Vakantie!

Even twee weken tijd voor mezelf en mijn lief. Laatste maanden was het even te veel. Verbouwing thuis, veel te doen op mijn werk; het opzetten van een mooi groot landelijk project vanuit de audiologie, het geven van lezingen, patiëntenzorg die gewoon doorliep. Jij als oplettende lezer van dit blog zal wel al gezien hebben dat er niet geschreven werd de laatste maanden. Maar ik moest even keuzes maken. Dat heb ik wel geleerd in 2011. Grenzen herkennen en daar waar nodig zaken even laten liggen, pas op de plaats maken. De balans houden.

Nu dan weer tijd om de “pen” te pakken en te schrijven, maar nog fijner om ook weer te gaan schilderen, want dat is echt al veel te lang geleden dat ik kon spelen met de kleuren en de acryl op het doek. Komende weken ga ik er tijd voor maken en jullie meenemen in een heel nieuw project. Een enorm tweeluik bestaande uit akoestische panelen. Via mijn werk in de audiologie ben ik bij toeval in contact gekomen met John Claessens van het bedrijf Ahrends en Martijn Flipse van de firma Deblick. Als experiment hebben zij voor mij twee hele grote doeken gemaakt speciaal voor dit experiment, deze grote doeken had ik al een tijd geleden mogen ontvangen om te bekijken of dit ontwerp als akoestisch paneel een mogelijkheid geeft voor een akoestisch kunstwerk.

Het gaat denk ik in mijn lievelingskleur rood zijn met goud en marine blauw om de donkere vlekken te gaan creëeren. Het zal vooral warmte gaan zijn. De warmte die we de afgelopen periode hadden aan zon en vuur, dit gevoel vastleggen op het doek.

Mijn vingers jeuken om er mee aan de slag te gaan.

Het complete werk zal zo’n 2,5 bij 5 meter zijn, zelf heb ik daar geen plek voor, heb jij een plek waar je denkt dat dit kunstwerk mooi tot haar recht kan komen, tip me dan, in de hoop dat dit unieke werk een mooie plek kan gaan verkrijgen.

Wordt vervolgd.

Nieuwe werelden ontdekken

Afgelopen week nam ik deel aan de stafdag Adelante, een hele dag intensief vergaderen met een groot deel van alle medisch specialisten Adelante. Als klinisch fysicus – audioloog, sinds enkele jaren met een AGB-code, lid van LAD (Landelijke vereniging voor Artsen in Dienstverband), daarmee een gelijkgesteld beroep aan de medisch specialist in de zorg en daarmee ook lid van de medische staf Adelante.

Hoe mooi ook, omdat ik van mening ben dat er een nieuwe generatie zorgverleners, maar ook zorgstructuur aan het opkomen is, waarbij wij als klinisch fysici een meerwaarde kunnen geven in die complexiteit van de hedendaagse zorg.

Een revolutie in de zorg is gaande. Sowieso al jaren een trend, het holistisch denken. Niet meer enkel inzoomen op één aspect, maar de patiënt bekijken als mens, niet als een machine waar iets in stuk is en gerepareerd moet worden, nee, ook kijken naar wat het medisch ingrijpen met de mens achter de patiënt doet.

Vaak ook de softe kant in de zorg genoemd. De psycho-sociale kant. En laat dat nu net een van mijn passies zijn.

“De mens op zich is als een kunstwerk” heb ik ooit gezegd. Elke persoon is een uniek exemplaar. Bloemen, bomen, watermoleculen, een appel, een banaan, heel veel in de natuur heeft precies dezelfde vorm en eigenschap, maar elk mens is een individu, één persoon op zich, niemand is hetzelfde. Zelfs een ééneiige tweeling geeft een verschil in karakter, in het zijn. En dat, dat maakt ons mens.

Een bijzondere eigenschap is ook dat wij kunnen nadenken over wat er om ons heen gebeurt. Wij zijn het enige wezen dat kan analyseren, beredeneren, wiskundige berekeningen kan maken om dat wat we in de natuur zien gebeuren in wiskundige, natuurkundige en scheikundige formules weten om te zetten. Met alle kennis die we nu hebben, kunnen we berekenen dat als ik die muur uit de achtergevel breek, met dat dak en die constructie erboven, precies die balk met dat gewicht en die vorm op die plek moet komen om al dat wat erboven zit te dragen en het huis veilig kunnen bewonen. Ik zit er nu midden in, een grote verbouwing thuis. 🙂

Maar dat laat mij tevens zien hoe ver wij als mens zijn in wat er allemaal al kan. Wat wij al allemaal kunnen, grote bewondering om te zien met welk een gemak die aannemer kijkt naar al dat wat in de bouw nu al mogelijk is. Maar ook om te zien welk een techniek we vandaag de dag hebben om dat alles tot in detail te berekenen en toe te passen en te maken. Maar met die bewondering waarmee ik naar de aannemer kijk, met diezelfde verwondering kijk ik nu in de zorg.

Het computertijdperk heeft namelijk al die kennis en vaardigheden in een stroomversnelling gebracht en we zijn ons daar vaak niet van bewust. Maar dat bewustwordingsproces begint er langzaam meer en meer te komen. We gaan van het meten is weten, naar wat doen we dan precies? De achterliggende gedachte van wat wil dit alles nu zeggen? Wat kan ik er mee? Het inzicht. Maar dan vanuit vele invalshoeken tegelijk bekeken. Verschillende disciplines die vanuit hun specialisme gaan samenwerken.

En dat is echt iets nieuws. Voorheen was er de dokter die enkel vanuit zijn eigen professie keek en op het moment dat deze dan vanuit zijn vakgebied niet meer verder kon, kwam de dooddoener: “Ik kan niets meer voor u betekenen” of “Sorry, maar daar moet u mee leren leven”.

Wat dat met een mens dan doet is bijna onmenselijk, de gedachte dat niemand jou meer kan helpen is zo pijnlijk, geeft zo een verlies, dat enkel die woorden je nog slechter laten gaan voelen. Terwijl er nog zo veel mogelijk is. Want ons brein is iets fantastisch.

Op dit moment ik hier deze woorden schrijf flits er in een milliseconde door mijn brein een gedachte die mij laat zien hoe geniaal dat brein is. Alleen hoe dan kan ik die gedachte in woorden hier nu op papier krijgen?

Want dat inzicht is dus het nieuwe tijdperk we ingaan. De wereld waarin die complexiteit waarin we leven, mogelijk wordt om te beschrijven, daarmee te weten hoe het werkt, dan te kunnen voorspellen, te reproduceren en als laatste stap het te kunnen toepassen. Zo zijn we al jaren als mens er mee bezig om de wereld om ons heen te beschrijven. Alleen wij als mens doen dat. Boeken worden er geschreven, video’s en documentaires gemaakt, cursussen gegeven, vakgebieden die daardoor ontstaan, dit alles steeds meer en beter.

En tot nog toe was het gericht op vooral specialisatie. Ieder met zijn eigen blik op het probleem. En daar komt de fysica om de hoek kijken, om dat alles vanuit een soort van helicopterview te bekijken, holistisch, vanaf een afstand, dat alles biedt meer mogelijkheden. Net als het kijken naar een schilderij, dan kun je met je neus bijna op het doek details zien of van een afstand het groter geheel welk een compleet nieuw beeld geeft.

Dat specialisme beperkt ons soms te veel in ons kunnen. Het geeft grenzen aan waardoor die specialist dan moet zeggen “Dit is wat ik kan, meer kan ik niet”, maar kijkend over grenzen heen, kan wel die andere collega nog iets betekenen. Een doorverwijzing doet dan wonderen. En dit is iets waar de medisch specialist zich nu steeds meer bewust van wordt. Van ketenzorg naar netwerkzorg. Ketenzorg waarin nog steeds die eilandjes los van elkaar samen werken. Zonder kennis van wat wie nu precies doet. En datgene we niet weten, daar kunnen we ook geen gebruik van maken. Maar die lacune in denken, die worden we ons nu op vele vlakken steeds meer bewust, zodat we die gaten in het systeem kunnen gaan opvullen. Net als een computernetwerk we zorgpakketten aan elkaar gaan koppelen. Steeds beter van elkaar weten wat ieders specialisme doet.

Dat inzicht had ik in een pitch van drie minuten gegoten. Want als klinisch fysicus – audioloog gespecialiseerd in de psychoakoestiek, met mijn passie voor het complexe van dat brein en dat holistisch denken om alles vanuit een groter perspectief te zien, heeft mij dit alles de mogelijkheid gegeven iets nieuws te ontdekken. De kracht die in ons zit op moment we echt samen gaan werken. Elkaar weten te vinden en er dan samen iets moois van kunnen maken.

Niet voor niets werd ik van de 26 pitches tweede met mijn pitch, een van de collega had dit nieuwe inzicht namelijk al een naam gegeven “positieve gezondheid” en daarmee had ze de eerste prijs terecht verdiend. Een project dat nu binnen Adelante schijnbaar al lopende is. Waarbij over grenzen heen gekeken wordt, in elkaars keuken, synergie, weten van elkaar wat iedereen kan. Van patiënt tot specialist. De moderne specialist en de unieke mens als patiënt.

Vanuit de Federatie Medisch Specialisten ligt er al een plan voor 2025. Rekening houdend met al deze nieuwe inzichten, waarin we als mens steeds meer controle krijgen over dat wat er met ons gebeurt.

Het is zo mooi om dat alles te zien gebeuren. Precies als met een kunstwerk dat langzaam ontstaat en steeds meer vorm krijgt, ook zo zie ik dit nu groeien, een structuur zie ik ontstaan die verbindingen legt en daarmee iets wat voorheen onmogelijk was, mogelijk maakt. Wonderen worden er verricht. Waar we eerst dachten onze grenzen te hebben bereikt, stappen we over grenzen heen en ontdekken we nieuwe werelden.

Als fysicus denk ik dan de essentie van ons bestaan als mens.

Bedankt!

Via LinkedIn vanmorgen deze aanbeveling hieronder mogen ontvangen. Deze wil ik graag met jullie delen.

Dankbaar en vereerd ben ik bij deze bijzondere woorden. Bedankt Sjoerd voor de uitnodiging en de kans die je mij gegeven hebt om deze info met een groter publiek te mogen delen.

Sjoerd Salet

Klinisch psycholoog – Plaatsvervangend P-opleider – bestuurslid MSB at Zuyderland Medisch Centrum

Op 15 juni 2018 een prachtige Studiedag Tinnitus georganiseerd vanuit de Sectie Somatiek van de VGCt.

Ik ken Dyon persoonlijk en heb vanuit mijn werk als klinisch psycholoog binnen Zuyderland MC ook geregeld professioneel met hem te maken. Ik heb hem gevraagd vanuit zijn kennis en expertise op het gebied van tinnitus en zijn kunstenaarschap een inspirerende bijdrage te leveren ter afsluiting van deze dag. Wat heeft hij dat ongelofelijk mooi waargemaakt, met niets dan lovende reacties over zijn enthousiaste en uiterst boeiende presentatie. Als dagvoorzitter had ik de eer hem te introduceren. De woorden die ik daarvoor heb gebruikt, bleken allen een schot in de roos:

“Ik ben zeer verheugd om de spreker te introduceren die een zeer inspirerende lezing in de categorie “Art meets Science” zal geven die als sluitstuk van deze dag mag klinken.

Hij heeft twee grote passies, Tinnitus en Kunst, en zal deze twee op eigenzinnige wijze en vanuit historisch perspectief verbinden.

Heeft u niet altijd al willen weten of Van Gogh ten onrechte als dronkenman werd uitgemaakt en waarom en hoe hij nu eigenlijk echt zijn oor heeft afgesneden? Wat was het gevolg dat Goya werd getergd door complete doofheid en tinnitus? En hoe Beethoven ons heeft willen laten horen hoe tinnitus werkelijk klinkt?

Psychologie en audiologie waren wetenschappen die tegen het einde van de 18e eeuw nog niet eens bestonden. Vandaar dat er in de kunstwerken en muzikale composities eigen interpretaties van de makers zijn terug te vinden, die vanuit de kennis die we nu hebben een ander licht schijnen op tinnitus en gerelateerde klachten. Klachten als onwetendheid, onzekerheid, sociaal isolement, onbegrip vanuit de omgeving en angst voor het onbekende, die een inspiratiebron vormden voor het creëren van meesterwerken.

Hij is ingenieur, klinisch fysicus en audioloog, werkzaam bij Adelante zorggroep en co-auteur van het artikel in The Lancet. Daarnaast is hij een fantastisch professioneel kunstenaar en ook in die hoedanigheid actief op het gebied van de “psychoakoestiek”.

Mag ik een hartelijk applaus voor Dyon Scheijen!”

Niet meer dan terecht kreeg hij vooraf, maar zeker ook na afronding van zijn lezing, een daverend applaus!

Laat Beethoven ons horen wat hij niet meer hoort?

En dan de laatste in de rij Beethoven.

Ludwig van Beethoven – Symp no5 C minor op 67 movt III mm 213-331.

De strijd die hij heeft geleverd en hoe mooi Beethoven zelf oplossingen heeft bedacht voor zijn gehoorverlies is het schrijven van een boek eigenlijk wel waard.

December 1770 geboren in Bonn, overleden op 26 maart 1827, Wenen. Jaartallen worden nu even van belang om op te letten.

Op 6 oktober 1802 schreef Beethoven zijn ‘Heiligenstädter Testament’.

Een testament gericht aan zijn twee broers, Kaspar Karl en Johann, waarin hij zijn wanhoop over zijn toenemende doofheid toen al in detail beschreef. Pas maanden na zijn overlijden wordt dit testament gevonden.

Over de impact die zijn gehoorverlies heeft op het dagelijkse functioneren. Het sociaal isolement waarin hij is terechtgekomen. Mensen niet meer kan verstaan. Hij als dove musicus eigenlijk niet meer wil leven, maar zich verplicht voelt toch in leven te blijven, om zo de wereld van zijn muziekstukken te laten genieten.

Rond 1819 is Beethoven volledig doof.

In de periode naar de doofheid toe gebruikt hij ijzeren draden die Beethoven verbindt met de pianosnaren om zo de muziek te kunnen horen. Beethoven had toen namelijk al een enorm succes en begaf zich als “kunstenaar” in goed gezelschap met “wetenschappers” en dokteren. In die tijd heel normaal dat kunst en wetenschap elkaar steeds vonden. Letterlijk en figuurlijk.

Het gebruik van die stalen draden was op advies van een oorspecialist die toen al ook zijn tijd ver vooruit was en gebruik maakte van de beengeleiding. Vandaag de dag zelfs toegepast in de botverankerde hoortoestellen: BCD. Bone Conducted Device.

Vanuit alle documenten die ik lees heb ik het sterke vermoeden dat het gehoor van Beethoven langzaam achteruit is gegaan door beiderzijds een otosclerose. Verkalking van de gehoorbeentjes, een verstarring van de stapes aan het ovale venster in de cochlea, die uiteindelijk, als er geen operatie plaatsvindt, een binnneoordoofheid tot gevolg heeft.

Het proces van zijn progressief gehoorverlies, het langzaam achteruitgaan van zijn gehoor heeft een enorme invloed op zowel zijn privé, als ook zijn professionele leven.

Met woorden wordt dat duidelijk in zijn Heiligenstadt Testament, echter is dit document van vier pagina’s pas maanden na zijn dood gevonden. Al die jaren heeft Beethoven deze brieven bewaard. Was het voor hem niet mogelijk deze woorden openbaar te delen. Tussen de regels door is dit zeker ook te lezen in zijn testament. “Wilde ik soms nog mij opeens over dit alles heenzetten, o hoe hard werd ik dan nog door de verdubbelde treurige ondervinding van mijn gebrekkig gehoor teruggestoten; en toch was het mij niet mogelijk, tot de mensen te zeggen: ‘Spreekt luider, schreeuw; want ik ben doof.’ Ach! hoe was het mij ook mogelijk, de zwakheid van een zintuig kenbaar te maken, dat bij mij volkomener dan bij anderen behoorde te zijn; een zintuig, dat ik eens in de hoogste volkomenheid bezat, – in een volkomenheid, zo als maar weinigen in mijn vak hetzelve bezitten of bezeten hebben? o! Dat kan ik niet.”

In stilte verwerkte Beethoven de impact van het enorme gehoorverlies, maar nog meer heeft hij dat naar mijn mening getracht om daarom de muziek te gebruiken zijn verhaal te vertellen. De muziek was zijn taal, zijn stem, verhalen kon hij vertellen met de muziek die hij schreef.

Ik wist dat er een muziekstuk was waarin hij een tinnitus laat horen. Bij toeval kom ik uit op:

Symp no5 C minor op 67 movt III mm 213-331. Geschreven ergens tussen 1804 en 1808. De periode waarin het verlies van zijn gehoor steeds ernstiger wordt.

In dit stuk (op ongeveer 19 minuten) hoor ik dat Beethoven het grote publiek wil laten horen wat hij hoort, beter gezegd wat hij niet meer is gaan horen. Als een moderne DJ draait hij aan de knoppen en langzaam schrijft hij bepaalde frequenties weg.

Langzaam sterft het geluid van de muziek helemaal uit, om dan als laatste enkel nog een tinnitus te kunnen waarnemen in de stilte die er eigenlijk is. In de verte nog net zachtjes tonen te horen zijn, heel zacht om dan vervolgens op majestueuze wijze het volume weer terug te brengen. Alle registers trekt Beethoven open, waarin je hem bij wijze van hoort schreeuwen “Dit is wat jullie horen, geniet hiervan, luister naar de details, naar alle tonen die voorbij komen, het complexe van het oorsysteem om al die instrumenten tegelijk en in verschillende toonhoogtes te kunnen waarnemen”.

Zelf heb ik ooit, lang geleden, in een fanfare gespeeld, French Horn. Prachtig instrument. En het mooiste is als je als muzikant dan zo luid mogelijk mag spelen. Zeker op zo’n hoorn. Zo luid dat het geluid even lijkt over te slaan. Precies dat schrijft Beethoven in de partituur. Je hoort het enthousiasme in de muziek. Die hoornpartij gaat met een dubbele forte helemaal uit haar dak.

Kippenvel. Tegelijkertijd raakt het me diep, zeker nu ik de woorden heb gelezen in zijn testament. In ongeveer dezelfde periode heeft Beethoven deze symfonie gecomponeerd. Met eenzelfde emotie, met eenzelfde boodschap, met eenzelfde noodkreet. Muziek was zijn taal, zijn leven.

“Fate is knocking at the door”, zei Beethoven bij de vier tonen die zo typerend zijn voor de vijfde symfonie. Later zijn deze vier tonen, kort-kort-kort-lang, de internationale code geworden voor SOS, safe our souls. “Help me!”. Hoeveel toeval?! Beethoven die schreeuwt om hulp en niet gehoord wordt.

“Many assert that every minor piece must end in the minor. Nego! …Joy follows sorrow, sunshine—rain”, ook dit is een quote van Beethoven gekoppeld aan de vijfde symfonie.

Het opentrekken van dat hele register, nadat hij eerst zijn gehoorverlies met de muziek heeft laten horen, het langzaam sterven van de instrumenten, stuk voor stuk doven ze uit. Om dan vervolgens op een geniale manier in de compositie een gevoel van triomf te laten beleven, overwinning. Zou het dat hij toen al wist dat hoe ook er een dag zou komen, dat ooit iemand zijn emotie, zijn gevoel hierin zou herkennen en wil delen met de wereld?

Net als de andere kunstenaars besproken in hun schilderijen met kleur en compositie de emotie en de impact van het grote gehoorverlies en tinnitus konden laten zien, zo laat Beethoven dat hier horen in zijn muziek.

Psychologie en audiologie waren wetenschappen die tegen het einde van de 18de eeuw überhaupt nog niet bestonden. Vandaar dat er in de kunstwerken en muzikale stukken eigen interpretaties van de makers zijn terug te vinden die vanuit de kennis die we nu hebben een ander licht geven op de tinnitus en gerelateerde gehoorklachten.

Klachten waarbij onwetendheid, onzekerheid, sociaal isolement, onbegrip vanuit de omgeving, angst voor het onbekende, al dit zelfs een inspiratiebron bleek te zijn voor het creëren van meesterwerken.

Edvard Munch noteert in een van zijn dagboeken: “Zonder angst en ziekte zou mijn leven als een boot zijn zonder roer”.

Grootheden die nu nog middels hun meesterwerken tot ons spreken, voor degene die er oog en oor voor heeft.

Horen is meer dan enkel horen.

Ga het stuk van Beethoven luisteren, laat het een keer tot je komen met bovenstaande informatie en hoor wat hij ons te vertellen heeft.

De impact van gehoor op een mens, maar nog meer de liefde voor muziek die met onze oren te horen is.

Literatuur en bronnen:

Arnold WN, The illness of Vincent van Gogh, Journal of the History of the Neurosciences 2004, Vol. 13, No.1, pp22-43

Arenberg IK, Countryman LF, Bernstein LH, Shambaugh GE, Van Gogh had Ménière’s disease and not epilepsy. JAMA. 1990, Vol. 264, pp491–3

Shearer PD, The deafness of Beethoven: an audiologic and medical overview, Am J Otol. 1990 Sep, Vol. 11(5), pp370-4

Stevens MH, Jacobsen T, Crofts AK, Lead and the deafness of Ludwig van Beethoven, Laryngoscope, 2013 Nov, Vol. 123(11), pp2854-8

Van Gogh museum Amsterdam, tentoonstelling Munch : Van Gogh, 25 september 2015 – 17 januari 2016

1889 – Het eerste internationale psychologiecongres vindt plaats in Parijs.

1889 – Het eerste Franse onderzoekscentrum voor psychologie wordt geopend aan de Sorbonne.

Jheronimus Bosch

Francisco de Goya

Vincent van Gogh

Ludwig van Beethoven

Vaststelling van een otosclerose werd aanvankelijk beschreven door Valsalva in 1704 tijdens een autopsie van een dove patiënt. Joseph Toynbee koppelde otosclerose aan gehoorverlies in 1857. In 1890 was Katz eerst in het vinden van otosclerose bewijs microscopische dat fixatie van de stijgbeugel veroorzaakt. In 1893 beschreef Politzer de otosclerose als klinisch organisatie en beschreef zijn pathologische kenmerken in het lijk. De oudste meldingen van verbetering van het gehoor bij patiënten met otosclerose waren anekdotische gevallen van patiënten met hoofdletsel had, met de daaropvolgende verbetering van het gehoor. Kessel beschreven geval in 1878 bij het beschrijven van de temporale bot van een patiënt die na het vallen van de wagen zijn gehoor verbeterd vinden dat het een breuk in de storm. Holmgren in 1923 behandelde patiënten met otosclerose creëren van één Fenestra in de horizontale kanaal en bedekken met mucoperiosteum. Chirurgie van Fenestra van het horizontale kanaal werd gepopulariseerd door Lempert in 1940 en later verfijnd door anderen, waaronder John House.

Ondanks de aanvaarding van de techniek van Fenestra, zelden was ze succesvol om de kloof van bot-lucht gehoor helemaal dicht, en had een 2% hoger risico op het veroorzaken van ernstig perceptief gehoorverlies. In 1950 voorgesteld Samuel Rosen de mobilisatie van de stijgbeugel, die het voordeel van het genereren van onmiddellijke verbetering in het gehoor had en volledig sluiten van de kloof in de meeste patiënten, vervolgens detecteren dat de vaststelling van de steun wordt weer opgewekt in alle gevallen. In 1956 maakte John Shea de eerste stapedectomie, die de ovale venster met een ader graft en het gebruik van een nylon kunstmatige stijgbeugel om het ovale venster aambeeld.

Siebenmann in 1912 bedacht de term die verwijst naar de labyrintische otosclerose otosclerose foei dat de otic capsule van het slakkenhuis en het labyrint gehuld. Hij stelde dat de labyrintische otoeslcerosis kan resulteren in perceptief gehoorverlies.

http://sieplex.com/author/bauke-dievoet

Spreker gezocht?

Twee weken geleden stond ik in het Spant! Bussum, het hele theater vol met collega’s uit het land, een boeiende lezing te geven over psychoakoestiek.

Voor mij persoonlijk was dit publieke optreden de laatste trede die ik nog te nemen had in mijn hele traject in het “overwinnen” van mijn spreekangst.

Een traject van vele jaren trainingen, cursussen, oefenen en “het gewoon doen”. Met kleine stappen steeds meer vooruitkomen. Om dan nu daar in het mooie theater in Bussum, het podium te nemen en het publiek een cadeau te geven. Want dat is wat je doet in public speaking. De kennis die je de ander geeft is als een cadeautje dat je weggeeft.

En het is zo leuk om cadeau’s te geven en te zien hoe iemand daar blij van wordt.

Daarom zou ik dit nu vaker willen, het spreken in het openbaar. Storytelling.

Meerdere onderwerpen die ik als thema voor een lezing kan geven:

1. Mijn vak audiologie, met name de psychoakoestiek. Wat doet iemand met geluid? Hoe werkt ons hoorsysteem? Waarom hoort de één Laurel en de ander Yanny? Wat gebeurt er in dat brein? Van het bewegen van het trommelvlies tot aan de auditieve cortex uitgelegd aan de hand van optische illusies, auditieve illusies die vaak nog zo onbekend zijn. Een leerzame lezing over het horen.

2. Mijn carrière als professioneel kunstenaar. Een inspirerend verhaal waarin als rode draad door dat verhaal uiteindelijk de twee beroepen audioloog en beeldend kunstenaar elkaar weten te vinden.

Art meets Science.

Mijn reis naar Californië. Het kunstproject in het museum of the living artist. De plek waar het kunstenaar durven zijn geboren wordt. Het park waarin dat museum te vinden was, Balboa Park. Waar ik zelfs de foto van mij, ooit gemaakt door mijn broer Jean, terugzag in het museum of Science. Ik als fysicus daar op de foto bij een opstelling over DNA te zien, met als boventitel; the doctor of the future.

3. Mijn traject welk ik gegaan ben om mijn spreekangst te overwinnen. Ik kan nu gewoon voor een hele grote zaal staan vol met kritische collega’s en mijn verhaal vertellen, zonder rood te worden, zonder de brok in mijn keel die spreken onmogelijk maakte.

Van een sociale fobie op mijn 18de tot nu professioneel spreker. Die reis, die persoonlijke reis die ik gemaakt heb, wil ik graag delen. Om mensen te inspireren en kracht te geven dat elke angst te overwinnen is. Het niet makkelijk zal zijn, maar wel mogelijk. Dat je daarbij het niet alleen hoeft te doen, maar jij het wel zelf moet doen. Zonder de bergen te beklimmen kun je de toppen niet halen. Zonder gidsen weet je de weg niet te vinden. Maar enkel al de weg die je gaat, die weg kan al heel bijzonder en mooi zijn. Het is niet enkel de moeite waard om het doel te bereiken. Het pad daarnaartoe kan zelfs nog mooier zijn. Dit is een heel persoonlijk verhaal, maar het heeft mij gemaakt wie ik nu ben. Ik had het daarom niet willen missen, zelfs niet die dalen waar ik doorheen moest gaan. Net die dalen hebben mij de lessen gebracht om te leren. Die lessen wil ik heel graag delen om vooral mensen die spreekangst hebben met dit verhaal de weg te wijzen die ze kunnen gaan om ook die berg te beklimmen, misschien via een makkelijker pad dan ik gegaan ben, maar om uiteindelijk wel op dezelfde top met dat prachtig uitzicht aan te komen.

Een inspirerend zeer persoonlijk verhaal.

4. En dan als laatste voorbeeld mijn twee passies; Kunst en tinnitus. Meerdere genieën uit de geschiedenis werden getergd door gehoorverlies en tinnitus. In de kunstwerken en muziekstukken zijn de sporen terug te vinden waar deze meesters mee te maken hadden. Vincent van Gogh die zijn oor afsnijdt. Beethoven die volledig doof werd en zijn eigen symfonieën niet meer kon horen. Munch met De Schreeuw.

De mens alleen al is een kunstwerk op zich.

Het verhaal van deze bijzonder mooie mensen vertelt vanuit de werken die zij maakte, de schilderijen waar je de strijd in ziet, het vechten tegen de tinnitus, het ernstige gehoorverlies. In een symfonie van Beethoven zelfs te horen. Hij wil het zo graag delen met de wereld. De impact die zijn verlies van het gehoor en de tinnitus heeft op zijn werk, zijn leven, zijn zijn. Een aangrijpend verhaal achter al deze kunstenaars.

Dit zijn verhalen die ik graag wil delen, mensen hiermee wil inspireren, anders te laten denken, anders te laten kijken. Naar hoe mooi de mens is. Wij als mensen hebben de mogelijkheid om over zaken na te denken, het met elkaar erover kunnen hebben, elkaar kunnen horen, maar nog beter elkaar verstaan. In al deze lezingen komt een aspect naar voren, waar je ook vandaan komt, welke achtergrond of nationaliteit, geloof, rang of stand je ook hebt, al dit speelt voor iedereen.

De mens op zich is al een kunstwerk.

Spreker gezocht voor een event, congres of college?

In een vrijblijvend gesprek kunnen we samen bekijken wat mogelijkheden zijn en wat er gewenst is qua tijd en inhoud van de lezing.

Voor meer informatie mail me:

info@dyonscheijen.nl

Vincent van Gogh – zelfportret met verbonden oor

En dan Vincent van Gogh, wat een verhaal is dat. Geboren 30 maart 1853. Overleden 29 juli 1890.

37 jaar en vier maanden jong. Pas vanaf zijn dertigste echt met zijn kunstcarrière begonnen. Ruim 800 kunstwerken. Gemiddeld moet hij in de laatste fase van zijn leven vier werken hebben gemaakt op één dag. Zijn briefwisselingen met zijn broer Theo geven zo veel inzichten in hoe het leven voor hem was, negenhonderdenacht brieven. Maar nog zo veel vragen die blijven bestaan.

Uiteraard wist ik van zijn oorincident. Maar waarom sneed hij zijn oor af? Was het het gehele oor? Welk oor? Had Van Gogh Ménière? Evenwichtsklachten, die lijken alsof hij heel veel gedronken had. Misverstanden uit zijn omgeving? Een arme man die als dorpsgek werd versleten, door omwonende werd gezien als een bedreiging en zelfs officieel via de politiek getracht werd hem weg te krijgen.

In werkelijkheid was hij een groot genie als kunstenaar, een zeer gevoelig mens, met oog voor details. Genoot van de dingen om hem heen. Respect had voor de “gewone” dagelijkse taferelen in het leven. Het boeren leven. De aardappeleters, een van zijn eerste grote werken. Uren voorstudies gemaakt, schetsen, om dan in 1885 dit werk te maken, toen heel veel kritiek kreeg en nu anno 2018 dit kunstwerk in de top tien staat van een van de duurste en bekendste schilderijen ooit.

Vincent van Gogh, een man met een groot hart en enkel maar één doel, een succesvol kunstenaar te kunnen worden. Maar door zijn ernstig gehoorverlies in een sociaal isolement was geraakt. Moeilijk met mensen kon praten, daardoor ook als moeilijk in omgang werd gezien. Waarschijnlijk een misverstand bij velen dat hij moeilijk was. Integendeel had hij een hart van goud.

Misverstanden? Ménière? Zijn druk op het oor zo ondragelijk werd dat hij er zelf met een mes aan de gang ging?

Ook bij Van Gogh zien we dat vanaf die periode van zijn ziekte hij een andere stijl in zijn kunstwerken ontwikkelde.

Vincent kon geen modellen betalen, dus gebruikte hij zijn eigen hoofd regelmatig als model. Veertig zelfportretten maakte hij, waarvan twee in de periode dat hij oorproblemen had.

Een heel boek is er onlangs geschreven over het verhaal achter het oorincident. Wat heeft er die nacht voor kerst 1889 in het Gele huis plaatsgevonden? Waarom bracht Van Gogh zijn oor daarna na een dame midden in de stad? Wie was zij? Wat had Gauguin hiermee te maken? En dan Vincent’s overlijden? Was het zelfmoord? Of is hij per ongeluk in zijn buik geschoten?

Bernadette Murphy, een voormalig geschiedenis docent, nu al jaren woonachtig in de buurt van Arles heeft het helemaal uitgezocht. In een soort van dagboek beschreven, het hele proces, de zoektocht die zij gemaakt heeft. Boeiende verhalen, mooie plekken, met enige fantasie waan je je af en toe in Frankrijk. Terug in de tijd. En sta je naast Van Gogh. Ben je er bij, begrijp je nog beter, wat voor een bijzonder mooi mens hij was. Met dat ene doel voor ogen; een groot kunstenaar te worden en een inspiratiebron voor anderen te zijn. Dat doel heeft hij bereikt. In de hoop dat hij dit toch nu zo ook ervaren heeft, vind ik troost in alle mooie werken die hij ons heeft nagelaten.

Verslag van mijn bezoek aan het Van Gogh museum.

Fransico de Goya – De slaap van de rede brengt monsters voort

De volgende kunstenaar in het kader van de lezing “Art meets Science: tinnitus besproken vanuit een brug tussen kunst en wetenschap”, Francisco José de Goya (1746 – 1828), ook hij had aan het eind van zijn leven te maken met een ernstige slechthorendheid. Geen audiologisch centrum die hem toen kon helpen. Hij geraakte dan ook langzaam in een sociaal isolement en kon op het einde met niemand meer praten. Met daarbij een ernstige tinnituslast die vooral ‘s nachts parten speelde.

Zijn hele stijl van schilderen veranderde nadat hij door een ernstige ziekte in 1792 volledig doof was geworden. Zijn doofheid had grote invloed op zijn manier van schilderen. Hij was meer afgesloten van zijn omgeving en zijn fantasie ging een grotere rol spelen in maken van zijn kunst. Daarnaast bestudeerde hij mensen door zijn doofheid op een afstand, wat tot kritische en satirische observaties leidde. Zijn nieuwe stijl was zeer opvallend voor die tijd en lag dicht tegen wat we nu kennen als de karikatuur. Toen in die tijd een doodzonde. Maar Goya trok zich daar niets van aan. In zijn portretten schilderde hij zijn modellen zoals hij ze zag. Zijn religieuze fresco’s werden van een zeer aards realisme, ongekend in die tijd.

Voorheen was zijn stijl romantiek en maakte hij vele portretten voor adel en kerken. Dat gaf hem ook veel roem en aanzien.

Maar na zijn ziekte werd zijn stijl donkerder, kritisch en satirisch, dit was tegen het zere been van adel en regering.

Zijn meest bekende werk Los Caprichos zijn hiervan een mooi voorbeeld. Print nummer 43, die eerst de omslag zou zijn van deze verzameling prenten, werd door Goya aangepast, omdat hij bang was dat er dan meteen kritiek zou zijn en mensen nog niet eens zouden gaan kijken naar de andere platen in het boekwerk. Uiteindelijk is zijn bekendste zelfportret de omslag geworden en is print 43 in de verzameling opgenomen.

 

Print 43.

De slaap van de rede brengt monsters voort, El sueño de la razón produce monstruos. Een zelfportret waar hij probeerde om slaap te vinden en dat niet lukt. Waarschijnlijk dat Goya in zijn slaap werd getergd door zijn tinnitus.

Goya geraakt door zijn doofheid in een sociaal isolement. Kan geen les meer geven op de universiteit en gaat aan het eind van zijn leven op 72 jarige leeftijd in het huis wonen dat al de naam had “Quinta del Sordo”, “Het huis van de dove”. Voorheen had er al een man gewoond die doof was.

kunst-thema-028.jpg

Hier maakte Goya een aantal wandschilderijen, murals, die later bekend zouden worden als Goya’s zwarte schilderijen. Meer informatie hierover.

Dat Goya doof was en gebruik moest maken van ondersteunende gebaren, blijkt uit een tekening die de meester maakte in 1812, “Handfiguren”. Gebarentaal was toen nog geen algemeen goed.

Schermafbeelding 2018-06-03 om 09.41.54.png

De volgende kunstenaar Vincent van Gogh.

Wordt vervolgd.

referentie:

https://spaanseverhalen.com/spaanse-kunst/prado-museum/goya-francisco-de/#leven

Jheronimus Bosch – Tuinen der lusten

Mijn lezing “Art meets Science: tinnitus besproken vanuit een brug tussen kunst en wetenschap” begint bij “ De Tuin der Lusten” van Jerhonimus Bosch, die in de 15de eeuw leefde in ‘s-Hertogenbosch, geboren circa 1450, circa want van het begin van zijn leven is maar weinig bekend, zelfs zijn overlijden is niet exact bekend, wel dat Bosch begraven is op 9 augustus 1516.

“De Tuin der Lusten” een prachtig drieluik over het leven, de lusten in het leven en tevens de vergankelijkheid van het leven.

In het linker paneel het begin, Adam en Eva, het paradijs, midden paneel, het leven, de aarde, het feest, rechter paneel, de hel, alle ellende, vergankelijkheid, dood en verderf.

In dit rechter paneel is een oor te zien, twee oren doorboort met een zwaard en een pijl, pijn. Ook Bosch had op het laatst van zijn leven ernstige gehoorproblemen, dat is bekend. Misschien dat daarom niet voor niets de man die dicht bij het tafereel van het oor te vinden is, een zelfportret is? Bosch leefde in de 15de eeuw, zo weinig bekend van zijn eigen leven, vandaar dat we het nooit zullen weten.

Nu was ik bij toeval ook nog bezig met een voorbereiding voor een andere lezing voor AuDidact, een jaarlijks congres voor alle audiciens in Nederland. De titel van de lezing die ik daar ga geven; Psychoakoestiek, hoe gaat iemand om met geluid? De complexiteit van ons brein. Om dit duidelijk te maken maak ik gebruik van optische illusies en zo maak ik een bruggetje naar akoestische illusies, hier een samenvatting van die lezing.

Maar nu kwam ik vandaag bij puur toeval het volgende tegen. M.C. Escher, de kunstenaar die wiskundige figuren en natuurkundige aspecten gebruikte als inspiratie voor zijn kunstwerken. Een kunstenaar met een zeer eigen stijl en die nog nooit een andere kunstenaar had gereproduceerd in zijn werk, behalve één! Jeroen Bosch. En dan precies ook dat deel uit “De Tuinen der Lusten” wat ik er uit hebt gepakt om het oor te laten zien. Maar door dit kunstwerk van Escher zie ik ook echt nu pas de “Boommens” in het kunstwerk van Bosch. Met daarbij het hoofd van de kunstenaar zelf als zelfportret, meerdere kunsthistorici die hierover geschreven hebben. Sterker nog, nu past nog meer mijn hypothese dat het oor met het zwaard en de pijlen een verwijzing zijn naar tinnitus, wel of niet bij Bosch zelf aanwezig.

Hier een link naar het werk van Escher.

Een verklaring die Escher zelf min of meer geeft is dat in deze periode van zijn leven, wonende in Zwitserland, hij en zijn vrouw nogal depressief werden door de witte sneeuw en koude in dat land. Zij waren met het hele gezin verhuisd van Italië naar Zwitserland. Zijn inspiratiebron was weggevallen. De repeterende figuren in Italiaanse potten. Bloempotten en pannen uit de méditerranée waren er niet meer. Nu was het enkel veel wit van de sneeuw.

En jaren daarvoor had Escher een expositie van Bosch gezien, met vooral De Tuinen der Lusten nog in herinnering. Maar waarom dan specifiek dat deel van het doek? Waarom aandacht voor ook dat oor? Bijzonder. Zou Escher ook tinnitus hebben gehad?

Ga ik een andere keer onderzoeken, nu eerst de volgende kunstenaar die ik op mijn lijstje had staan, Fransico de Goya.

Wordt vervolgd.

Kunst en tinnitus

Begin dit jaar werd ik gevraagd om een lezing te geven op de studiedag tinnitus bij de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën, VGCt, 15 juni aanstaande. De vraag was of ik een boeiende lezing zou kunnen geven, die vooral ook nog op het eind van de dag de interesse zou kunnen prikkelen van de aanwezigen.

Ooit geleerd van een TED-talk dat een boeiende lezing op vier elementen rust. Deze vier elementen vormen samen het woord HAIL:

Honesty, be clear and straight

Authenticity, be yourself

Integrity, be your word

and last but not least

Love, wish them well.

Al deze elementen in één lezing? Dan kom ik al gauw uit op een lezing over kunst gerelateerd aan tinnitus.

Kijken naar kunst is zo iets boeiends, zeker als je op details let. En ik wist uit al die jaren dat we in ons centrum onze tinnitus informatiebijeenkomst geven, dat er net ook heel veel kunstenaars zijn die een groot deel van hun leven getergd werden door gehoorklachten en met name doofheid en tinnitus. Vincent van Gogh en Ludwig von Beethoven, zij zijn hierbij het meest bekend, ook bij het grote publiek.

Naast de verwondering voor kunst heb ik mijn grootste passie gevonden in de audiologische zorg. Elke werkdag geeft zo’n voldoening om met alle kennis over het gehoor en tinnitus er te mogen en kunnen zijn voor mensen met ernstige tinnitusklachten en/of gerelateerde gehoorklachten, te denken aan misophonia, hyperacusis, Ménière, Laag Frequent Geluid.

Audiologie is zo’n mooi en boeiend vakgebied, waarin nog zoveel onbekend is en waar met steeds nieuwe inzichten mensen echt te helpen zijn. Dankbaar zijn dan ook de patiënten als je ze op het spreekuur kunt duidelijk maken wat wij vanuit ons tinnitusteam voor hun kunnen betekenen, die dankbaarheid, dat vertrouwen in ons, dat is een groot recht. Elke werkdag weer ervaren we dat in ons team.

Gehoor is in de basis de essentie van ons mens zijn.

“Nicht sehen trennt die Menschen von Dingen. Nicht hören trennt die Menschen von Menschen.” Immanuel Kant.

Dat wij met elkaar kunnen praten maakt dat we mens zijn. In woorden kunnen vertellen wat er speelt, hoe mooi iets is. Schrijven is ook al een mogelijkheid van communicatie. De woorden die je nu hier leest, maakt dat ik je kan vertellen wat ik zie, wat ik voel, wat ik beleef, hoe ik de wereld zie. De woorden “klinken” in jouw gedachte.

Maar het gesproken woord is veel krachtiger. Emotie komt er dan nog bij, intonatie, klankkleur, stiltes. Zelfs die stiltes kunnen een enorme power hebben.

Met woorden kun je kunst beschrijven, zonder woorden zou kunst niet bestaan. Enkel door erover te spreken, te weten wat er achter het kunstwerk zit, pas dan kan vaak de echte waarde van kunst worden geschat.

Kunst op zich is iets heel bijzonders, kunst maken, kunst kijken, de kunstwereld, ook daar ligt zeker mijn hart.

Beide werelden, zowel de audiologie, als ook de kunst, staan voor een groot deel op het fundament van de psychologie. De psychologie van de mens, gedachten, emotie, gedrag. Het leven.

De psychologie in de kunstwereld, waarin de waarde van kunst enkel iets menselijks is. De geschiedenis, de verhalen, die het kunstwerk kunnen maken tot vrijwel onbetaalbare kunst. De materiaalwaarde bijna nul kan zijn, maar er bij een gerenommeerd veilinghuis miljoenen voor worden betaald, kunst.

En de audiologie, met alles wat ons mens maakt. Elkaar horen, maar vooral aanhoren. Een luisterend oor zijn kan van onschatbare waarde zijn.

Honesty, authencity, integrity and love.

Mat al deze elementen van HAIL in zicht begon ik al vrij vroeg dit jaar met het verzamelen van allerlei informatie over schilderijen, kunstenaars, muziekstukken en componisten. Kunstwerken die ons iets zeggen over het leven van de kunstenaar zelf. Maar dan met name de periode en de impact die gehoorverlies en tinnitus had op het leven van de kunstenaar.

De meest interessante heb ik er uit gehaald en ga ik deze lezing verder vorm geven.

Maar er zitten hier zo veel boeiende nieuwe inzichten in en zaken die ik ontdekt heb, die ik graag met jullie hier wil gaan delen.

Wordt vervolgd.

Jheronimus Bosch – Tuinen der lusten

Psychoakoestiek. Hoe horen wij?

Twee dagen mag ik spreken in het Spant! Bussum. Bijna 1000 collega’s waar ik mijn passie in het vak audiologie mee mag gaan delen. Vele audiciens uit heel Nederland bezoeken het jaarlijkse audicienscongres Audidakt.

Mijn lezing in de middag gaat over psychoakoestiek. In de ochtend mag ik een gesproken column geven. Deze is hier te vinden.

Hoofdlezing middag Psychoakoestiek.

Ik kon het niet laten om te beginnen met Laurel en Yanny. Vorige week nog een hit op internet. Velen in mijn eigen omgeving hoorde Yanny, ik enkel Laurel. Nu de gelegenheid om live een hele grote groep te toetsen en ja hoor, weer opnieuw de helft die Laurel hoort en de andere helft Yanny. Ongelofelijk toch?

Schermafbeelding-2018-05-25-om-08.09.18.png

Hoe dit kan is zo fascinerend. Ik ga het proberen uit te leggen met dit visuele plaatje. Rood en groen. Iemand die kleurenblind is, meestal op de kleur rood en groen, ziet dit niet. Kan de woorden niet lezen. De frequenties voor rood en groen zijn voor zijn receptoren in het oog exact hetzelfde. Dus frequentiegevoeligheid is hier de reden van het wel of niet zien van de namen. Zo ook bij het horen van Laurel en Yanny. De Yanny is meer hoogfrequentspecifiek en Laurel. Dus mensen boven een bepaalde leeftijd 🙂 horen Laurel en de nog wat jongeren onder ons Yanny.

Niet alleen dit is de reden van het verschil, ook nog je achtergrond, taalgevoeligheid en meer. Dus ook een jong iemand kan enkel Laurel horen. Zelfs iemand die eerst nog Yanny hoorde en later de Laurel kan dan niet meer de Yanny horen.

Dit beschrijven en verklaren, dat is psychoakoestiek.

Psychoakoestiek, de wetenschap die zich bezighoudt met hoe mensen geluid waarnemen. Het gaat hierbij vooral om te kijken naar de subjectieve beleving van objectieve natuurkundige aspecten, met name geluid.

Vanaf mijn opleiding tot klinisch fysicus – audioloog werd ik al geraakt door de kunst van het horen.

Ons auditief systeem is meer dan enkel de oren. Het perifere oor systeem zet een geluidstrilling om in een neurofysiologische stimulus, die het brein in de auditieve cortex kan waarnemen als een geluid. Je trommelvlies, de hamer, aambeeld, stijgbeugel, het orgaan van Corti, de binnenste en buitenste haarcellen, de gehoorzenuw, de kleine hersenstam, al die knooppunten in je brein, de auditieve cortex, al dit maakt dat je geluiden uit je omgeving kunt horen. Maar wat gebeurt er in dat brein? Wat doen we met geluid? Welke interpretaties geven we hieraan?

Om de complexiteit van ons brein te begrijpen, ben ik op zoek gegaan naar voorbeelden die ons laten zien hoe ons brein en vooral onze zintuigen functioneren. Daarbij heb ik optische en akoestische illusies ontdekt waarmee de genialiteit van ons brein kan worden gedemonstreerd.

Het Hermann rooster (The Hermann grid).

Het Herman-rooster laat zien dat receptoren in ons oog vooral gevoelig zijn voor contrasten. De overgang zwart en wit, kan enkel in ons brein sterk worden waargenomen, als tijdelijk de tussenliggende receptoren worden uitgeschakeld. Als je de ogen stil houdt zie je heel duidelijk de contrasten, maar beweeg je je focus over het rooster, dan zie je zwarte vlekken ontstaan op de plekken waar het wit behoort te zijn. Dit maakt zichtbaar dat onze ogen tijd nodig hebben om aan het nieuwe beeld te moeten wennen, echter die tijd is te kort om het beeld weer actueel te maken, vandaar de vlekken die in beweging ontstaan.

De Pacman illusie by Jeromy Hinton, laat dit ook duidelijk zien. De beweging van de rood/roze stippen geeft bij focus op het kruisje in het midden al heel snel de delay van je receptoren in je ogen weer. Als je de focus heel stil houdt, krijgen de receptoren op precies de plek in jouw ogen niet de tijd om te herstellen en verdwijnt de rood/roze stip. De complementaire kleur, de tegenkleur van rood komt dan wel tevoorschijn en dat geeft een groene stip. Het lijkt nu alsof de groene stip de rood/roze opeet.

Deze vertraging in de reactie van de receptoren in het oog geeft ook deze volgende illusie. Bij bewegen van de focus over deze figuur, lijkt het alsof de figuren ronddraaien. Dit komt door de wit/zwarte vlekken die dan veranderen en daarmee de illusie geven van een beweging. Het moment dat je echt focust, zie je dat het beeld star is.

Optische illusies, Maurits Cornelis Escher, was er van nature een kei in. Hij speelde met de ruimte. Hij maakte tekeningen die voor het brein niet te begrijpen waren. Optische illusies die vanuit de wiskunde en natuurkunde onmogelijk leken te zijn. Hoofdbrekers dan ook voor vele wis- en natuurkundigen. Daarom ook dat M.C. Escher werd uitgenodigd op het International Congress of Mathematicians in Amsterdam, 1954. Daar mocht Escher veel van zijn etsen en tekeningen exposeren aan een groter publiek. Het congres werd bezocht door internationale geleerden op het gebied van de wis- en natuurkunde.

Zo ook vader en zoon Penrose. Zij zagen de tekeningen van Escher en waren meteen verkocht. Zij konden als wiskundigen de figuren niet begrijpen en dat maakte hun nieuwsgierig naar de wiskundigheid hierachter. Wat maakte deze figuren nu onmogelijk?

Zij gingen naar huis en samen met een opdracht, welke onmogelijke figuren zijn er nog? En zo ontdekte zij de oneindige trap en de onmogelijke driehoek. Nu bekend als de Penrose trap en Penrose driehoek. Hier hebben vader en zoon een publikatie over geschreven. Penrose, L.S., Penrose, R., British Journal of Psychology. Impossible objects: A special type of visual illusion”, 1958.

Schermafbeelding-2018-05-25-om-08.10.09.png

Escher werd in dit artikel zoals dat gebruikelijk is op het laatst ook in het dankwoord genoemd als inspirator voor deze onmogelijke figuren. Escher op zijn beurt werd weer geïnspireerd door deze nieuwe figuren en hij maakte twee van zijn meest beroemde kunstwerken; Klimmen en dalen uit maart 1960 en Waterval uit oktober 1961.

Klimmen en Dalen

Wat heeft dit nu met auditieve illusies te maken?

Roger Shepard werd jaren later weer geïnspireerd door Escher, omdat zijn gedachte was, dat als het zintuig oog voor de gek kan worden gehouden, kan dat ook met het oor? En zo ging hij experimenteren en ontdekte hij de Shepardtoon. Een toon die steeds omhoog lijkt te gaan en er geen einde aan komt. De andere kant oneindig naar beneden gaat, zo lijkt. Klik hieronder op het plaatje.

Schermafbeelding 2018-05-25 om 08.10.21

Dit fenomeen wordt nu al jaren in films en game-industrie toegepast. Super Mario 64, als hij de trap oploopt, lijkt de trap oneindig te zijn. Hans Zimmer, de wereldberoemde componist van heel veel filmmuziek, gebruikt het Shepardfenomeen bijna in elke film, ook in de laatste, Dunkirk. Zimmer weet hiermee de spanning continu hoog te houden en je op het puntje van de stoel te krijgen.

Een ander heel interessante auditieve illusie is het McGurk-effect. Hierbij wordt de auditieve waarneming beïnvloed door de visuele ondersteuning, waarbij de visuele prikkel het sterkst is. Als iemand Bar, Bar, Bar zegt en Far, Far, Far de visuele prikkel is, dan hoor je Far, terwijl de auditieve input Bar is. Zelfs als alle twee de visuele prikkels naast elkaar worden getoont, kan de focus van de een naar de ander, meteen die perceptie veranderen. Daarom is visuele ondersteuning bij een slechthorend iemand ook van groot belang, het aflezen van het mondbeeld kan heel veel informatie geven.

Diana Deutsch, een Engelse hoogleraar psychologie, aan de universiteit Californië, San Diego, heeft naar al die auditieve illusies heel veel onderzoeken gedaan. Zij deelt al deze illusies op haar website, met in detail uitleg en audiofiles er bij. Een waanzinnig interessante verzameling van jarenlang onderzoek.

Maar ik wil verder naar wat er nu echt toe doet in de praktijk, in de kliniek. De psychoakoestiek op het audiologisch spreekuur.

Want we leven in een tijd waarin steeds meer gevraagd wordt van ons auditief systeem, informatieoverdracht wordt steeds sneller, steeds complexer. Vergelijk maar eens een Polygoon-journaal van jaren geleden met een uitzending van De Wereld Draait Door. Mathijs van Nieuwkerk, de snelst sprekende presentator, een normaalhorende heeft al af en toe moeite om hem te verstaan, laat staan een slechthorend iemand. Daarbij komt dat het risico op gehoorproblemen door luide geluiden ook een steeds groter probleem lijkt te worden. Genoeg beroepen, zoals geluidstechnici, piloten, brandweer, politie of artsen, waarbij gehoor essentieel is om goed te functioneren, waarin steeds meer mensen problemen hebben in het uitvoeren van dit beroep ten gevolge van gehoorklachten.

Niet enkel door een gehoorverlies, maar ook door klachten als tinnitus, hyperacusis, overgevoeligheid voor geluid, mispfonie en andere gehoorgerelateerde klachten. Klachten die niet in het perifere deel van ons auditief systeem ontstaan, maar in het brein.

In de jaren negentig heeft Jastreboff een theoretisch model opgezet, hoe hij als neuroloog dacht een beschrijving te geven over tinnitus en later ook hyperacusis. Deze beschrijving gebruik ik nu nog steeds om aan patienten met dergelijke klachten uitleg te geven over het complexe wat er in ons brein gebeurt. De psycho-akoestiek.

Het neurofysiologisch model van Jastreboff is uiteindelijk teruggevoerd naar een blokkenschema. Waarmee dit complexe van ons horen, heel eenvoudig te beschrijven is.

Schermafbeelding-2018-05-28-om-13.23.05.png

Maar laat ik eerste een aantal voorbeelden geven waarmee die complexiteit al duidelijk wordt. Gewoon een aantal voorbeelden uit het dagelijkse leven.

Stel je bent op een feest, gezellig met mensen in gesprek, overal om je heen nog meer gesprekken gaande, maar jij kunt je focussen op het gesprek waar jij bij betrokken bent. Echter het moment waarop in een van de gesprekken naast jou, jouw naam wordt genoemd, gaat de aandacht als vanzelf even naar dat gesprek toe. Om te luisteren wat daar over jou verteld wordt. Dan heb je het moment om daarop te reageren of je focus weer te verleggen naar het gesprek waar je mee bezig was. Auditieve filters die hierin gestuurd worden.

Een ander voorbeeld is de krakende houten vloer. Mooi aan dit voorbeeld is dat zelfs een zacht geluid een enorme reactie kan geven. Stel je bent alleen thuis. Op de bovenste verdieping ben je rommel aan het opruimen. Het is tot dan stil in huis. Maar plotseling hoor je beneden iemand over de houten vloer lopen. Je weet het huis is afgesloten, niemand zou binnen kunnen komen. Jouw gedachte kan dan zijn; “Er is een inbreker beneden”. Vanaf dat moment ga je zelf in de luisterhouding, alle geluiden die dan van beneden komen neem je heel sterk waar, analyseer je. Waar loopt die persoon naar toe? Wat doet die? Kun jij nog vluchten? Waar is je telefoon? Vanalles gaat er door jouw hoofd.

Totdat die persoon een sleutelbos op tafel gooit, jij aan het gerinkel van die sleutels precies kunt horen dat het jouw partner is die binnen is gekomen. Een zucht van ontspanning en los laat je het geluid van de krakende houten vloer. Dan is het weer het geluid dat er gewoon thuishoort. Bijzonder die uitdrukking, dat hoort daar thuis. Zelfs tegen een kastje kun je zeggen, dat hoort daar thuis. Horen en thuis die in deze uitdrukking naar voren komen.

Al deze reacties worden door twee belangrijke zenuwsystemen aangestuurd, het Limbische systeem waarin emotie speelt, of we iets mooi vinden, een goed gevoel bij hebben, angstig zijn, geïrriteerd of geraakt door worden. Het Autonome zenuwsysteem zorgt voor de aansturing van automatische lichamelijke functies, hartritme, pupilgrootte, bloeddruk, spijsvertering, kleine spiertjes bij de haren op je arm.

Deze twee staan heel nauw in verbinding met de auditieve filters waar we het net over hadden. En ik kan een voorbeeld geven waardoor dit meteen ook duidelijk wordt.

Pak een oud schoolkrijtbord, zo’n groot groen en daar kras ik met mijn nagels van boven naar beneden op het bord. Misschien voel je nu zelfs als je dit leest die koude rilling over je gaan, die spiertjes op je arm samentrekken. Zelfs het geluid hoef je niet te horen, deze woorden hier maken dat ik jouw Limbisch systeem en het autonoom systeem geprikkeld heb enkel door in jouw eigen gedachte dat geluid op te halen. Grappig is dat ik laatst een lezing gaf op een school en de jongeren wisten niet waar ik het over had. Wie heeft er nog een oud schoolkrijtbord in het onderwijs?

Al deze kennis over wat het brein allemaal doet met geluid, kunnen we ons ook bewuster zijn van andere facetten dan enkel de techniek. Horen is meer dan enkel oren.

Daarom ook is samenwerking vanuit het netwerk in de regio van groot belang bij de complexere casussen, te denken aan tinnitus, hyperacusis, overgevoeligheid, misophonia, maar ook ARBO-gerelateerde slechthorendheidsklachten. Hier is vaker meer tijd voor nodig die een audicien niet heeft. Hierbij kan net die samenwerking met een audiologisch centrum een uitkomst bieden. Vorige week nog had ik een patiënte in een van onze tinnitusgroepen, waarbij patiënte zelf heel duidelijk aangaf voorheen last te hebben gehad van een hyperacusis. Bij nader onderzoek bleek er een hoogtonenverlies aanwezig te zijn van net geen 35 dB. Een hoortoestelproef was nog niet geprobeerd, mede ook doordat patiënte er van overtuigd was dat een hoortoestel geen oplossing zou bieden voor haar klacht. Een hoortoestel zou namelijk enkel alles versterken en daarmee luide geluiden, nog luider maken. Echter vanuit de kennis die we nu hebben weten we dat patiënte meer last heeft van een beperking in haar spraakverstaanbaarheid ten gevolge van haar gehoorverlies, dan van een echte hyperacusis. Haar ook dit inzicht te geven, verwachtingen bij te stellen, het vertrouwen te winnen om toch onder begeleiding een proefaanpassing te overwegen, geeft de mogelijkheid om toch een proef te starten. Met succes. Patiënte deelt in de groep hoe zij dit nu ervaren heeft en het hoortoestel heeft haar een duidelijke verbetering gegeven in de spraakdiscriminatie.

Bij het voorbereiden van deze lezing en een parallelle lezing die ik over twee weken geef bij studiedag tinnitus voor psychologen, waar ik kunst en tinnitus ga combineren voor brug naar een tinnitusbehandeling en een beter tinnitusinzicht, zo zag ik deze ets van Escher voorbij komen. Een kunstenaar met een zeer eigen stijl en Escher had nog nooit een andere kunstenaar gereproduceerd in zijn werk, behalve één! Jheronimus Bosch. En dan precies ook dat deel uit “De Tuinen der Lusten” wat ik er uit hebt gepakt om het oren het schilderij te laten zien. Maar door dit kunstwerk van Escher zie ik nu pas de “Boommens” in het kunstwerk van Bosch. Met daarbij het hoofd van de kunstenaar zelf als een soort van zelfportret. Sterker nog, misschien had Bosch zelf last van tinnitus. We zullen het nooit weten.

Een verklaring die Escher zelf min of meer geeft voor het maken van deze litho is dat in deze periode van zijn leven, wonende in Zwitserland, hij en zijn vrouw nogal depressief werden door de witte sneeuw en koude in dat land. Zij waren met het hele gezin verhuisd van Italië naar Zwitserland. Zijn inspiratiebron was weggevallen. De repeterende figuren in Italiaanse potten. Bloempotten en pannen uit de méditerranée waren er niet meer. Nu was het enkel veel wit van de sneeuw.

En ooit had Escher een expositie van Bosch gezien, met vooral De Tuinen der Lusten nog in herinnering. Maar waarom dan specifiek dan dat deel van het doek? Waarom aandacht voor ook dat oor? Bijzonder. Horen is meer dan enkel oren.

Bij deze wil ik ook de organisatie danken voor de mogelijkheid om mijn passie met de collega’s te mogen delen. Met name dank aan Dorothé van der Aker. De voorbereidingsgesprekken waren zeer inspirerend! Dank daarvoor.

Ik hoop dat jullie de passie gaan delen, genoeg van mijn vrienden, familie en kennissen die het vak audiologie niet kende voor mijn tijd, nu weten zij wat we te bieden hebben. Genoeg mensen die ook nog niet van ons hebben gehoord. Dus laat van ons horen!

Tevens wil ik mevrouw Margarerth Verbakel, manager copyrights van The M.C. Escher Company BV, Baarn bedanken voor het akkoord voor gebruik van de boven getoonde tekeningen M.C. Escher. (www.mcescher.com)

Vincent van Gogh

Ik had al grote waardering voor Vincent Van Gogh, na het bezoek vandaag aan het Van Gogh Museum is dit enkel maar gegroeid.

Om zo dicht bij te mogen komen, geweldig! Wat een prachtig museum. Wat een prachtig mens.

Niet voor niets dat om 9 uur meters lange rijen bezoekers al te wachten staan en je enkel in jouw tijdslot naar binnen mag. Ik was een uur te vroeg en moest wel nog op mijn tijd wachten. Eenmaal binnen begrijp je waarom. Het is een enorm groot gebouw, maar het is er al zo vroeg waanzinnig druk. Alsof het de drie dolle dagen Bijenkorf zijn.

Ik had gelukkig inclusief audiotour. En daar ging ik. Eerst oog in oog met de meester zelf. Want Vincent is mister Selfie van zijn tijd. Niet omdat hij dat deed om er geld mee te verdienen, maar net omdat hij geen geld had om modellen te betalen. Zijn zelfportretten zijn studies, oefeningen. Wellicht nooit de bedoeling van hem geweest voor verkoop, laat staan opgehangen in een museum. Maar hij kon niet anders dan zichzelf als model te gebruiken. Daarom zijn ook al zijn portretten vanuit een spiegel getekend. Dus hij heeft zijn beeld getekend zoals hij het zag. Als we onszelf zien, in de spiegel, zien wij ons anders dan anderen. Daarom ook is het beeld verdraaid als je een selfie maakt, want anders zou je dat raar vinden. Sowieso moeilijker om dan qua motoriek ook een selfie te maken, maar goed. Vincent schilderde dus heel vaak zichzelf als studiemateriaal.

“Ze zeggen dat het moeilijk is jezelf te kennen, maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen.” Vincent van Gogh aan zijn broer Theo, 1886.

En als je bij deze quote “schilderen” niet letterlijk neemt maar figuurlijk, dan wordt het een wel heel diepgaande wijsheid.

Zijn zelfportretten. Stuk voor stuk de armoede in zijn ogen te zien. Maar zo’n passie voor het schilderen, de kunst. De kunstenaar die je dan recht in de ogen kijkt. Mijn hart weent op het moment ik zie hoeveel zijn kunstwerken nu opbrengen en hoeveel mensen het museum bezoeken. Per dag gemiddeld 5000! Dat zijn ongeveer het aantal patiënten wij in ons centrum per jaar zien. En al de merchandise die rondom het museum te koop is. Zelfs een hoek waarin zeer exclusieve kopieën van de meest bekende schilderijen te koop zijn. Een speciale techniek in samenwerking met ik dacht Fuji. Bijna niet meer van het origineel te onderscheiden. Omdat de kopie driedimensionaal is. Dus je ziet exact de streken van de schilderskwast. Ik zag zelfs dat de barsten van de tijd in de verf erin terug te zien zijn. Persoonlijk vond ik de kleur iets doffer, doods, kitscherig. Maar erger vind ik dus het uitmelken van de creativiteit van deze kunstenaar. Overigens niet alleen van déze kunstenaar, breek me de bek niet open. Hier kan ik een boek over schrijven, ga ik later beslist ooit nog doen.

Één groot werk heeft Vincent verkocht. Voor ongeveer duizend euro. Daarom doet het vooral veel verdriet, omdat ik in de ogen van Van Gogh die overlevingsdrang zie als kunstenaar. Hoe moest hij rondkomen met dat geringe geld hij had. En kosten liepen enkel op. In een van zijn laatste brieven, 820 briefwisselingen zijn er van Vincent, bewaard en gebundeld door zijn schoonzus en nu ook via het museum op internet stuk voor stuk te lezen, in een van die laatste dus een hele uiteenzetting van gemaakte kosten naar zijn broer. Theo, zijn jongere broer, ondersteunde Vincent financieel. En in die laatste jaren wordt het Vincent duidelijk dat Theo een gezin moet gaan onderhouden, getrouwd en uitbreiding van het gezin op komst. Die brief aan Theo is een verantwoording voor alle kosten die hij maakt en hoe moeilijk hij het heeft.

Die druk, dat vechten, de onzekerheid en daarnaast zijn intense liefde voor de natuur, voor de mens, de gewone mens. De Aardappeleters en al zijn schilderijen van vrienden en mensen die hem er echt toe doen. Zijn arts die hem helpt in de nacht dat hij het oor afsnijdt schenkt hij een portret. Het cadeau wordt echter niet gewaardeerd. Dat raakt Vincent enorm. Net als de kritische noten die collegae kunstenaars geven op voor Vincent zelf zijn eerste grote werk “De Aardappeleters”. Vele studies en tekeningen gingen vooraf aan dit eerste echte grote schilderij. Vandaag mocht ik het werk met mijn eigen ogen zien. Voor die tijd was Van Gogh een genie. Dat blijkt maar weer.

Naast De Aardappeleters hangt in het museum een vergelijkbaar boerentafereel. Een gezin etend aan tafel, dat in dezelfde periode door collega kunstenaar Jozef Israël is geschilderd. Prachtig werk, alle details zijn heel goed te zien. Mij viel meteen die glinstering in de eetlepel van het kind links op de voorgrond op. Een zo klein detail met wel een hele grote waarde om het allemaal heel echt te laten lijken. De sfeer op het doek is zo goed neergezet, dat als je er langer naar blijft kijken je in de ruimte waant. Dus ja, voor die tijd, wetende dat er nog geen fotografie bestond, film of bioscoop al helemaal niet, een kunststuk. Voor toen zo bijzonder als virtual reality nu. Maar Van Gogh was die tijd al lang voorbij, hij bracht ook de ziel in zijn werk. Details had hij zeker oog voor, maar hij ging toen al voor meer.

Dat hij oog had voor detail blijkt mij nu het meest uit de periode dat hij in zijn laatste jaar door ziekte niet meer naar buiten kon, binnen in de kliniek moest blijven en prenten van een collega schilder ging gebruiken als voorbeeld. Hij schilderde ze groter, in kleur, maar dan ook alles precies nageteld. Zoals het aantal balen stro en traptreden.

En in een aantal van zijn werken ook vele details die ik gemist zou hebben zonder de audiotour. Insecten op blaadjes in het groen en van dichtbij dan in detail weergegeven. Of het derde verliefd koppeltje in “Tuin met geliefden” uit 1887. Dat derde verliefde koppeltje had ik eerst niet gezien, pas toen ik er alert op werd gemaakt zag ik ze in de verte. Daarin zag ik de lol die hij als kunstenaar had. Maakte me blij.

Maar ook zijn experimenteren met kleuren. In ditzelfde prachtige werk “Tuin met geliefden” zijn van ver de minuscule verfstreken niet te herkennen. Van dichtbij is het een prachtig spel van de complementaire kleuren die Van Gogh gebruikt heeft. Hij had meerdere boeken van Delacroix. Een genie op het gebied van kleurcomposities. Daar speelde Van Gogh dan ook de hele tijd mee, met die kennis van kleur.

Met steeds grotere en dikkere halen met zijn kwast. Heel herkenbaar in zijn laatste werken. Hoe mooi om die dan ook allemaal naast elkaar te mogen zien. Aandoenlijk als ik me realiseer dat zijn einde dan nabij is. Ook hij weet dat bij het schilderen.

Delen met de wereld wil hij het, doorgeven, anderen zijn ogen te geven, de mooie natuur te laten zien, deze wereld, het paradijs waarin wij ons mogen begeven.

Ik werd geraakt door zijn drieluik, perzikbloesem, amandelbloesem en ik dacht de appelbloesem. Als een bezetene heeft hij die werken gemaakt, omdat Van Gogh wist dat de bloesemtijd maar van korte duur zou zijn.

En dan, het allermooiste werk van deze genius, Amandelbloesem, ter gelegenheid van de geboorte van zijn neefje, zoon van Theo. Theo, die de liefde voor zijn broer niet enkel in geld wist te geven, maar ook in de naam van zijn zoon, Vincent.

De kunstenaar Vincent van Gogh overlijdt ten gevolge van zijn verwondingen in zijn borst. Een zelfmoordpoging, zo lijkt, die twee dagen later toch zijn tol eist. Beide broers werden niet oud, een half jaar na het overlijden van Vincent sterft ook Theo.

De jonge Vincent, de zoon van Theo, ook ingenieur Van Gogh genoemd, heeft later het Van Gogh museum opgericht en laten bouwen. Architectuur, wie anders, Gerrit Rietveld, strakke lijnen, mooie architectuur, ook modern voor zijn tijd en gelukkig Rietveld werd wel herkend in zijn werk.

Met gemengde gevoelens ging ik na vijf volle uren Van Gogh dichtbij te hebben mogen zien het Museumplein op. Even liggen op het grasveldje voor het Concertgebouw. Waar ook verliefde stelletjes liggen in het gras, opa’s en oma’s met kleinkinderen spelen. Chinezen, Duitsers, Amerikanen, alle kleuren aanwezig zijn.

“Er is niets artistiekers dan van mensen te houden”. Vincent van Gogh

Horen is meer dan enkel de oren.

Komend weekend sta ik in het theater en congrescentrum Spant! in Bussum. Op zaterdag 26 mei en maandag 28 mei voor het jaarlijkse audicienscongres AuDidact.

In de middag geef ik een lezing over psychoakoestiek, in de ochtend mag ik het congres openen met een gesproken column. Deze zal hier voor de deelnemers later terug te vinden zijn, maar voor jullie trouwe lezers van dit blog hier al de primeur.

Gesproken column Horen is meer dan enkel oren.

Het jaarlijkse audicienscongres AuDidakt staat deze keer voor een groot deel in het teken van de REM-meting. DeReal Ear Meassurement. In detail kunnen meten wat er aan versterking in de gehoorgang gegeven wordt. Meten is weten.

Meten is weten, dat zou mij als fysicus als muziek in de oren moeten klinken. Maar al vanaf het prille begin van mijn opleiding tot klinisch fysicus – audioloog werd ik geraakt door de kunst van het horen. Wat doet dat brein van ons met al die prikkels aan geluid welke wij de hele dag binnenkrijgen. Dat fascineerde mij enorm. Zo heb ik mij dan ook als audioloog gespecialiseerd in de psycho-akoestiek. De wetenschap die zich bezighoudt met hoe mensen geluiden waarnemen. Wat doet iemand met geluid? Hoe werkt dat gehoorsysteem in ons brein? Hoe horen wij?

In mijn opleiding natuurkunde in Duitsland was ik al in detail alles te weten gekomen over Decibel en Hertz. Die Kunst des Wahrnehmens. Kijken en onderzoeken. Nieuwe dingen ontdekken. Meten is weten. Maar pas in de kliniek, in de audiologie, werd ik gegrepen door ons oor, ons auditief systeem. Ik wist van de Fouriertransformatie, de mogelijkheid om van een brei aan geluiden al die frequenties in individuele frequenties uit te filteren, maar om te zien dat al die geluidstrillingen door cochlea uiteindelijk in dat brein kunnen worden omgezet in iets waar we een betekenis aan kunnen geven, dat was voor mij ongelofelijk. Hoe dat überhaupt zo alles kon groeien.

Het auditief systeem.

Dat hele proces van oorschelp tot aan de auditieve cortex. De gehoorbeentjes, hamer, aambeeld, stijgbeugel, de kleinste botjes van het menselijke lichaam. Het slakkenhuis, de cochlea, het orgaan van corti, het membraan van Reissner, de binnenste en buitenste haarcellen, de ionenstromen, kationen, calciumionen, die uiteindelijk via neurotransmitters, via al die knooppunten in het brein dat eindstation bereiken, de auditieve cortex. We weten het allemaal.

Het moment ik de werking van dit hele gehoorsysteem hier nu in deze video laat zien, horen jullie de muziek op de achtergrond, kun je waarschijnlijk ook al horen welke componist dit is, de klassieke muziekliefhebbers onder jullie zullen wellicht zelfs kunnen horen welke symfonie dit is. Tevens hoor je mijn stem, je begrijpt wat ik zeg, waar ik het over heb, je kunt zelfs de reactie van je buurman horen, die zachtjes tegen je spreekt, je hoort de ruis van de apparatuur in de zaal. Met je ogen dicht zou je zelfs kunnen horen waar al die geluiden vandaan komen.

Horen is dus meer dan enkel de oren.

Het oor zelf is al zo mooi op zich, alleen die oorschelp al. De vorm, de werking van dat hele binnenoor. Maar wat er daarna allemaal in ons brein gebeurt is geniaal. Bijna onbegrijpelijk, maar toch ga ik het proberen, om jullie vanmiddag mee te nemen in die complexiteit van dat brein. De titel van dit congres is niet voor niets: In en tussen de oren.

Ik hoop jullie zelfs handvatten te gaan geven om oplossingen te vinden voor complexe gehoorproblemen die jullie tegenkomen in de praktijk. Mogelijkheden in de hoorrevalidatie waarvan we ons tot nog toe weinig bewust van zijn. Maar net door er bewust van te worden, gaan we de mogelijkheden zien om betere zorg te leveren aan mensen die door een gehoorverlies minder goed horen.

Horen is namelijk meer dan enkel oren.

“Nicht sehen trennt die Menschen von Dingen. Nicht hören trennt die Menschen von Menschen”. Immanuel Kant, Duitse filosoof achttiende eeuw. Hij zag al dat met elkaar praten, een gesprek hebben, informatie en kennis uitwisselen, dat al dit ons eigenlijk pas echt mens maakt. Het niet kunnen zien verwijdert je van dingen om je heen, het niet kunnen horen maakt het moeilijker om je te verbinden met mensen. Een sociaal isolement is een vaak gehoord probleem bij ernstig slechthorenden.

Onlangs mocht ik op een boekpresentatie spreken van een van mijn patiënten. Saskia Boer, haar debuut Mam hoort weer! Van hoortoestel tot cochleair implantaat. Een aangrijpend verhaal van een jonge moeder die langzaamaan doof wordt. Haar eigen verhaal heeft ze geschreven in romanvorm, waar ze vanuit het perspectief van haarzelf en vanuit het perspectief van haar dochter de impact beschrijft van een progressief gehoorverlies op het leven in een gezin. Geluiden die voor ons zo vanzelfsprekend zijn om die dan te gaan missen.

Schermafbeelding 2018-05-20 om 13.02.47

Op de kaft van het boek heeft Saskia de voor haar zo bijzondere geluiden en ervaringen weergegeven. De schoenen, de kerkklok, al dit met een verhaal er bij. Maar ze beschrijft ook de andere zintuigen die daar waar mogelijk gaan compenseren. Eerder dingen zien, ruiken en voelen. Een eye-opener voor iedereen die met gehoor te maken heeft, wij allemaal dus.

Onze zintuigen worden vandaag ook geprikkeld. Mogen we ons daar vandaag nog bewuster van worden.

Dat we kunnen leren van het gesproken woord, kunnen genieten van de muziek, kijken naar beelden die onsgetoond worden in de presentaties, dat we de koffie en het gebak straks in de pauze nog sterker mogen ruiken en proeven en dat we af en toe kippenvel mogen hebben van wat ons wordt verteld.

Ik nodig jullie uit om vandaag al die zintuigen te gebruiken en je te laten informeren en inspireren, maar vooral ook om de passie in dit vak samen te delen en straks in jullie eigen werk op alle mogelijke manieren met nog meer plezier een luisterend oor te zijn voor de cliënt.

Wat een mooi vak; de Audiologie.

Ik wens jullie een leerzaam en boeiend congres toe. In en tussen de oren!

Horen is meer dan enkel oren

Gisteren een voorbespreking gehad met Dorothé van den Aker, projectmanager AuDidact.

26 en 28 mei is het zo ver. Het jaarlijkse audiciencongres in het Spant in Bussum. Bijna duizend audiciens die verspreid over twee dagen een hele dag een boeiend programma krijgen voorgeschoteld.

Het programma is al helemaal rond. En ik sta in het programma naast een zeer getalenteerd spreker Jan van Setten. Ik verheug me enorm op zijn lezing waarvan ik weet dat deze hoe ook inspirerend en leerzaam gaat zijn.

Maar aan mij ook de eer om de congresdag te mogen openen met een gesproken column. Dankzij mijn blog was het organiserend committee op het idee gekomen om mij te vragen de congresdag te openen. Het publiek meteen mee te gaan krijgen.

De titel van het congres is “In en tussen de oren”. Mijn column “Horen is meer dan enkel de oren”.

Audiologie is zo’n een mooi vak. De passie die ik heb in dit vak wil ik gaan delen met mijn collega’s. Als audioloog in een van het grootste audiologische centrum van Nederland wil ik zo graag die zorg voor slechthorenden verbeteren. De samenwerking tussen al die disciplines, huisarts, KNO-arts, audicien, audioloog, maatschappelijk werker, psycholoog en veel meer, is zo belangrijk voor een succesvolle hoorrevalidatie. Ieder zijn eigen specialisme kunnen inzetten in dat bijzonder mooi vak, audiologie. Vanuit ons centrum besteden we heel veel aandacht om die samenwerking in het netwerk continu te verbeteren.

Het hoofdthema van het congres is de Real Ear Measurement, de REM-meting. Tot in detail kunnen meten en weten wat een hoortoestel doet. Meten is weten zou voor mij als fysicus als muziek in de oren moeten klinken. Maar al vanaf het prille begin van mijn opleiding tot klinisch fysicus – audioloog werd ik geraakt door iets anders, de kunst van het horen.

Geniaal hoe dat oor werkt. Die kleine gehoorbeentjes, de kleinste botjes van het menselijke lichaam, bijna een speldenkop zo groot, beter gezegd zo klein. Die duizenden haarcellen in dat slakkenhuis, de cochlea, met in het midden het eigenlijke gehoororgaan, het orgaan van Corti. De binnenste en buitenste haarcellen. De ionenstromen, de kanaaltjes, al deze informatiestromen die uiteindelijk dan samenkomen in het brein.

Maar wat doet dat brein van ons met al die prikkels aan geluid welke wij de hele dag binnen krijgen. Dat was voor mij nog fascinerender om daar bij stil te staan.

Zo heb ik mij dan ook als audioloog gespecialiseerd in de psycho-akoestiek. Wat doet iemand met geluid. Hoe werkt dat oorsysteem in ons brein? Hoe horen wij?

In mijn opleiding natuurkunde in Duitsland had ik al in detail alles geleerd over Decibel en Hertz, die Kunst des Wahrnemens, de basis voor de fysica. Kijken en onderzoeken. Maar pas in de kliniek, in de audiologie, werd ik gefascineerd door ons oor, het oorsysteem. Ik wist van de Fouriertransformatie. De mogelijkheid om van een brei aan geluiden, al die individuele frequenties er uit te kunnen filteren. Ingenieus om te zien dat al die trillingen door dat minuscule slakkenhuisje uiteindelijk in het brein kunnen worden omgezet in iets waar we een betekenis aan kunnen geven.

Op het moment ik dit nu schrijf hoor ik dat het buiten regent, de druppels op de bladeren in de bomen vallen, ik hoor in de verte een auto rijden, ik hoor vogeltjes fluiten, een duif, een pimpelmees, een mus, ik hoor mijn eigen ademhaling, het tikken van mijn vingers op het scherm. Al die geluiden komen tegelijk binnen en ik kan precies horen waar ze vandaan komen, maar ook interpreteren waar de geluiden aan verbonden zijn, een voorstelling maken van die druppels, de vogels, die autobanden op de weg.

Horen is meer dan enkel oren. Wat er daarna in ons brein gebeurt is geniaal. Onbegrijpelijk, maar toch ga ik het proberen, om al die audiciens in Nederland mee te nemen in die complexiteit van dat brein. Om van daaruit zelfs handvatten te vinden voor alledaagse problemen bij het horen, waarvan we ons tot nog toe weinig bewust zijn. Maar net door er bewust van te worden, gaan we mogelijkheden zien om betere oorzorg te kunnen leveren. Horen is namelijk meer dan enkel oren.

Wat een mooi vak, de audiologie.

Delen mag! 😉

Dodenherdenking

Hebben we eindelijk een nationaal bewustwordingsmoment, wordt daar nu ook aan getornd. En zo kun je met een denktank wel elk goed bedoelde actie om zeep helpen.

Is dodenherdenking niet net ook bedoeld om even twee minuten, twee minuten stil te staan bij dat wat zo belangrijk is in dit leven? Samen leven. Samenleven.

Die twee minuut stilte, even luisteren naar je omgeving op dat moment. Meestal hoor je op dat moment enkel nog maar de natuur om je heen. De vogels die fluiten.

Dan schiet altijd wel heel even die zin door mijn hoofd: “En alleen de vogels vliegen van Oost naar West Berlijn, worden niet teruggefloten, ook niet neergeschoten…”.

Zo een sterk nummer, waardoor ik dan weet, het is nog niet zo lang geleden dat we die vrijheid dus niet hadden.

Er mensen letterlijk voor gevochten hebben, hun leven zelfs voor gegeven hebben. Om voor ons nu hier die vrijheid mogelijk te maken.

De vrijheid om de hele wereld te bereizen, daar te gaan en staan waar je zelf wilt.

Vrijheid om dat te zeggen wat er zomaar in je op komt.

Te zijn die je gewoon wilt zijn.

Vrijheid van geloof, kleur of ras, waarbij nu die vrijheid voor velen een zo vanzelfsprekendheid lijkt te zijn, dat respect voor vrijheid langzaam verloren lijkt te gaan.

Vrijheid kan enkel bestaan op het moment dat het bewaken van grenzen, maar ook het rekening houden met, respect hebben voor elkaar, openstaan voor een ander, een ander idee, vreemden toelaten, dit alles in balans is.

De balans zoeken in al dit, is de sleutel tot het succes van een vreedzame samenleving.

Opdat we nooit zullen vergeten, dat vrijheid niet een vanzelfsprekendheid is. Vrijheid eigenlijk een werkwoord is.

Waar we allemaal ons bewust van moeten zijn dat ook wij ons deel hieraan moeten bijdragen, al is het enkel om even met z’n allen die twee minuten er even bij stil te staan.

Vrijheid die ons gegeven is.

Vrijdag de dertiende

Vrijdag de 13de, zullen we maar zeggen.

Zit je twee uur in de trein naar Utrecht. Met m’n drukke agenda had ik mij voorgenomen die tijd nog te gebruiken om mijn presentatie te finetunen. Dat doe ik wel vaker. Het laatste moment nog even creatieve invallen of nog net de laatste actualiteiten toevoegen aan een lezing.

Zo ook deze keer, ik had plaatjes met aandacht voor Misofonie Nederland, ik had een dia met extra de punten van aandacht voor tinnitus bij kinderen, de niet interessante dia’s toch maar verwijderd. Alles bij elkaar zag ik dat ik te veel dia’s had, dus nog wat meer verwijderd, want liever in een rustig tempo iets vertellen dan dat ik als een sneltrein er doorheen moet gaan. Nog wat overgangen beter laten lopen. Dia’s in volgorde veranderd. Klaar.

Dacht ik.

Nog nooit problemen gehad met het aansluiten van mijn laptop op welke beamer of ander systeem dan ook. Maar nu, nu ging het dan een keer goed mis. De techniek liet mij helemaal in de steek, op geen enkele manier was er de koppeling te maken met de beamer. Aan uit, esc, control en F3, niets veranderde ook maar iets, het scherm bleef zwart.

Gelukkig, had ik vorige week die geniale ingeving gehad om de lezing die ik voorbereid had al op stick te zetten, want stel je voor dat…, dan heb ik in ieder geval een power point versie, zo dacht ik nog. Want ik werk met Apple, dus sowieso moet die Keynote versie dan nog eerst geëxporteerd worden naar een Power Point document om het bestand überhaupt te kunnen gebruiken.

Maar ja, in die oude versie, geen aanpassingen, geen nieuwe dia’s, geen aandacht voor tijd.

Improviseren maar! Kijken wat er komt en daar een passend verhaal bij vertellen en omwille van tijd de vaart er goed inhouden. En dat alles met toch ook nog de rode draad volgen en aandacht houden voor het thema; Kinderen en tinnitus.

Vrijdag de dertiende, zullen we maar zeggen.

In de hoop dat een mens gewoon mens mag zijn

Vandaag in het nieuws Wilders’ actie om nu af te wachten wat er uitkomt op de aangiften die zijn ingediend tegen Pechthold.

Zo gemeen en kinderachtig om te gaan afwachten en te kijken of de uitspraken van Pechthold ook juridisch onder discriminatie zouden vallen, om zo je eigen straf te ontlopen.

Maar er is wel één belangrijk verschil, Pechthold zet niet aan tot haat. De uitspraak van Wilders was: “Wat willen jullie? Minder Marokkanen? Dan gaan we daar voor zorgen!”.

Het is al weer zo lang geleden, het is ronduit belachelijk dat Wilders hier nog steeds mee wegkomt als politicus. De impact die zijn woorden hebben is met geen pen te beschrijven. Wat het met je doet, als iemand met gezag, die namens een groot deel van de bevolking behoort te opereren, dit soort uitspraken doet.

Ik schreef er toen al een blog over om te laten zien hoeveel die woorden van Wilders diep van binnen je kunnen raken. Je hart bijna doet breken als je je bedenkt wat zijn woorden betekenen. Welk doel deze woorden voor ogen hebben en daarmee een gevaar zijn voor de samenleving.

Wie is nu een gevaar voor wie?!

Blog 2016: “Alsjeblief, zeg nog eens geodriehoek!”

2018 hebben we nu. AZC’s die gaan sluiten. De negatieve interpretatie die de grote massa heeft bij het zien van een hoofddoek of het horen van de naam Allah.

Langzaam maar zeker krijgt die blonde rakker het dan toch maar voor elkaar. Subtiele veranderingen in het collectieve gevoel mensen hebben bij al die voor hun zo onbekende mensen en gewoonten.

Ik heb er al vaak over geschreven en ik zal het blijven doen ook. Niet enkel voor mijn eigen gezin, maar ook voor al die mensen, de vluchtelingen die ik mocht zien op mijn spreekuur. Zij die de pech hadden in het verkeerde land geboren te zijn. Alles op orde hadden voor hun gezin en familie, maar waarbij bommen en kogels dicht bij huis er dan toch uiteindelijk voor zorgden dat er maar één uitweg mogelijk was, de vlucht naar het buitenland.

Een van de verhalen.

Het land waar zij nu wonen, een buitenland voor deze mensen nu is en waar dan nu in plaats van bommen woorden een bedreiging vormen. Een land waar ze sowieso zich al niet thuis kunnen voelen want niemand spreekt hun taal. Niet enkel als gesproken taal, maar ook in vorm van het zicht op het leven, de normen en waarden die zij hebben.

Vanuit hun perspectief kan ik me heel goed voorstellen dat zij vrijwel zeker weten dat de grote massa de essentie van het echte leven volledig verloren is. Kijkend naar TV, naar wat wordt neergezet als de norm en het doel van het leven. Een wereldleider als Trump dit alles nog eens beaamt door te laten zien dat deze manier van leven zelfs gewoon succesvol kan zijn. Getolereerd wordt in de huidige maatschappij. Macht, geld, platte sex en vooral materialisme, egoïsme en narcisme de eigenschappen zijn die zegevieren.

Om dan nog vast te blijven houden aan een sterk geloof waarin al dit ten stelligste wordt afgekeurd, een geloof waarin mooie handvatten gegeven worden om een samenleving te creëren waar leven respectvol benaderd wordt.

Islam, christendom, protestantisme, boeddhisme, hindoeïsme, het maakt niet uit, vanuit elk geloof worden hoekstenen gelegd, fundamenten voor een respectvol, liefdevol, eervol en waardevol bestaan. Een samenleving waarin rangen, standen, maar vooral ook rassen er niet toe doen. Geen verschil mogen en kunnen maken in hoe we met elkaar omgaan.

Zij ervaren elke dag hoe mooi het leven kan zijn, zelfs nu in het vreemde land en met je hele gezin op een klein kamertje in een opvangcentrum. En dat kleine geluk word je dan ook nog eens langzaam ontnomen door woorden van politici?

Opnieuw laat ik hier van me horen, in de hoop dat het tij nog te keren is. Dat liefde voor elkaar, de liefde voor mensen mag overwinnen.

In de hoop dat een mens gewoon mens mag zijn.

Misophonia

Yesterday I was participating at the first conference about Misophonia.

From my dear friends and colleagues Jacqui Sheldrake and her son Nick Lee, directors of the Tinnitus and Hyperacusis Center, London I am so happy to know the story behind the word Misophonia.

Guy Lee, the grandfarther of Nick, was a classicist, he taught Latin at St John’s College in Cambridge, he and Pawel Jastreboff, the funder of the Tinnitus Retraining Therapy, needed a word that meant in a kind of word “reaction to sound” and they sat and chatted over a cup of tea and a piece of cake one afternoon and then Lee thought it up.

Miso means “hatred of” comes from Ancient Greek and phonia means “sound” or “speech” and is a long known medical term.

It was because the Americans couldn’t be told they had phonophobia by an audiologist as phobias were of course the domain of the psychologist. Even if the psychologist is the discipline where treatment is the best way to go, a person should first be motivated and getting insights in how complex the hearingsystem works. So there we have the essential part of a good Misophonia treatment, a interdisciplinairy approach where both, audiology and psychology meet eachother.

So Misophonia, it sounded right and so all the professionals started to use this word as part of decreased sound tolerance in the 1990s. and now still it will be used in the future.

Tinnitus Research Initiative conference 2018

Today I had a chat with Jacqui Sheldrake and her son Nick Lee, directors of the Tinnitus and Hyperacusis Center, London. I know them already for many years, did my Tinnitus course in the early ninety’s at the center of London. From there on we are good friends forever.

And we all like art, we love to visit museums, walk and watch artists from the very past and the future. But in our work in audiology we see a lot of tinnitus patients and therefore having our long discussions about tinnitus and audiology too. During our walks through museums and cathedrals we also have chats about our work in audiology.

Today we had one issue which brought us a lot of new insights. Technology in hearing devices is changing fast.

Within several years we can use our smartphone to connect to an amplifier in our ears. So when we are in a crowded environment we then can use it as if we had a device to improve speech perception in general.

So from out of this there will be a change in how people will act on hearing devices. Even then mild hearing losses will have a benevit out of this. Using hearing instruments will be as using glasses for reading. It will be a gadget people want to use, cause it will give a better speech perception than normal hearing people can have better speech clarity in the same acoustic circumstances.

And from out of all this, even for some tinnitus patients this could bring in a better speech perception, lesser acoustic difficulties to focus on what is said, and from there on more focus on what is heard, lesser influence of tinnitus in hearing, and so the tinnitus is not the problem in hearing anymore. But from all this it is neccesary not to have the focus on tinnitus, in using hearing aid or hearing devices improve the hearing in the first place.

Help, mijn dokter is ziek!

De griepgolf houdt langer aan dan verwacht. In de Zuyderland ziekenhuizen zijn er zelfs heel veel artsen ziek waardoor er diensten in het ziekenhuis moeten worden aangepast en operaties worden uitgesteld. Dus ja, mensen die in de gezondheidszorg werken kunnen ook ziek worden. Sterker nog, het risico om goed ziek te worden lijkt mij zelfs groter als je werkzaam bent in de zorgsector.

Sowieso, mensen die er voor kiezen om in de gezondheidszorg of in de dienstverlening te gaan, willen in de basis graag mensen helpen. Vanuit het diepste van hun hart er voor een ander kunnen zijn. Zeker binnen de verpleging, maar ook gewoon al binnen de zorg in het algemeen.

Een goede arts heeft een groot empathisch vermogen. De beste arts luistert actief naar zijn patiënt, enkele woorden zijn genoeg om een idee te krijgen van wat de hulpvraag is. Maar we kennen het allemaal, de arts die maar één minuutje naar je verhaal luistert en meteen zijn diagnose stelt, als het ware je de deur uitwerkt, zal weinig succes hebben. De patiënt voelt zich niet gehoord en gaat ontevreden naar huis, en terecht.

Het gesprek, de tijd er voor nemen om echt te luisteren, kan in mijn ogen nog veel meer betekenen dan het pilletje dat wordt voorgeschreven. Een luisterend oor hoeft niet direct de oplossing van de klacht te zijn, maar kan wel een mogelijkheid bieden om eens open en eerlijk, in een vertrouwde setting aan iemand met een professionele blik, het hart te kunnen luchten.

Vandaar dat artsen met een groot empatisch vermogen in de gezondheidszorg een hoge waardering krijgen. Beter beantwoorden aan de hulpvraag van patiënt en zelfs zonder ingrijpen of medicatie iemand “beter kunnen maken”.

Met zorgkaartnederland.nl krijg je daar nog meer zicht op. Artsen die ik goed ken, waarvan ik weet dat ze tijd nemen voor hun patiënten en heel sterk aanvoelen wat de patiënt te vertellen heeft en actief luisterend een gesprek hebben, zij scoren hoog. Patiënten zijn zelfs bereid om hun tevredenheid te delen met anderen en nemen de moeite om online een score en referentie te geven.

Maar, die mooie eigenschappen, het luisterend oor, tijd nemen voor patiënt, groot empathisch vermogen, al die kwaliteiten zijn net ook de valkuilen. Er voor iemand willen zijn, kan ook betekenen dat op het moment het heel druk is, toch graag die tijd voor de patiënt genomen wordt. Ondanks dat er nog een hele stapel aan administratie en telefonische consulten ligt, de zelfstandig professional die zijn eigen verantwoordelijkheid daarin kan nemen, dan toch maar de tijd neemt om nog even een patiënt of collega tussendoor te helpen. Misschien zelfs “gewoon” even in de pauze. Want dat empatisch vermogen zet je niet zo maar even uit. Er voor een ander echt willen zijn, zet je niet even opzij op het moment je het zelf enorm druk hebt.

En chronisch je grenzen overschrijden, niet luisteren naar je eigen lichaam, geeft op termijn lichamelijke klachten. Daarom denk ik dat mensen die in die zorgsector of dienstverlening werkzaam zijn, een groot risico lopen om zelf ziek te worden.

Grenzen bewaken, af en toe “nee” durven zeggen. Een goede balans houden tussen de energievreters en energiegevers. Ik weet het allemaal, ook ik moet er continu op letten. En genoeg collega’s die ik hiermee zie struggelen.

Ook ik heb er van moeten leren. Niet voor niets dat ik me zo goed kan vinden in mijn eigen patiënten. Zij hoeven eigenlijk maar één woord te zeggen en ik weet wat ze bedoelen. Alleen ieder heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen life-events. Het is dan toch altijd weer belangrijk om van elk individuele patiënt het verhaal te horen om een passend advies te kunnen geven. Tijd te nemen om echt te luisteren naar wat er echt toe doet.

En als ik het dan heb over het glas, das Glas der Lebenzakzeptanz, dan zie ik zelf ook mijn eigen glas. Iedereen heeft zo zijn eigen glas, niemand heeft een leeg glas. Altijd zullen we iets in ons glas hebben zitten. Het is echter van groot belang om een balans te vinden. Het glas niet te laten overlopen. En als het overloopt, daar de ruimte voor nemen, het toe te laten en met kleine stappen weer rust creëeren, pas op de plaats te maken en even te focussen op vooral dat wat energie geeft, vreugde schept, je sterk maakt.

We weten het allemaal, maar het leven is continu leren en ervaren. En ook een arts kan af en toe ziek zijn of een luisterend oor nodig hebben.

Tenslotte zijn we allemaal gewoon maar een mens.

Tips die ik zelf probeer toe te passen:

Stel jezelf haalbare doelen. Het geeft veel meer voldoening als je iets gedaan krijgt wat ook kan. De lat niet te hoog leggen, in trapjes omhoog klimmen en af en toe even pas op de plaatst en om je heen kijken om te zien wat je al hebt, dankbaar te zijn met ook al ogenschijnlijk kleine dingen, bewust zijn van wat je hebt geeft een goed gevoel en energie om weer door te gaan.

Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit. Bewust ervaren wat je voor elkaar krijgt, wie je bent, waar je bent, maakt gelukkiger. Geeft kracht.

Het oude loslaten en het nieuwe accepteren. Zij die zich het beste kunnen aanpassen aan nieuwe situaties zijn het sterkst. Darwin gaf dit ook al aan, niet de sterkste overwint, niet de slimste, maar degene die zich het gemakkelijkst aan een (nieuwe) omgeving aanpast.

Successen vieren, complimenten aanvaarden, het liefst zelfs die complimenten ergens bewaren, opschrijven. En niet een compliment wegwuiven met een opmerking als “Ach, dat valt wel mee” of “Dat is toch heel normaal”.

Vooral ook lief en aardig voor jezelf zijn!

De wereld verbeteren?

Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar de laatste tijd zie ik enkel ellende om mij heen als ik de krant open sla, het nieuws kijk, 1Vandaag of De Wereld Draait Door.

Trump en Kim Jong Oen, ik ga die naam bewust nooit goed schrijven, die twee idioten, die over ruggen van de hele wereldbevolking hun ego’s proberen hoog te houden.

Een genocide in Myanmar die zich onder ogen van diezelfde wereldbevolking voltrekt en er schijnbaar niets mogelijk is om die arme mensen daar te helpen. Nu zelfs op grote schaal sporen vakkundig worden gewist om eventuele onafhankelijke partijen geen enkel bewijs te laten vinden van het schenden van mensenrechten op politiek niveau.

Israël en Palestina waar je op wereldniveau een strijd ziet die zo onmenselijk is en op momenten zo kinderachtig dat je je sterk afvraagt waar gaat dit in vredesnaam nog over. Mensen elektrische stroom ontnemen? Mensen gewoon treiteren alsof het een kleuterschool is om ze letterlijk en figuurlijk uit de tent te lokken.

Elke dag weer komt er wel zo’n bericht via media tot ons.

Terwijl dicht bij huis, familie en vrienden om je heen, iedereen met afschuw reageert op weer een schandaal rond Trump. Dat vrienden die vroeger regelmatig Palestina bezochten, geen enkele strijd zien tussen een Israëliër en een Palestijn. Sterker nog, beide groeperingen kunnen heel goed samenwerken. Als vrienden door het leven gaan en elkaar waar nodig is helpen.

Dicht bij huis is er wel vrede, dicht bij huis houden we ons wel aan alle regels en denken we aan anderen.

Deze week sprak ik met Kim Noach, een jonge journaliste bij De Limburger. Zij was gevraagd het draaiboek te organiseren voor een boekenpresentatie en tevens gastvrouw te zijn voor deze avond. Ook hier weer compassie, medeleven en er voor elkaar willen zijn in die wereld om ons heen. Het respect en interesse zij had in het verhaal van Saskia Boer was hartverwarmend. Saskia Boer, de schrijfster van het boek “Mam hoort weer!”. Het verhaal van een jonge moeder die langzaam doof wordt. De impact op het leven van de moeder, maar ook mensen om haar heen. Ik zag de compassie, het empatisch vermogen bij Kim om zich volledig te verplaatsen in het leven van Saskia. Zij gaf Saskia ook een mooi podium om haar verhaal te vertellen.

Tussen de bedrijven door sprak ik met Kim hierover, de negativiteit in het nieuws en de aandacht in de media voor enkel het slechte in de wereld.

Besmetten we elkaar net niet meer met het negatieve om ons heen, op het moment we blijven focussen op al dat negatieve? Gaan we niet dan ook Trumpiaans denken, omdat die houding, dat denken enkel een gewin lijkt te geven? “Teflon Trump” wordt die gek nu al genoemd. Geen enkele president zou namelijk nog aan de macht zijn, met ook maar een fractie aan schandalen waar Trump steeds mee weg komt. Tja, als de president zich al niet aan regels hoeft te houden, waarom ik dan?

Wat kunnen wij daar aan veranderen? Welke macht hebben wij om invloed te hebben op wat er in de wereld om ons heen gebeurt?Machteloos voel ik me als ik er naar kijk.

Ik vraag me dan toch steeds maar weer af, waar is er een mogelijkheid zodat ik toch hierin iets kan betekenen?

En toen zag ik het, deze week in het gesprek met Kim. De kracht zit hem namelijk enkel en alleen in het blijven focussen op het goede. Het goede voorbeeld blijven geven aan onze kinderen, de volgende generatie. Een inspiratiebron zijn voor anderen. Zelfs met de kleinst mogelijke gebaren.

Door er te zijn voor anderen, enkel met goede bedoelingen elkaar helpen, helpen zonder een tegenverwachting, het hoeft niet op die balans, het is ook fijn om er gewoon voor een ander te zijn, zonder iets terug te verwachten.

Maar het begint heel eenvoudig al met elkaar een goeie dag te wensen als je elkaar tegenkomt. Gewoon even een vriendelijke lach en een hallo, kan al heel veel betekenen.

Gelukkig zie ik dat ook in mijn eigen wereld, dichtbij om me heen steeds meer. Onvoorwaardelijke liefde voor de mensen om je heen. Gewoon vanuit een goed hart, goed doen.

Een inspiratiebron zijn voor iemand anders. Al is dat er maar één, één is er al meer dan géén.

Die goedheid gaat zo in kracht winnen en als voorbeeld zijn, zodat het gedrag van een Trump, een Kim Jong Oen, maar ook het gedrag van al die rotte appels bij een Oxfam Novib, Rode Kruis of welke instantie ook, dat zij die het verprutsen voor al die anderen, geen enkele kans krijgen om er ook maar even aan te denken om slecht te doen. Alles zal in het teken staan om wereldvrede te bereiken, want dat is voor iedereen het hoogste doel.

Enkel een handeling of besluit dat bruggen bouwt en verbindt wordt geaccepteerd. Al het andere dat ook maar iemand in een hokje stopt of een onderscheid maakt in ras, geloof, rang of stand wordt van tafel geveegd. Is not done! Kan gewoon niet meer anno 2018.

Als we laten zien dat samenwerken met verschillende nationaliteiten en religies wel kan, als we zij die hulp nodig hebben vanuit een respectvolle manier kunnen helpen. Er voor iemand kunnen zijn, die ons zelfs op voorhand al niets kan gaan teruggeven. Als we ons verdiepen in iemands andere kijk op het leven, zonder een oordeel te geven. Dan kan die wereld toch echt wel anders zijn.

En het mooie is, dit alles gebeurt elke dag al gewoon om ons heen! Ik zie het bijna voortdurend als ik er op let. Het zit ook al standaard in ons. Wij mensen willen helpen, willen er zijn voor elkaar. We zijn sociaal en willen net samen zijn met elkaar. Lol hebben. Gezellig samen zijn. Een vanzelfsprekendheid. Dat geeft net de jus in het leven en een heel fijn gevoel.

Voor de meeste van ons ook zo vanzelfsprekend dat we het bijna niet meer zien. En ik ben er van overtuigd dat als we met zijn allen weer meer zouden gaan focussen op het goede om ons heen. Dan kan de wereld enkel beter gaan zijn.