Homo deus

Ben nu een boek aan het lezen: Homo Deus, Yuval Noah Harari. Een kleine geschiedenis van de toekomst. Hoe toepasselijk in deze tijd. Het boek zet me aan het denken. Een aspect bijvoorbeeld wat echt even iets duidelijk maakt en in perspectief zet:

In 2010 zijn er drie miljoen mensen overleden aan obesitas en verwante ziekten, terroristische aanslagen wereldwijd 7697 mensen.

Terroristen spelen in op angst en zetten aan tot haat. Het is een show die aanzet tot angst en paniek om zo hele bevolkingsgroepen op te zetten tegen elkaar.

Een prachtig voorbeeld wordt gegeven, net als een mug in een porseleinenwinkel. Die mug kan geen theekopje omgooien, maar kan wel een stier in die ruimte helemaal gek maken als die mug in het oor gaat zoemen en die stier alles omvergooit.

Een eenmansactie die een hele stad op slot gooit, de meest speciale politie-eenheid de straat op gaat en alles uit de kast wordt gehaald om “veiligheid” te creëren. Terwijl net het tegenovergestelde gebeurt.

Zie de gebeurtenissen Utrecht, maar ook al vele andere aanslagen elders, waarbij het in de meeste gevallen het zelfs geen terrorist was, maar een waanzinnige die een eenmansactie uitvoerde.

Het kwaad is dan de actie en reactie van de mensheid zelf. Van een mug een olifant maken en het kwaad is geschied. Een politiek veld wordt er gecreëerd om nog meer verdeeldheid te genereren. Bevolking nog meer uit elkaar te drijven en de schijn te wekken door grenzen te sluiten het kwaad buiten te houden. Schijnveiligheid. In een tijd waarin wapens steeds makkelijker te krijgen zijn en er waanzinnigen zijn die tot een wanhoopsdaad gedreven worden en onschuldige mensen gaan vermoorden.

Maar het ergste van dit alles is, de focus op enkel dat wat zo negatief is. Verbanden met godsdiensten leggen waarbij eenmansacties zelfs geen enkele relatie hebben met religie of afkomst.

Wat er dan sowieso gebeurt is enkel dat zien en horen wat een verkeerde onderbouwing is van die eigen negatieve gedachten.

Twee elementen die hierin een rol spelen. Het eerste is enkel de focus op het negatieve. Als je een dikke zwart stip op een A4 tekent en vraagt aan een groep mensen om te beschrijven wat ze zien, zal een groot deel enkel de zwarte stip noemen en het helemaal niet hebben over al dat wit er om heen of het papier, het materiaal waarop de stip geschreven is.

Tweede is de mindset op dat wat je graag wilt zien en horen. Vergelijkbaar met als een koppel in blijde verwachting is, zij dan veel meer zwangere vrouwen zien. Of als iemand een bepaald merk auto gaat kopen ook dat specifieke merk meer op straat gaat zien. Dus zij die social media bekijken of het nieuws even scrollen, dan vooral dat zien om hun eigen kleur nog meer te onderbouwen.

En dit alles maakt dat mensen vanuit een bepaald perspectief naar de wereld kijken, zorgen hebben en uiteraard daar naar gaan handelen.

Wat ik hoop dat toch veel mensen het mooie blijven zien van de mens. Vanuit de gesprekken die ik met zo veel patiënten heb, gesprekken die waarschijnlijk nooit voor een groot publiek te horen zullen zijn, gesprekken die vaak genoeg gaan over dat wat iemand heel erg raakt en men zeker niet zo maar naar buiten brengt, maar wel stuk voor stuk kleur geven aan de mensheid. Ik hoop dat er genoeg mensen positief blijven kijken naar andere culturen, van elkaar leren en nieuwe dingen ontdekken, open minded zijn en daarmee elkaars wereld beter begrijpen.

Het boek Homo Deus laat ook zien dat enkel nog maar twee generaties geleden, ziekten, oorlogen en natuurrampen miljoenen slachtoffers heeft gemaakt, dat we nu in een tijd leven waarin er al twee generaties zijn die geen oorlog kennen. Epidemieën bijna altijd te behandelen zijn. HIV, aids, SARS, ebola, noem maar op, het gaat “even” aan ons voorbij. De zwarte dood en de Mexicaanse ziekte hebben nog niet zo lang geleden hele bevolkingsgroepen van de aarde gevaagd. In een tijd dat bovennatuurlijke krachten en God als enige oplossing werden gezien.

We leven nu in een tijd waarin er niemand meer omkomt van de honger. Er wel genoeg arme mensen zijn die in diverse landen honger lijden, maar er niet meer aan overlijden. Het zou nog zo veel beter kunnen, alleen als we elkaar meer zouden vinden. Grenzen niet zouden bestaan en er meer geld verdeeld werd. Om ook die mensen te helpen die het echt nodig hebben.

Zij die dit kunnen lezen, hier nu, ik weet zeker, jij hebt een dak boven je hoofd, elke dag te eten, een bed om in te slapen, een ziektekostenverzekering, je kunt gaan en staan waar je wilt, hebt mensen om je heen waarmee je kunt praten en last but not least, vrijheid. Vrijheid om dit hier te lezen, een mening te hebben en het is aan jou wat je doet. Welke steentje zou jij kunnen bijdragen om deze wereld een beetje beter te maken voor zij die het geluk niet hebben gehad in het goede land geboren te zijn?

Laat het me weten in de comments.

Un Abrazo Para Los Amigos

Afgelopen vrijdag was ik op bezoek bij Math en Tonny Roijen. Bijzonder mooie mensen die ik mocht ontmoeten. Vrienden van mijn ouders en via Facebook al jaren vrienden met mij. Maar nog nooit live ontmoet. Wetende dat wij ons hart voor mensen op dezelfde plaats hebben zitten, goed willen doen voor de mens op deze wereld. Daar waar mogelijk echt iets betekenen om iemands leven beter te maken. Zij die het nodig hebben kwaliteit van leven te geven. Math en Tonny hebben hier hun levenswerk van gemaakt en daar wilden we het sowieso over hebben.

Een levenswerk waar uiteindelijk de stichting Un Abrazo Para Los Amigos uit voort is gekomen. Letterlijk vertaald “Een knuffel voor vrienden”. Maar het is meer dan dat, het is één grote passie en empathie voor de wereld van heel veel armoedige kinderen in Argentinië. Math heeft daar lang geleden gewerkt en zag de armoede, de armoede die zijn hart brak, maar hem wel de belofte liet maken dat mocht de tijd komen dat hij en zijn vrouw de mogelijkheid hadden om iets voor deze kinderen te betekenen dan zouden ze teruggaan naar Argentinië. En zo geschiede.

De officiële doelstelling van deze stichting “Un Abrazo Para Los Amigos” is om met projecten het onmogelijke mogelijk te maken. Om mensen te laten zien dat ondanks alle ellende en armoede, onderwijs en het creëren van werk waar je geld mee kunt verdienen altijd mogelijk is. Kinderen vakken te leren waar ze later zelfstandig mee verder kunnen. De Engelse taal eigen maken, zodat deze kinderen straks een streepje voor hebben en daarmee betere kansen op de arbeidsmarkt hebben. Voor onderdak en eten zorgen en zij die hulpbehoevend zijn door een handicap, hulp bieden. Straatkinderen die zonder Un Abrazo Para Los Amigos een vreselijk leven zouden hebben, laat staan überhaupt een goede toekomst zouden kennen.

Hoe mooi om te zien hoe de familie Roijen zo veel kan betekenen en dat al jaren lang, daar in Argentinië. Een druppel op een gloeiende plaat? Stel dat dat het argument zou zijn om het niet te doen, dan was de strijd al lang verloren. Dit is meer dan die ene druppel, het is een inspiratiebron voor velen om door te gaan, een voorbeeld te zijn voor anderen om goed te doen. Dat wie goed doet, goed ontmoet. En elk kind hierdoor geholpen is, toch weer één kind is met een prachtige toekomst, wie weet hét kind dat straks ooit nog politiek actief gaat zijn en een rolmodel kan zijn voor vele anderen, misschien zelfs president van het land mag gaan zijn.

Bruggen bouwen, huizen om in te wonen, scholen om goed onderwijs te geven. Géén muren om grenzen dicht te timmeren en daarmee proberen mensen buiten te sluiten. Níet eerst aan jezelf denken en dan pas aan anderen, dat mag en moet het voorbeeld niet hoeven te zijn.

Problemen in de maatschappij moet je daar aanpakken waar de bron zit. Goed onderwijs en een leerzame opvoeding geven, dat is wat er in deze wereld nodig is.

Elke knuffel die dat mogelijk maakt is er één. Alle kleine beetjes helpen. Samen het onmogelijke mogelijk maken. Wonderen bestaan, we maken er zelf deel van uit.

Een like op de FB-pagina van deze stichting kan echt al iets uitmaken. Dus mocht je deze stichting willen steunen, is alleen al jouw like zeker de moeite waard!

Dank!

Laten we samen deze wereld daar waar mogelijk een beetje beter maken. Het zijn wij die nu leven die het toch moeten doen. Niemand anders.

Cliché, maar de wereld verbeteren begint echt bij jezelf.

Link naar FB-pagina Un Abrazo Para Los Amigos

Audiologie en kunst

Het magazine voor alle hoorprofessionals; Audiology Infos. Een magazine voor heel Nederland en België. Hoe mooi om aan de collega’s en vakgenoten te laten zien dat vanuit de kennis in de audiologie en de passie in kunst, nieuwe inzichten gevonden worden.

Lees hier het hele artikel.

Delen mag!;)

 

Nieuwe werelden ontdekken

Afgelopen week nam ik deel aan de stafdag Adelante, een hele dag intensief vergaderen met een groot deel van alle medisch specialisten Adelante. Als klinisch fysicus – audioloog, sinds enkele jaren met een AGB-code, lid van LAD (Landelijke vereniging voor Artsen in Dienstverband), daarmee een gelijkgesteld beroep aan de medisch specialist in de zorg en daarmee ook lid van de medische staf Adelante.

Hoe mooi ook, omdat ik van mening ben dat er een nieuwe generatie zorgverleners, maar ook zorgstructuur aan het opkomen is, waarbij wij als klinisch fysici een meerwaarde kunnen geven in die complexiteit van de hedendaagse zorg.

Een revolutie in de zorg is gaande. Sowieso al jaren een trend, het holistisch denken. Niet meer enkel inzoomen op één aspect, maar de patiënt bekijken als mens, niet als een machine waar iets in stuk is en gerepareerd moet worden, nee, ook kijken naar wat het medisch ingrijpen met de mens achter de patiënt doet.

Vaak ook de softe kant in de zorg genoemd. De psycho-sociale kant. En laat dat nu net een van mijn passies zijn.

“De mens op zich is als een kunstwerk” heb ik ooit gezegd. Elke persoon is een uniek exemplaar. Bloemen, bomen, watermoleculen, een appel, een banaan, heel veel in de natuur heeft precies dezelfde vorm en eigenschap, maar elk mens is een individu, één persoon op zich, niemand is hetzelfde. Zelfs een ééneiige tweeling geeft een verschil in karakter, in het zijn. En dat, dat maakt ons mens.

Een bijzondere eigenschap is ook dat wij kunnen nadenken over wat er om ons heen gebeurt. Wij zijn het enige wezen dat kan analyseren, beredeneren, wiskundige berekeningen kan maken om dat wat we in de natuur zien gebeuren in wiskundige, natuurkundige en scheikundige formules weten om te zetten. Met alle kennis die we nu hebben, kunnen we berekenen dat als ik die muur uit de achtergevel breek, met dat dak en die constructie erboven, precies die balk met dat gewicht en die vorm op die plek moet komen om al dat wat erboven zit te dragen en het huis veilig kunnen bewonen. Ik zit er nu midden in, een grote verbouwing thuis. 🙂

Maar dat laat mij tevens zien hoe ver wij als mens zijn in wat er allemaal al kan. Wat wij al allemaal kunnen, grote bewondering om te zien met welk een gemak die aannemer kijkt naar al dat wat in de bouw nu al mogelijk is. Maar ook om te zien welk een techniek we vandaag de dag hebben om dat alles tot in detail te berekenen en toe te passen en te maken. Maar met die bewondering waarmee ik naar de aannemer kijk, met diezelfde verwondering kijk ik nu in de zorg.

Het computertijdperk heeft namelijk al die kennis en vaardigheden in een stroomversnelling gebracht en we zijn ons daar vaak niet van bewust. Maar dat bewustwordingsproces begint er langzaam meer en meer te komen. We gaan van het meten is weten, naar wat doen we dan precies? De achterliggende gedachte van wat wil dit alles nu zeggen? Wat kan ik er mee? Het inzicht. Maar dan vanuit vele invalshoeken tegelijk bekeken. Verschillende disciplines die vanuit hun specialisme gaan samenwerken.

En dat is echt iets nieuws. Voorheen was er de dokter die enkel vanuit zijn eigen professie keek en op het moment dat deze dan vanuit zijn vakgebied niet meer verder kon, kwam de dooddoener: “Ik kan niets meer voor u betekenen” of “Sorry, maar daar moet u mee leren leven”.

Wat dat met een mens dan doet is bijna onmenselijk, de gedachte dat niemand jou meer kan helpen is zo pijnlijk, geeft zo een verlies, dat enkel die woorden je nog slechter laten gaan voelen. Terwijl er nog zo veel mogelijk is. Want ons brein is iets fantastisch.

Op dit moment ik hier deze woorden schrijf flits er in een milliseconde door mijn brein een gedachte die mij laat zien hoe geniaal dat brein is. Alleen hoe dan kan ik die gedachte in woorden hier nu op papier krijgen?

Want dat inzicht is dus het nieuwe tijdperk we ingaan. De wereld waarin die complexiteit waarin we leven, mogelijk wordt om te beschrijven, daarmee te weten hoe het werkt, dan te kunnen voorspellen, te reproduceren en als laatste stap het te kunnen toepassen. Zo zijn we al jaren als mens er mee bezig om de wereld om ons heen te beschrijven. Alleen wij als mens doen dat. Boeken worden er geschreven, video’s en documentaires gemaakt, cursussen gegeven, vakgebieden die daardoor ontstaan, dit alles steeds meer en beter.

En tot nog toe was het gericht op vooral specialisatie. Ieder met zijn eigen blik op het probleem. En daar komt de fysica om de hoek kijken, om dat alles vanuit een soort van helicopterview te bekijken, holistisch, vanaf een afstand, dat alles biedt meer mogelijkheden. Net als het kijken naar een schilderij, dan kun je met je neus bijna op het doek details zien of van een afstand het groter geheel welk een compleet nieuw beeld geeft.

Dat specialisme beperkt ons soms te veel in ons kunnen. Het geeft grenzen aan waardoor die specialist dan moet zeggen “Dit is wat ik kan, meer kan ik niet”, maar kijkend over grenzen heen, kan wel die andere collega nog iets betekenen. Een doorverwijzing doet dan wonderen. En dit is iets waar de medisch specialist zich nu steeds meer bewust van wordt. Van ketenzorg naar netwerkzorg. Ketenzorg waarin nog steeds die eilandjes los van elkaar samen werken. Zonder kennis van wat wie nu precies doet. En datgene we niet weten, daar kunnen we ook geen gebruik van maken. Maar die lacune in denken, die worden we ons nu op vele vlakken steeds meer bewust, zodat we die gaten in het systeem kunnen gaan opvullen. Net als een computernetwerk we zorgpakketten aan elkaar gaan koppelen. Steeds beter van elkaar weten wat ieders specialisme doet.

Dat inzicht had ik in een pitch van drie minuten gegoten. Want als klinisch fysicus – audioloog gespecialiseerd in de psychoakoestiek, met mijn passie voor het complexe van dat brein en dat holistisch denken om alles vanuit een groter perspectief te zien, heeft mij dit alles de mogelijkheid gegeven iets nieuws te ontdekken. De kracht die in ons zit op moment we echt samen gaan werken. Elkaar weten te vinden en er dan samen iets moois van kunnen maken.

Niet voor niets werd ik van de 26 pitches tweede met mijn pitch, een van de collega had dit nieuwe inzicht namelijk al een naam gegeven “positieve gezondheid” en daarmee had ze de eerste prijs terecht verdiend. Een project dat nu binnen Adelante schijnbaar al lopende is. Waarbij over grenzen heen gekeken wordt, in elkaars keuken, synergie, weten van elkaar wat iedereen kan. Van patiënt tot specialist. De moderne specialist en de unieke mens als patiënt.

Vanuit de Federatie Medisch Specialisten ligt er al een plan voor 2025. Rekening houdend met al deze nieuwe inzichten, waarin we als mens steeds meer controle krijgen over dat wat er met ons gebeurt.

Het is zo mooi om dat alles te zien gebeuren. Precies als met een kunstwerk dat langzaam ontstaat en steeds meer vorm krijgt, ook zo zie ik dit nu groeien, een structuur zie ik ontstaan die verbindingen legt en daarmee iets wat voorheen onmogelijk was, mogelijk maakt. Wonderen worden er verricht. Waar we eerst dachten onze grenzen te hebben bereikt, stappen we over grenzen heen en ontdekken we nieuwe werelden.

Als fysicus denk ik dan de essentie van ons bestaan als mens.

Laat Beethoven ons horen wat hij niet meer hoort?

En dan de laatste in de rij Beethoven.

Ludwig van Beethoven – Symp no5 C minor op 67 movt III mm 213-331.

De strijd die hij heeft geleverd en hoe mooi Beethoven zelf oplossingen heeft bedacht voor zijn gehoorverlies is het schrijven van een boek eigenlijk wel waard.

December 1770 geboren in Bonn, overleden op 26 maart 1827, Wenen. Jaartallen worden nu even van belang om op te letten.

Op 6 oktober 1802 schreef Beethoven zijn ‘Heiligenstädter Testament’.

Een testament gericht aan zijn twee broers, Kaspar Karl en Johann, waarin hij zijn wanhoop over zijn toenemende doofheid toen al in detail beschreef. Pas maanden na zijn overlijden wordt dit testament gevonden.

Over de impact die zijn gehoorverlies heeft op het dagelijkse functioneren. Het sociaal isolement waarin hij is terechtgekomen. Mensen niet meer kan verstaan. Hij als dove musicus eigenlijk niet meer wil leven, maar zich verplicht voelt toch in leven te blijven, om zo de wereld van zijn muziekstukken te laten genieten.

Rond 1819 is Beethoven volledig doof.

In de periode naar de doofheid toe gebruikt hij ijzeren draden die Beethoven verbindt met de pianosnaren om zo de muziek te kunnen horen. Beethoven had toen namelijk al een enorm succes en begaf zich als “kunstenaar” in goed gezelschap met “wetenschappers” en dokteren. In die tijd heel normaal dat kunst en wetenschap elkaar steeds vonden. Letterlijk en figuurlijk.

Het gebruik van die stalen draden was op advies van een oorspecialist die toen al ook zijn tijd ver vooruit was en gebruik maakte van de beengeleiding. Vandaag de dag zelfs toegepast in de botverankerde hoortoestellen: BCD. Bone Conducted Device.

Vanuit alle documenten die ik lees heb ik het sterke vermoeden dat het gehoor van Beethoven langzaam achteruit is gegaan door beiderzijds een otosclerose. Verkalking van de gehoorbeentjes, een verstarring van de stapes aan het ovale venster in de cochlea, die uiteindelijk, als er geen operatie plaatsvindt, een binnneoordoofheid tot gevolg heeft.

Het proces van zijn progressief gehoorverlies, het langzaam achteruitgaan van zijn gehoor heeft een enorme invloed op zowel zijn privé, als ook zijn professionele leven.

Met woorden wordt dat duidelijk in zijn Heiligenstadt Testament, echter is dit document van vier pagina’s pas maanden na zijn dood gevonden. Al die jaren heeft Beethoven deze brieven bewaard. Was het voor hem niet mogelijk deze woorden openbaar te delen. Tussen de regels door is dit zeker ook te lezen in zijn testament. “Wilde ik soms nog mij opeens over dit alles heenzetten, o hoe hard werd ik dan nog door de verdubbelde treurige ondervinding van mijn gebrekkig gehoor teruggestoten; en toch was het mij niet mogelijk, tot de mensen te zeggen: ‘Spreekt luider, schreeuw; want ik ben doof.’ Ach! hoe was het mij ook mogelijk, de zwakheid van een zintuig kenbaar te maken, dat bij mij volkomener dan bij anderen behoorde te zijn; een zintuig, dat ik eens in de hoogste volkomenheid bezat, – in een volkomenheid, zo als maar weinigen in mijn vak hetzelve bezitten of bezeten hebben? o! Dat kan ik niet.”

In stilte verwerkte Beethoven de impact van het enorme gehoorverlies, maar nog meer heeft hij dat naar mijn mening getracht om daarom de muziek te gebruiken zijn verhaal te vertellen. De muziek was zijn taal, zijn stem, verhalen kon hij vertellen met de muziek die hij schreef.

Ik wist dat er een muziekstuk was waarin hij een tinnitus laat horen. Bij toeval kom ik uit op:

Symp no5 C minor op 67 movt III mm 213-331. Geschreven ergens tussen 1804 en 1808. De periode waarin het verlies van zijn gehoor steeds ernstiger wordt.

In dit stuk (op ongeveer 19 minuten) hoor ik dat Beethoven het grote publiek wil laten horen wat hij hoort, beter gezegd wat hij niet meer is gaan horen. Als een moderne DJ draait hij aan de knoppen en langzaam schrijft hij bepaalde frequenties weg.

Langzaam sterft het geluid van de muziek helemaal uit, om dan als laatste enkel nog een tinnitus te kunnen waarnemen in de stilte die er eigenlijk is. In de verte nog net zachtjes tonen te horen zijn, heel zacht om dan vervolgens op majestueuze wijze het volume weer terug te brengen. Alle registers trekt Beethoven open, waarin je hem bij wijze van hoort schreeuwen “Dit is wat jullie horen, geniet hiervan, luister naar de details, naar alle tonen die voorbij komen, het complexe van het oorsysteem om al die instrumenten tegelijk en in verschillende toonhoogtes te kunnen waarnemen”.

Zelf heb ik ooit, lang geleden, in een fanfare gespeeld, French Horn. Prachtig instrument. En het mooiste is als je als muzikant dan zo luid mogelijk mag spelen. Zeker op zo’n hoorn. Zo luid dat het geluid even lijkt over te slaan. Precies dat schrijft Beethoven in de partituur. Je hoort het enthousiasme in de muziek. Die hoornpartij gaat met een dubbele forte helemaal uit haar dak.

Kippenvel. Tegelijkertijd raakt het me diep, zeker nu ik de woorden heb gelezen in zijn testament. In ongeveer dezelfde periode heeft Beethoven deze symfonie gecomponeerd. Met eenzelfde emotie, met eenzelfde boodschap, met eenzelfde noodkreet. Muziek was zijn taal, zijn leven.

“Fate is knocking at the door”, zei Beethoven bij de vier tonen die zo typerend zijn voor de vijfde symfonie. Later zijn deze vier tonen, kort-kort-kort-lang, de internationale code geworden voor SOS, safe our souls. “Help me!”. Hoeveel toeval?! Beethoven die schreeuwt om hulp en niet gehoord wordt.

“Many assert that every minor piece must end in the minor. Nego! …Joy follows sorrow, sunshine—rain”, ook dit is een quote van Beethoven gekoppeld aan de vijfde symfonie.

Het opentrekken van dat hele register, nadat hij eerst zijn gehoorverlies met de muziek heeft laten horen, het langzaam sterven van de instrumenten, stuk voor stuk doven ze uit. Om dan vervolgens op een geniale manier in de compositie een gevoel van triomf te laten beleven, overwinning. Zou het dat hij toen al wist dat hoe ook er een dag zou komen, dat ooit iemand zijn emotie, zijn gevoel hierin zou herkennen en wil delen met de wereld?

Net als de andere kunstenaars besproken in hun schilderijen met kleur en compositie de emotie en de impact van het grote gehoorverlies en tinnitus konden laten zien, zo laat Beethoven dat hier horen in zijn muziek.

Psychologie en audiologie waren wetenschappen die tegen het einde van de 18de eeuw überhaupt nog niet bestonden. Vandaar dat er in de kunstwerken en muzikale stukken eigen interpretaties van de makers zijn terug te vinden die vanuit de kennis die we nu hebben een ander licht geven op de tinnitus en gerelateerde gehoorklachten.

Klachten waarbij onwetendheid, onzekerheid, sociaal isolement, onbegrip vanuit de omgeving, angst voor het onbekende, al dit zelfs een inspiratiebron bleek te zijn voor het creëren van meesterwerken.

Edvard Munch noteert in een van zijn dagboeken: “Zonder angst en ziekte zou mijn leven als een boot zijn zonder roer”.

Grootheden die nu nog middels hun meesterwerken tot ons spreken, voor degene die er oog en oor voor heeft.

Horen is meer dan enkel horen.

Ga het stuk van Beethoven luisteren, laat het een keer tot je komen met bovenstaande informatie en hoor wat hij ons te vertellen heeft.

De impact van gehoor op een mens, maar nog meer de liefde voor muziek die met onze oren te horen is.

Literatuur en bronnen:

Arnold WN, The illness of Vincent van Gogh, Journal of the History of the Neurosciences 2004, Vol. 13, No.1, pp22-43

Arenberg IK, Countryman LF, Bernstein LH, Shambaugh GE, Van Gogh had Ménière’s disease and not epilepsy. JAMA. 1990, Vol. 264, pp491–3

Shearer PD, The deafness of Beethoven: an audiologic and medical overview, Am J Otol. 1990 Sep, Vol. 11(5), pp370-4

Stevens MH, Jacobsen T, Crofts AK, Lead and the deafness of Ludwig van Beethoven, Laryngoscope, 2013 Nov, Vol. 123(11), pp2854-8

Van Gogh museum Amsterdam, tentoonstelling Munch : Van Gogh, 25 september 2015 – 17 januari 2016

1889 – Het eerste internationale psychologiecongres vindt plaats in Parijs.

1889 – Het eerste Franse onderzoekscentrum voor psychologie wordt geopend aan de Sorbonne.

Jheronimus Bosch

Francisco de Goya

Vincent van Gogh

Ludwig van Beethoven

Vaststelling van een otosclerose werd aanvankelijk beschreven door Valsalva in 1704 tijdens een autopsie van een dove patiënt. Joseph Toynbee koppelde otosclerose aan gehoorverlies in 1857. In 1890 was Katz eerst in het vinden van otosclerose bewijs microscopische dat fixatie van de stijgbeugel veroorzaakt. In 1893 beschreef Politzer de otosclerose als klinisch organisatie en beschreef zijn pathologische kenmerken in het lijk. De oudste meldingen van verbetering van het gehoor bij patiënten met otosclerose waren anekdotische gevallen van patiënten met hoofdletsel had, met de daaropvolgende verbetering van het gehoor. Kessel beschreven geval in 1878 bij het beschrijven van de temporale bot van een patiënt die na het vallen van de wagen zijn gehoor verbeterd vinden dat het een breuk in de storm. Holmgren in 1923 behandelde patiënten met otosclerose creëren van één Fenestra in de horizontale kanaal en bedekken met mucoperiosteum. Chirurgie van Fenestra van het horizontale kanaal werd gepopulariseerd door Lempert in 1940 en later verfijnd door anderen, waaronder John House.

Ondanks de aanvaarding van de techniek van Fenestra, zelden was ze succesvol om de kloof van bot-lucht gehoor helemaal dicht, en had een 2% hoger risico op het veroorzaken van ernstig perceptief gehoorverlies. In 1950 voorgesteld Samuel Rosen de mobilisatie van de stijgbeugel, die het voordeel van het genereren van onmiddellijke verbetering in het gehoor had en volledig sluiten van de kloof in de meeste patiënten, vervolgens detecteren dat de vaststelling van de steun wordt weer opgewekt in alle gevallen. In 1956 maakte John Shea de eerste stapedectomie, die de ovale venster met een ader graft en het gebruik van een nylon kunstmatige stijgbeugel om het ovale venster aambeeld.

Siebenmann in 1912 bedacht de term die verwijst naar de labyrintische otosclerose otosclerose foei dat de otic capsule van het slakkenhuis en het labyrint gehuld. Hij stelde dat de labyrintische otoeslcerosis kan resulteren in perceptief gehoorverlies.

http://sieplex.com/author/bauke-dievoet

Spreker gezocht?

Twee weken geleden stond ik in het Spant! Bussum, het hele theater vol met collega’s uit het land, een boeiende lezing te geven over psychoakoestiek.

Voor mij persoonlijk was dit publieke optreden de laatste trede die ik nog te nemen had in mijn hele traject in het “overwinnen” van mijn spreekangst.

Een traject van vele jaren trainingen, cursussen, oefenen en “het gewoon doen”. Met kleine stappen steeds meer vooruitkomen. Om dan nu daar in het mooie theater in Bussum, het podium te nemen en het publiek een cadeau te geven. Want dat is wat je doet in public speaking. De kennis die je de ander geeft is als een cadeautje dat je weggeeft.

En het is zo leuk om cadeau’s te geven en te zien hoe iemand daar blij van wordt.

Daarom zou ik dit nu vaker willen, het spreken in het openbaar. Storytelling.

Meerdere onderwerpen die ik als thema voor een lezing kan geven:

1. Mijn vak audiologie, met name de psychoakoestiek. Wat doet iemand met geluid? Hoe werkt ons hoorsysteem? Waarom hoort de één Laurel en de ander Yanny? Wat gebeurt er in dat brein? Van het bewegen van het trommelvlies tot aan de auditieve cortex uitgelegd aan de hand van optische illusies, auditieve illusies die vaak nog zo onbekend zijn. Een leerzame lezing over het horen.

2. Mijn carrière als professioneel kunstenaar. Een inspirerend verhaal waarin als rode draad door dat verhaal uiteindelijk de twee beroepen audioloog en beeldend kunstenaar elkaar weten te vinden.

Art meets Science.

Mijn reis naar Californië. Het kunstproject in het museum of the living artist. De plek waar het kunstenaar durven zijn geboren wordt. Het park waarin dat museum te vinden was, Balboa Park. Waar ik zelfs de foto van mij, ooit gemaakt door mijn broer Jean, terugzag in het museum of Science. Ik als fysicus daar op de foto bij een opstelling over DNA te zien, met als boventitel; the doctor of the future.

3. Mijn traject welk ik gegaan ben om mijn spreekangst te overwinnen. Ik kan nu gewoon voor een hele grote zaal staan vol met kritische collega’s en mijn verhaal vertellen, zonder rood te worden, zonder de brok in mijn keel die spreken onmogelijk maakte.

Van een sociale fobie op mijn 18de tot nu professioneel spreker. Die reis, die persoonlijke reis die ik gemaakt heb, wil ik graag delen. Om mensen te inspireren en kracht te geven dat elke angst te overwinnen is. Het niet makkelijk zal zijn, maar wel mogelijk. Dat je daarbij het niet alleen hoeft te doen, maar jij het wel zelf moet doen. Zonder de bergen te beklimmen kun je de toppen niet halen. Zonder gidsen weet je de weg niet te vinden. Maar enkel al de weg die je gaat, die weg kan al heel bijzonder en mooi zijn. Het is niet enkel de moeite waard om het doel te bereiken. Het pad daarnaartoe kan zelfs nog mooier zijn. Dit is een heel persoonlijk verhaal, maar het heeft mij gemaakt wie ik nu ben. Ik had het daarom niet willen missen, zelfs niet die dalen waar ik doorheen moest gaan. Net die dalen hebben mij de lessen gebracht om te leren. Die lessen wil ik heel graag delen om vooral mensen die spreekangst hebben met dit verhaal de weg te wijzen die ze kunnen gaan om ook die berg te beklimmen, misschien via een makkelijker pad dan ik gegaan ben, maar om uiteindelijk wel op dezelfde top met dat prachtig uitzicht aan te komen.

Een inspirerend zeer persoonlijk verhaal.

4. En dan als laatste voorbeeld mijn twee passies; Kunst en tinnitus. Meerdere genieën uit de geschiedenis werden getergd door gehoorverlies en tinnitus. In de kunstwerken en muziekstukken zijn de sporen terug te vinden waar deze meesters mee te maken hadden. Vincent van Gogh die zijn oor afsnijdt. Beethoven die volledig doof werd en zijn eigen symfonieën niet meer kon horen. Munch met De Schreeuw.

De mens alleen al is een kunstwerk op zich.

Het verhaal van deze bijzonder mooie mensen vertelt vanuit de werken die zij maakte, de schilderijen waar je de strijd in ziet, het vechten tegen de tinnitus, het ernstige gehoorverlies. In een symfonie van Beethoven zelfs te horen. Hij wil het zo graag delen met de wereld. De impact die zijn verlies van het gehoor en de tinnitus heeft op zijn werk, zijn leven, zijn zijn. Een aangrijpend verhaal achter al deze kunstenaars.

Dit zijn verhalen die ik graag wil delen, mensen hiermee wil inspireren, anders te laten denken, anders te laten kijken. Naar hoe mooi de mens is. Wij als mensen hebben de mogelijkheid om over zaken na te denken, het met elkaar erover kunnen hebben, elkaar kunnen horen, maar nog beter elkaar verstaan. In al deze lezingen komt een aspect naar voren, waar je ook vandaan komt, welke achtergrond of nationaliteit, geloof, rang of stand je ook hebt, al dit speelt voor iedereen.

De mens op zich is al een kunstwerk.

Spreker gezocht voor een event, congres of college?

In een vrijblijvend gesprek kunnen we samen bekijken wat mogelijkheden zijn en wat er gewenst is qua tijd en inhoud van de lezing.

Voor meer informatie mail me:

info@dyonscheijen.nl

Vincent van Gogh

Ik had al grote waardering voor Vincent Van Gogh, na het bezoek vandaag aan het Van Gogh Museum is dit enkel maar gegroeid.

Om zo dicht bij te mogen komen, geweldig! Wat een prachtig museum. Wat een prachtig mens.

Niet voor niets dat om 9 uur meters lange rijen bezoekers al te wachten staan en je enkel in jouw tijdslot naar binnen mag. Ik was een uur te vroeg en moest wel nog op mijn tijd wachten. Eenmaal binnen begrijp je waarom. Het is een enorm groot gebouw, maar het is er al zo vroeg waanzinnig druk. Alsof het de drie dolle dagen Bijenkorf zijn.

Ik had gelukkig inclusief audiotour. En daar ging ik. Eerst oog in oog met de meester zelf. Want Vincent is mister Selfie van zijn tijd. Niet omdat hij dat deed om er geld mee te verdienen, maar net omdat hij geen geld had om modellen te betalen. Zijn zelfportretten zijn studies, oefeningen. Wellicht nooit de bedoeling van hem geweest voor verkoop, laat staan opgehangen in een museum. Maar hij kon niet anders dan zichzelf als model te gebruiken. Daarom zijn ook al zijn portretten vanuit een spiegel getekend. Dus hij heeft zijn beeld getekend zoals hij het zag. Als we onszelf zien, in de spiegel, zien wij ons anders dan anderen. Daarom ook is het beeld verdraaid als je een selfie maakt, want anders zou je dat raar vinden. Sowieso moeilijker om dan qua motoriek ook een selfie te maken, maar goed. Vincent schilderde dus heel vaak zichzelf als studiemateriaal.

“Ze zeggen dat het moeilijk is jezelf te kennen, maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen.” Vincent van Gogh aan zijn broer Theo, 1886.

En als je bij deze quote “schilderen” niet letterlijk neemt maar figuurlijk, dan wordt het een wel heel diepgaande wijsheid.

Zijn zelfportretten. Stuk voor stuk de armoede in zijn ogen te zien. Maar zo’n passie voor het schilderen, de kunst. De kunstenaar die je dan recht in de ogen kijkt. Mijn hart weent op het moment ik zie hoeveel zijn kunstwerken nu opbrengen en hoeveel mensen het museum bezoeken. Per dag gemiddeld 5000! Dat zijn ongeveer het aantal patiënten wij in ons centrum per jaar zien. En al de merchandise die rondom het museum te koop is. Zelfs een hoek waarin zeer exclusieve kopieën van de meest bekende schilderijen te koop zijn. Een speciale techniek in samenwerking met ik dacht Fuji. Bijna niet meer van het origineel te onderscheiden. Omdat de kopie driedimensionaal is. Dus je ziet exact de streken van de schilderskwast. Ik zag zelfs dat de barsten van de tijd in de verf erin terug te zien zijn. Persoonlijk vond ik de kleur iets doffer, doods, kitscherig. Maar erger vind ik dus het uitmelken van de creativiteit van deze kunstenaar. Overigens niet alleen van déze kunstenaar, breek me de bek niet open. Hier kan ik een boek over schrijven, ga ik later beslist ooit nog doen.

Één groot werk heeft Vincent verkocht. Voor ongeveer duizend euro. Daarom doet het vooral veel verdriet, omdat ik in de ogen van Van Gogh die overlevingsdrang zie als kunstenaar. Hoe moest hij rondkomen met dat geringe geld hij had. En kosten liepen enkel op. In een van zijn laatste brieven, 820 briefwisselingen zijn er van Vincent, bewaard en gebundeld door zijn schoonzus en nu ook via het museum op internet stuk voor stuk te lezen, in een van die laatste dus een hele uiteenzetting van gemaakte kosten naar zijn broer. Theo, zijn jongere broer, ondersteunde Vincent financieel. En in die laatste jaren wordt het Vincent duidelijk dat Theo een gezin moet gaan onderhouden, getrouwd en uitbreiding van het gezin op komst. Die brief aan Theo is een verantwoording voor alle kosten die hij maakt en hoe moeilijk hij het heeft.

Die druk, dat vechten, de onzekerheid en daarnaast zijn intense liefde voor de natuur, voor de mens, de gewone mens. De Aardappeleters en al zijn schilderijen van vrienden en mensen die hem er echt toe doen. Zijn arts die hem helpt in de nacht dat hij het oor afsnijdt schenkt hij een portret. Het cadeau wordt echter niet gewaardeerd. Dat raakt Vincent enorm. Net als de kritische noten die collegae kunstenaars geven op voor Vincent zelf zijn eerste grote werk “De Aardappeleters”. Vele studies en tekeningen gingen vooraf aan dit eerste echte grote schilderij. Vandaag mocht ik het werk met mijn eigen ogen zien. Voor die tijd was Van Gogh een genie. Dat blijkt maar weer.

Naast De Aardappeleters hangt in het museum een vergelijkbaar boerentafereel. Een gezin etend aan tafel, dat in dezelfde periode door collega kunstenaar Jozef Israël is geschilderd. Prachtig werk, alle details zijn heel goed te zien. Mij viel meteen die glinstering in de eetlepel van het kind links op de voorgrond op. Een zo klein detail met wel een hele grote waarde om het allemaal heel echt te laten lijken. De sfeer op het doek is zo goed neergezet, dat als je er langer naar blijft kijken je in de ruimte waant. Dus ja, voor die tijd, wetende dat er nog geen fotografie bestond, film of bioscoop al helemaal niet, een kunststuk. Voor toen zo bijzonder als virtual reality nu. Maar Van Gogh was die tijd al lang voorbij, hij bracht ook de ziel in zijn werk. Details had hij zeker oog voor, maar hij ging toen al voor meer.

Dat hij oog had voor detail blijkt mij nu het meest uit de periode dat hij in zijn laatste jaar door ziekte niet meer naar buiten kon, binnen in de kliniek moest blijven en prenten van een collega schilder ging gebruiken als voorbeeld. Hij schilderde ze groter, in kleur, maar dan ook alles precies nageteld. Zoals het aantal balen stro en traptreden.

En in een aantal van zijn werken ook vele details die ik gemist zou hebben zonder de audiotour. Insecten op blaadjes in het groen en van dichtbij dan in detail weergegeven. Of het derde verliefd koppeltje in “Tuin met geliefden” uit 1887. Dat derde verliefde koppeltje had ik eerst niet gezien, pas toen ik er alert op werd gemaakt zag ik ze in de verte. Daarin zag ik de lol die hij als kunstenaar had. Maakte me blij.

Maar ook zijn experimenteren met kleuren. In ditzelfde prachtige werk “Tuin met geliefden” zijn van ver de minuscule verfstreken niet te herkennen. Van dichtbij is het een prachtig spel van de complementaire kleuren die Van Gogh gebruikt heeft. Hij had meerdere boeken van Delacroix. Een genie op het gebied van kleurcomposities. Daar speelde Van Gogh dan ook de hele tijd mee, met die kennis van kleur.

Met steeds grotere en dikkere halen met zijn kwast. Heel herkenbaar in zijn laatste werken. Hoe mooi om die dan ook allemaal naast elkaar te mogen zien. Aandoenlijk als ik me realiseer dat zijn einde dan nabij is. Ook hij weet dat bij het schilderen.

Delen met de wereld wil hij het, doorgeven, anderen zijn ogen te geven, de mooie natuur te laten zien, deze wereld, het paradijs waarin wij ons mogen begeven.

Ik werd geraakt door zijn drieluik, perzikbloesem, amandelbloesem en ik dacht de appelbloesem. Als een bezetene heeft hij die werken gemaakt, omdat Van Gogh wist dat de bloesemtijd maar van korte duur zou zijn.

En dan, het allermooiste werk van deze genius, Amandelbloesem, ter gelegenheid van de geboorte van zijn neefje, zoon van Theo. Theo, die de liefde voor zijn broer niet enkel in geld wist te geven, maar ook in de naam van zijn zoon, Vincent.

De kunstenaar Vincent van Gogh overlijdt ten gevolge van zijn verwondingen in zijn borst. Een zelfmoordpoging, zo lijkt, die twee dagen later toch zijn tol eist. Beide broers werden niet oud, een half jaar na het overlijden van Vincent sterft ook Theo.

De jonge Vincent, de zoon van Theo, ook ingenieur Van Gogh genoemd, heeft later het Van Gogh museum opgericht en laten bouwen. Architectuur, wie anders, Gerrit Rietveld, strakke lijnen, mooie architectuur, ook modern voor zijn tijd en gelukkig Rietveld werd wel herkend in zijn werk.

Met gemengde gevoelens ging ik na vijf volle uren Van Gogh dichtbij te hebben mogen zien het Museumplein op. Even liggen op het grasveldje voor het Concertgebouw. Waar ook verliefde stelletjes liggen in het gras, opa’s en oma’s met kleinkinderen spelen. Chinezen, Duitsers, Amerikanen, alle kleuren aanwezig zijn.

“Er is niets artistiekers dan van mensen te houden”. Vincent van Gogh

50 jaar getrouwd

Afgelopen weekend waren mijn ouders 50 jaar getrouwd. Vijftig jaar samen, zelfs meer dan 50 jaar samen!

Om dit te vieren met het hele gezin, partners, kinderen, kleinkinderen een weekend naar America. America met een C! 😉

Wat een cadeau, om dit samen te mogen meemaken. Ik ben me eigenlijk al vanaf dat mijn ouders zo rond de 65 zijn, sterker bewust van het feit dat ik zo dankbaar mag zijn om mijn beide ouders nog fit en gezond in dit leven er bij te mogen hebben. Een zo vanzelfsprekendheid, die niet zo vanzelfsprekend is als het voor iedereen zou moeten zijn. Vanaf dat zij ongeveer 65 zijn, is elke keer we samen zijn een groot cadeau. Iets extras.

Genoeg vrienden, kennissen, familieleden, die al op jonge leeftijd een ouder of zelfs beide ouders hebben moeten missen. Het verdriet ik dan zie, de leegte, het gemis. Een van mijn collega’s die bij het overlijden van zijn moeder tegen me zei, dat hij zich nu pas realiseerde eigenlijk wees te zijn. Zonder ouders op deze wereld.

Voor sommige is het zelfs zo dat ouders niet overleden hoeven te zijn om datzelfde gevoel van leegte te ervaren, want naast dat beide ouders van mij nog leven, mag ik nog gelukkiger zijn, dat beide er altijd zijn geweest en nog steeds voor ons klaar staan. Ook dit als een vanzelfsprekendheid, die niet zo vanzelfsprekend hoeft te zijn.

Ongeacht wat wij deden, al was het een tekening van niks, dan nog was het de mooiste tekening van de wereld. Het trotse gevoel dat zij dan hadden dat een van hun kinderen die tekening had gemaakt.

Positieve feedback. Het goede stimuleren. Beloning van dat wat goed gaat. Ik geloof er in.

Dankbaar dus dat dit alles mij gegeven is. En dat gevoel wil ik graag delen, maar hoe?

Hoe kun je iemand die dit cadeau niet gegeven is, toch ook deze ervaring geven?

Een ouder-kind-relatie gaat het zeker niet zijn, maar wel de aandacht voor datgene waar iemand goed in is. Het talent van iemand sterker naar voren halen. Of als iemand een probleem heeft met het durven om zijn talent te laten zien wat hij kan, de persoon te bescheiden is en daarmee net die steun mist, die trap onder zijn kont nodig heeft om in de spotlights te gaan staan.

Sinds ik die dankbaarheid voel, ben ik mij bewuster dat net de opvoeding, de thuisbasis, hét fundament is van wat er in onze samenleving gebeurt. Hoe we met elkaar omgaan, respect hebben voor elkaar, ongeacht rang, stand, kleur of geloof. Met de paplepel is het mij ingegeven door mijn ouders, om voor iedereen, voor iedereen respect te hebben. Van de collega die alles schoonmaakt, tot de directeur die de boel aanstuurt, iedereen verdient op z’n minst een “goeie dag”.

50 jaar getrouwd, een gouden echtpaar, mijn pa en ma. Ik zag hun nu nog samen lopen, hand in hand, toen we met de hele club even een wandeling gingen maken door het park. De liefde die zij elkaar geven, de warmte die deze liefde uitstraalt, is een liefde die groter is dan alle ellende in de wereld samen en dat, dat maakt dat ik mij steeds bewuster ben van het voorbeeld wijzelf aan anderen geven. Dat wij zelf net een lichtpuntje kunnen zijn in de duisternis van de wereld waarin wij leven.

Daarom wil ik graag anderen helpen, daar waar zij moeite hebben met al dat wat ik zelf heb doorgemaakt en ik steun had van mijn ouders. Bijvoorbeeld de sociale fobie, de angst om te spreken in het openbaar, binnenkort de cursus die ik samen met Frans Kemps ga geven. Het werk bij Adelante, waar ik elke werkdag weer met veel plezier mensen kan helpen inzicht te geven in de kracht die in de persoon zelf zit. Ook dit in de basis door mijn ouders ingegeven. En als ik in de ochtend heel vroeg bijna als eerste het pand betreed, de interieurverzorgster al vanaf 6 uur bezig is met de schoonmaak, ik even een praatje maak, vraag hoe het met haar gaat en haar een hele fijne dag toewens…een zó vanzelfsprekendheid…voor mij.

Hoe mooi kan het leven zijn, als we er samen iets van maken. Het begint, wat voor een cliché ook, altijd weer opnieuw bij onszelf. Welke liefde dragen wij uit? Welk voorbeeld geven wij?

Liefde voor de mens.

En bij puur toeval, nietsvermoedend, vandaag een foto van mijn ouders op MSN nieuws.

Goede vrienden die mij attent maakte op deze foto op internet. Een nieuwsitem over hoe Google je overal kan volgen. Bijzondere foto, want mijn ouders hebben beide geen idee door wie of waar deze foto is gemaakt! Maar deze foto is zo mooi! Sprekend hoe zij samen zijn.

Foto van ouders op MSN nieuws

De hele wereld draait door! Vertigo!

Half 9, net m’n manager laten weten dat het vandaag echt niet gaat lukken om te komen werken. Vannacht heftige vertigo-aanvallen gehad. Het leek wel in golven te komen, dan even rust en een half uur later weer helemaal draaiduizelig en warm. Alles draaide om me heen. Elk uur voorbij zien komen.

Ik weet precies wat er aan de hand is, mijn patiënten hebben het al vaker in detail beschreven, nu ervaar ik het zelf. Doordat ik weet wat er aan de hand is, blijf ik rustig. Dat er mensen zijn die deze ervaring van draaiduizeligheid en volledig controleverlies beschrijven alsof ze doodgaan kan ik me heel goed voorstellen.

Nu dan toch maar een keer aan mezelf denken. Rust nemen. Gebruik maken van het draagvlak om mij heen, de lieve collega’s, die mijn spreekuur  meteen zonder problemen overnemen. Mijn lieve collega’s, die net als ik een verhoogd risico lopen om ziek te worden. Het zijn allemaal gevers, willen goed doen voor de medemens, gaan vaak net over grenzen heen en verwachten veel van zichzelf. Bij uitstek de ideale eigenschappen om voor een functie in de zorgsector aangenomen te worden. Echter óók de ideale eigenschappen om tegen een overspannenheid of nu bij mij een evenwichtsprobleem of tinnitus aan te lopen.

Als klinisch fysicus audioloog ben ik al jaren met heel veel plezier werkzaam als gespecialiseerd tinnitus therapeut. In de gesprekken met tinnitus patiënten heb ik het er in elk gesprek weer over, het glas. Ooit geleerd in een Duitse tinnitus kliniek, “Das Glas der Lebensakzeptanz”.
In mijn spreekuur teken ik het altijd al op z’n kop, zo goed ken ik het, zo kan de patiënt het meteen vanuit zijn positie aan de andere kant van de tafel goed zien, maar los daarvan is de gedachte achter “Das Glas der Lebensakzeptanz” zo herkenbaar voor de patient, maar nog meer voor mezelf!

Een glas getekend en dan langzaam vullend met energievreters, stress, spanningen. Zaken waar je je zorgen over maakt.
Een standaard rijtje; lichamelijke klachten, werkgerelateerde problemen, thuissituatie, familie, ik geef altijd maar wat voorbeelden.
Het glas loopt over. Bij de één een moment om tinnitus te ontwikkelen bij de ander een vertigo migraine. Zoals nu bij mezelf.

De druppel.
De vicieuze cirkel.

Draaglast, draagkracht, draagvlak, deze drie elementen zien we terug in een beeldje. Een kunstwerk dat onze maatschappelijk werker van het tinnitusteam steeds gebruikt bij het thema wij in de avonduren samen geven. Ik zit er dan bij en luister iedere keer naar wat mijn collega in zijn deel van het verhaal te vertellen heeft. Draagkracht/Draaglast/Draagvlak.

Het beeldje is een vrij abstracte weergave van twee figuren die samen één vormen. Aan de onderzijde in elkaar overlopen. Als je goed kijkt een mannen- en een vrouwenfiguur. Die beide hun armen omhoog houden, de armen zijn symbool voor de draagkracht. Beide figuren houden samen een soort van ovalen steen omhoog, de draaglast. Dit alles wordt in balans gehouden op een vlakke onderkant, het draagvlak. In dit thema wordt uitvoerig stil gestaan bij deze driehoek; draaglast, draagkracht, draagvlak. Dit thema geven we na een stevige werkdag, zo van half 6 tot half 8 in de avond. Gelukkig vinden we allemaal ons werk heel leuk en is er een enorme steun uit het team. En bij mij thuis wachten ze heel lief met eten totdat ik er ben, draagvlak genoeg zou je zeggen.

Maar als ik zo luister ga ik zelf vrijwel continu over grenzen heen, maak ik me veel te veel zorgen over vanalles en nogwat en wil ik het voor iedereen goed doen. Sta voor iedereen meteen klaar, behalve voor mezelf.

En dan zegt je lichaam STOP! Tot hier en niet verder. En dan is het heel belangrijk om naar je lichaam te luisteren en die signalen serieus te nemen.

Dan ga ik schilderen, sporten, wandelen met m’n lief. De accu weer opladen. Balans terugbrengen. Want je kunt er pas echt voor iemand zijn, als je eerst goed voor jezelf zorgt.

Ik kan pas geven, als ik iets te geven heb.

Het is zo complex, het leven. Van elkaar kunnen we leren.

Laat ik er toch ook iets positiefs in zien; naast de professional, ben ik nu ineen tevens ervaringsdeskundige, daarmee kan ik nóg beter m’n patiënten helpen. Als ik het over een Ménière-aanval heb, weet ik hoe dat voelt. Vreselijk. Waarbij het woord vrees, in het woord vreselijk, een bepalende factor is in wat er met je gebeurt. Het lichaam is letterlijk in paniek, omwille van het verlies van controle. Lopen kan niet meer, stil liggen heeft geen zin, ogen sluiten ook niet, het blijft draaien, wat je ook doet. Je lichaam probeert de controle terug te krijgen en dat lukt niet. In een spel is dat misschien leuk, of als je het even ervaart wetende dat het zo weer over is, kun je het makkelijker hebben. Wil je ervaren wat dit is, draaiduizeligheid, dan kun je de volgende oefening uitvoeren.

Ga gewoon rechtstaan. Wel met wat ruimte om je heen, kijk goed dat mocht je vanuit deze positie vallen, dat je daar de ruimte voor hebt. Geen scherpe punten van tafels of stoelen om je heen? Draai nu dan 20 keer om je as, blijf op de plaats staan en draai rondjes, even heel snel. …, 10, 9, 8,…3, 2, 1, ok. En probeer nu te lopen. Gewoon rechtdoor. Dat lukt niet. Stel je dit nu voor, de hele tijd. Of in aanval op je werk.

Gelukkig wist ik precies wat het was, wat er in mijn lichaam gebeurt, wat te doen om vooral rust te behouden, het toe te laten, het te laten gebeuren. Net als in een achtbaan, die meerdere keren over de kop gaat, die “kurkentrekkers” achter elkaar door. Maar in een achtbaan geef ik me over aan die krachten, die sensatie, dan is het leuk. Dat laat ik dan gewoon gebeuren, omdat het zo gepland is. Ga ik ervaren. Spannend is het wel, als je zo zit te wachten op dat moment dat het karretje begint te rijden, dus zelfs al weet je dat alles veilig is, dat er nog een stuk of 50 andere mensen met je meerijden, toch is het spannend. Als het gedaan is, dan is er opluchting dat het over is, maar tevens een gevoel van adrenaline door je lichaam heen, wat ook wel op dat moment in die attractie weer lekker is.

Zo ben ik ook die aanval “ingestapt”, het te zien als even een hele lange rit in een achtbaan, niet wetende welke bochten die maakt, hoeveel loopings die gaat, het gewoon ervaren, soms even met de ogen dicht, soms even met een uitroep van dat het net even te veel is.

Het duurde twee volle dagen, waarschijnlijk had ik een kortingskaart gehad. Maar lettend op mijn ademhaling, wat tools en handvatten die ik ken vanuit de thema’s en sessies, kwam ik er goed doorheen. Was het een ervaring die een ervaring moest zijn. Een volgende keer weet ik wat me te wachten staat, hoe ik er nog beter mee om kan gaan, maar vooral ook dat ik eerder aan die rem moet trekken om niet zo hoog te hoeven gaan. Grenzen te bewaken. En het af en toe gewoon even rustig aan te doen.

Het leven is soms een achtbaan. En de wereld draait gewoon door!