“Wat ben ik blij dat ik vandaag hier naartoe gekomen ben!”

Een dame op leeftijd, de volgende maand is ze jarig en wordt ze negentig! Een mevrouw nog zo fit als een hoentje en geestelijk helemaal bij. Daar teken ik voor. Samen met haar zoon is ze op mijn spreekuur. De zoon is waarschijnlijk al de vijftig gepasseerd, maar nog steeds haar kleine jongen.

Deze mevrouw is ernstig slechthorend, gebruikt beiderzijds hoortoestellen en ondanks deze hulpmiddelen moet ze zich heel goed concentreren om alles goed mee te krijgen, kan wel redelijk met haar slechthorendheid omgaan, maar haar hoofdklacht is die irritante pieptoon midden in haar hoofd, ze wordt er helemaal gek van, vooral het ’s nachts. Tinnitus.

Zoals gewoonlijk begin ik mijn uitleg, peil daarbij hoe de patient de informatie oppakt en ga dan weer verder. Boven verwachting kan ze mij volgen, qua gehoor, maar ook qua begrip. Ze wordt geraakt door wat ik haar te vertellen heb, gaat letterlijk op de punt van haar stoel zitten om alles mee te krijgen. Ik praat langzamer, waardoor ik al als vanzelf duidelijker articuleer. Elk woord kan ze volgen. Haar ogen schitteren bij wat ze nu meekrijgt. Het wordt elke zin voor haar duidelijker waar het probleem vandaan komt, hoe ons complexe auditieve systeem werkt en nog belangrijker, het wordt haar ook duidelijker dat er wel iets aan te doen is. Ongelofelijk hoe snel ze de informatie oppakt.

Ze kijkt naar haar zoon en zegt: “Wat ben ik blij dat ik vandaag hier naartoe gekomen ben!”.

Een mevrouw van 90 jaar, vele jaren al aan het zoeken geweest om iets te doen aan die irritante pieptoon, iets om die vicieuze cirkel waarin ze is terechtgekomen te doorbreken. Zij het nu pas gaat inzien hoe die cirkel te doorbreken is. Dat ze zelfs nu meteen al ziet dat de kracht in haarzelf zit, wij haar daarin gaan en kunnen helpen. Ze het tot in detail al meteen begrijpt. Ze in haar eigen woorden mijn verhaal kort nog eens herhaalt en ze zo blij is, dat ik in haar 90-jarige ogen de sprankeling zie, waarschijnlijk diezelfde traantjes van geluk en blijdschap, die ik ook voel.

Met een brede lach op haar gezicht loopt ze naar buiten en gaat vol vertrouwen de vervolgafspraken tegemoet. De woorden “Wat ben ik blij dat ik vandaag hier naartoe gekomen ben!” klinken nog na in mijn oren.

Spreken in het openbaar

De zaal zit bommetje vol, zo’n honderd mensen, allemaal geïnteresseerd in de gespecialiseerde tinnituszorg Adelante.
De eerste avond is al helemaal volgeboekt, een tweede avond staat al extra gepland. Ik heb er zin in!

Komt er een mevrouw na afloop van die eerste avond naar mij toe:
“U kunt het wel goed uitleggen, ik begrijp het nu pas allemaal veel beter. En u spreekt ook zo duidelijk en makkelijk.”

Makkelijk? Ja,nu gelukkig wel. Ze moest eens weten…

Ik, die vroeger een sociale fobie had, bij een familiefeestje zo verlegen was, dat als een tante vroeg hoe het met me ging ik enkel een paar woorden zei en ik het gesprek al snel naar iemand anders leidde, meestal naar m’n één jaar jongere broer, die geen probleem had met het spreken in het openbaar.
En zo tot m’n pubertijd steeds al die situaties kunnen vermijden. Het probleem werd echter enkel groter. Middelbare school werd een hel. Meest gênante momenten waren het voorlezen in de klas.

Uit m’n dagboek:
“Saskia, zat twee rijen naast me, zij had al voorgelezen en dat ging perfect, zelfs een compliment van de leerkracht. Maar ondertussen waren we al pagina’s verder, ik was al aan het tellen waar ik ongeveer zou uitkomen. Ik wilde me al voorbereiden op, lette al helemaal niet meer op het verhaal dat we aan het lezen waren.
En weer de volgende, de volgende dichterbij in de rij, mijn rij! Nog twee mensen voor me, ik voelde mijn hart al sneller kloppen, het zweet in mijn handpalmen, het warme gevoel in mijn lichaam. Engelse woorden dansend voor me, de woorden die nu gelezen worden, maar ook de woorden die ik straks lezen zal. En daar is weer de volgende alinea. Nu nog maar 1, hierna ben ik. Mijn hart hoor ik nu kloppen in beide oren, mijn ademhaling is sneller en stokt zo wat in mijn keel, mijn gedachten slaan nu op hol, binnen in mij is chaos. Van buiten verstil ik, als je nu mij zou zien zitten dan was er niets te zien, misschien een iets warmere rode kleur in mijn gezicht, maar dat zou ook van de warmte in de klas kunnen zijn, maar je zou niet denken aan die verlegenheid, die toch zo obvious is.

“Heel goed, Olaf, heel goed! Mooi! Dyon, jij bent aan de beurt!”

O, mijn God. Daar gaan we!

De eerste woorden lukken, daarna is het meteen over. Het blokt gewoon ergens in mijn keel. Ik moet nu helemaal rood zijn, dat zweet op m’n hoofd moet echt toch wel iedereen zien, dus ook voor Saskia. Net haar wil ik dat niet laten zien. Ik wil niet dat timide mannetje zijn die nog niet eens kan voorlezen. Het is over. Het lukt niet. Ik kan dit niet.
Ik kijk op, naar de leerkracht, misschien redt hij me, misschien redt hij me. En ja, het hoeft niet. Het is niet nodig om door te gaan. Waarschijnlijk weet de leerkracht dat ik goed kan compenseren met m’n woordjes leren en schrijven. Hij ziet mijn struggle en dat hoeft nou ook weer niet. “Gelukkig”, denk ik.
Heel even maar, want daarna heb ik weer spijt. Spijt dat het me weer niet is gelukt. Hoe dom kan ik zijn?”

Dat ik deze situatie na 27 jaar, nog zo in detail kon beschrijven, geeft aan hoeveel impact dit op mijn leven heeft gehad.
Nu, nu weet ik dat hier een aantal factoren speelden waardoor de situatie enkel erger werd.
Het had heel anders kunnen lopen als ik daar al had geweten wat ik nu weet: De kennis om een dergelijke situatie geheel om te buigen.

Hoe ik deze angst om in het openbaar te spreken uiteindelijk overwonnen heb, dank ik, elke dag nog steeds, aan m’n vader. Hij kwam rond mijn 18de, met een krantenartikel waarin mensen gezocht werden om deel te nemen aan een wetenschappelijk onderzoek van, toen nog de Rijks Universiteit Limburg, de RUL, nu University Maastricht.
Ze zochten jongeren met een sociale fobie. Ik mij aangemeld, mocht op gesprek en ja hoor, ik voldeed volledig aan de gestelde criteria, ik mocht deelnemen.
Ik had net mijn rijbewijs kan ik me nog herinneren en daar ging ik, elke week naar Maastricht en dat een aantal maanden lang.

Die cursus, die ervaring, heeft m’n leven compleet veranderd.

Die ervaring zou ik graag ooit nog willen delen met jongeren die net als ik toen niet durven te spreken in het openbaar, waarbij die angst om te spreken in het openbaar een belemmering vormt in hun persoonlijke ontwikkeling. Ik zou ze dolgraag willen helpen om die angsten een plek te geven en gewoon vrij te kunnen spreken, ook al zijn er die angsten, zodat ook zij hun stem durven te laten horen. Vrij zijn om te kunnen spreken in het openbaar.

Maar vergeet niet, dat de ontwikkeling die ik heb doorgemaakt, de (persoonlijke) reis, zoals ik het steeds weer zie, de reis hier naar toe, van het niet kunnen en durven spreken naar het zo veel plezier beleven aan de mogelijkheid om anderen je ervaringen en kennis te vertellen, te delen, dat die reis, ook de moeite waard is geweest!
Ik ben er van overtuigd dat iedereen in zijn leven een struggle heeft die hij moet overwinnen. De persoonlijke ontwikkeling waar je sterker en wijzer van wordt. Die reis alleen al, is al mooi genoeg. Om dan uiteindelijk boven op de top aan te komen en terug te kijken op het pad welk je gegaan bent is dan een fantastisch zicht.