar ook in die vlinder, die boom, het water, het goddelijke, wat eigenlijk met geen pen te beschrijven is, waar wij als mens vaak gewoon maar aan voorbij gaan, het mooie dat ons gegeven is: het Leven!

Het is maar hoe je het bekijkt.

Laten we hopen dat het allemaal goed komt, m’n opa zou zeggen: “Es Gott bleef!”, “Als God het toelaat”. Toen ook was God heel gewoon.

In Sha Allah – إِنْ شَاءَ ٱللَّٰهُ

“Wat ben ik blij dat ik vandaag hier naartoe gekomen ben!”

Een dame op leeftijd, de volgende maand is ze jarig en wordt ze negentig! Een mevrouw nog zo fit als een hoentje en geestelijk helemaal bij. Daar teken ik voor. Samen met haar zoon is ze op mijn spreekuur. De zoon is waarschijnlijk al de vijftig gepasseerd, maar nog steeds haar kleine jongen.

Deze mevrouw is ernstig slechthorend, gebruikt beiderzijds hoortoestellen en ondanks deze hulpmiddelen moet ze zich heel goed concentreren om alles goed mee te krijgen, kan wel redelijk met haar slechthorendheid omgaan, maar haar hoofdklacht is die irritante pieptoon midden in haar hoofd, ze wordt er helemaal gek van, vooral het ’s nachts. Tinnitus.

Zoals gewoonlijk begin ik mijn uitleg, peil daarbij hoe de patient de informatie oppakt en ga dan weer verder. Boven verwachting kan ze mij volgen, qua gehoor, maar ook qua begrip. Ze wordt geraakt door wat ik haar te vertellen heb, gaat letterlijk op de punt van haar stoel zitten om alles mee te krijgen. Ik praat langzamer, waardoor ik al als vanzelf duidelijker articuleer. Elk woord kan ze volgen. Haar ogen schitteren bij wat ze nu meekrijgt. Het wordt elke zin voor haar duidelijker waar het probleem vandaan komt, hoe ons complexe auditieve systeem werkt en nog belangrijker, het wordt haar ook duidelijker dat er wel iets aan te doen is. Ongelofelijk hoe snel ze de informatie oppakt.

Ze kijkt naar haar zoon en zegt: “Wat ben ik blij dat ik vandaag hier naartoe gekomen ben!”.

Een mevrouw van 90 jaar, vele jaren al aan het zoeken geweest om iets te doen aan die irritante pieptoon, iets om die vicieuze cirkel waarin ze is terechtgekomen te doorbreken. Zij het nu pas gaat inzien hoe die cirkel te doorbreken is. Dat ze zelfs nu meteen al ziet dat de kracht in haarzelf zit, wij haar daarin gaan en kunnen helpen. Ze het tot in detail al meteen begrijpt. Ze in haar eigen woorden mijn verhaal kort nog eens herhaalt en ze zo blij is, dat ik in haar 90-jarige ogen de sprankeling zie, waarschijnlijk diezelfde traantjes van geluk en blijdschap, die ik ook voel.

Met een brede lach op haar gezicht loopt ze naar buiten en gaat vol vertrouwen de vervolgafspraken tegemoet. De woorden “Wat ben ik blij dat ik vandaag hier naartoe gekomen ben!” klinken nog na in mijn oren.